Melk is een rijk voedingsmiddel, dat een belangrijke plaats inneemt in de voeding. Op het International Congress of Nutrition, dat momenteel plaatsvindt in Granada, werd een hele sessie gewijd aan melk. Prof. Jean-Michel Lecerf, diensthoofd voeding aan het Institut Pasteur in Rijsel, heeft voor ons de grote lijnen van de sessie samengevat en ons laten profiteren van zijn uitgebreide kennis over melk.
We krijgen almaar meer informatie over de rijkdom aan voedingselementen in melk. Veel landen erkennen de waarde van melk en raden de consumptie van 2-3 porties per dag aan. Melk wordt beschouwd als een marker van een gezonde voeding. Het is algemeen bekend dat melk calcium, kalium, eiwitten en bioactieve peptiden bevat om alleen maar die te noemen, maar de lijst van voedingsstoffen die in melk zitten, is veel langer. Eén van de peptiden is TGFβ1, een weefselgroeifactor die de permeabiliteit van de darmbarrière regelt. Maar er zijn er nog andere. Het is belangrijk dat idee voor ogen te houden omdat de waarde van melk niet kan worden teruggebracht tot de waarde van alle voedingsstoffen afzonderlijk. Die voedingsstoffen hebben meerdere werkingsmechanismen en treden met elkaar in wisselwerking. Dat resulteert in wat voedingsspecialisten een “matrix” noemen, die uitmondt in wijzigingen van één of meer functies van het lichaam van de consument.
Zo heeft een transversale studie bijvoorbeeld aangetoond dat regelmatig melk drinken de systolische en diastolische bloeddruk verlaagt. In een cohortonderzoek werd aangetoond dat regelmatige consumptie van melk, fruit, groenten en graangewassen het risico op metaboolsyndroom verlaagt. Als we de mensen in drie groepen indelen naargelang van hun consumptie van zuivelproducten (geringe, matige of hoge consumptie), blijkt dat de sterfte na correctie voor een hele rist vertekenende factoren daalt naarmate de consumptie van zuivelproducten hoger is.
Om het begrip matrixeffect te illustreren, verwees prof. Lecerf naar de effecten van enkele bestanddelen van melk op het bot. Hij benadrukte evenwel dat dat niet alles verklaart, verre van. De aanwezigheid van caseïne in melk bevordert de absorptie van calcium. Calcium bindt zich aan het bot dankzij vitamine D (melk bevat ook vitamine D). En de optimale hoeveelheid fosfor in melk heeft ook positieve invloed op de absorptie van calcium. Het calcium in het bloed remt de secretie van parathormoon (dat calcium uit het bot jaagt). De beenderen worden zo beschermd tegen verlies van hun belangrijkste mineraal. We mogen dus niet alleen kijken naar de individuele voedingsstoffen, maar we moeten rekening houden met het matrixeffect. Prof. Lecerf zei tot slot andermaal dat de aangehaalde voorbeelden maar een aantal van de positieve effecten van melk op het lichaam weergeven.