Door Nicolas Guggenbühl
" HEALTH & FOOD " nummer 65, Mei/Juni 2004
|
“Omega-3 vetzuren maken het bloed vloeibaarder”! Dit beeld, een vanuit wetenschappelijk oogpunt eerder karikaturale omschrijving, berust vooral op het feit dat eskimo's zich in hoofdzaak met producten uit de zee voeden die rijk zijn aan lange keten omega-3 vetzuren (EPA en DHA) en weinig of niet door een myocardinfarct getroffen worden, maar wel door hersenbloedingen. Sindsdien hebben tal van studies aangetoond dat deze vetzuren een remmende werking hebben op de reactiviteit van de bloedplaatjes, waardoor aangenomen wordt dat ze een coronaire trombose kunnen voorkomen. Die beschermende eigenschap op de bloedplaatjes kon zelfs reeds bij de inname van kleinere hoeveelheden omega-3 vetzuren worden aangetoond zoals dit in de voeding van de eskimo's uit Groenland het geval is. Het is evenwel moeilijk de werkelijke hoeveelheid aan omega-3 vetzuren te bepalen met betrekking tot de invloed op bloedstolling en coronaire trombose.
Lange en korte ketens
Studies waarin de omega-3 vetzuren met lange ketens werden onderzocht leverden vooral resultaten op in verband met de coronaire sterfte, een invloed op het aantal infarcten konden nagenoeg niet worden aangetoond. Dit doet een aantal vorsers besluiten dat het anti-aritmisch effect van deze vetzuren belangrijker is dan het anti-trombotisch effect (1).
Wanneer over omega-3 vetzuren wordt gepraat, wordt niet altijd het onderscheid naar de oorsprong van deze vetzuren gemaakt. Het onderscheid is evenwel niet onbelangrijk: daar waar enkel lange ketens worden ingenomen (EPA en DHA) ziet men vooral effecten op de plotse cardiale sterfte, terwijl wanneer ze samen met het alfa-linoleenzuur (C18:3 n-3) ingenomen worden, ze in staat zijn zowel de cardiovasculaire sterfte als de niet fatale hartaandoeningen te beperken. Er is evenwel nog geen volledige duidelijkheid in dit onderscheid, de lange ketens zouden ook een invloed kunnen hebben op het totaal vasculair risico, meer in het bijzonder door middel van hun invloed op het profiel van het hemostatisch risico.
Halt aan de trombus !
De breuk in een arteriosclerotische plaque met als gevolg de vorming van een occlusieve trombus is de belangrijkste oorzaak van een myocardinfarct. De activering van de factor VII (FVII) in een actieve factor (FVIIa), die tot stand komt door de weefselfactor (WF of TF), is een cruciale tussenstap in het proces dat leidt tot de vorming van een fibrineklonter. Epidemiologische studies tonen aan dat er een positieve correlatie bestaat tussen de coagulerende activiteit van factor VII en de hoeveelheid triglyceriden in het bloed, meer dan de hoeveelheid bloedcholesterol. Tevens blijkt dat deze activiteit een maatstaf is om coronaire aandoeningen te voorspellen (2).
Personen lijdend aan een gemengde hyperlipidemie hebben vaak afwijkende hemostatische waarden met een verhoogd risico op de ontwikkeling van trombotische gebeurtenissen als gevolg. Deze gewijzigde waarden leiden tot een verhoogd pro-coagulerend risico en tot een daling van het fibrinolytisch potentieel. Deze toestand is tijdens de postprandiale hyperlipidemie nog meer uitgesproken, wat door een aanzienlijke stijging van de FVIIa aangetoond wordt. Recent onderzoek toont aan dat bij patiënten die een medicamenteuze behandeling (statines) volgen, de omega-3 vetzuren een waardevol redmiddel zijn om een rem te zetten op het op hol geslagen coagulatiesysteem.
De activering beperken
Een Noors onderzoeksteam, geleid door Arne Nordoy (Universiteit van Tromso), heeft een klinisch gerandomiseerd onderzoek verricht onder 41 patiënten lijdend aan een gemengde hyperlipidemie. Na een periode van drie maanden, tijdens dewelke ze met simvastatine (20 mg/dag) werden behandeld, zag hun profiel er als volgt uit: bloedtriglyceriden (TG) tussen 2,0 en 15,0 mmol/l, totaal cholesterol (CT) hoger dan 5,3 mmol/l. Vervolgens werden ze in twee groepen ingedeeld, een groep kreeg statine + omega-3 (3,36 g/dag), de andere groep statine + een placebo (maïsolie), en dit voor een periode van vijf weken. Na deze periode stelden de onderzoekers vast dat de omega-3 vetzuren een potentieel positieve invloed hebben op de hemostase, met name door een vermindering van de vrije TFPI (TF pathway inhibitor) en een afremming van de activering van de factor VII tijdens de post-prandiale lipidemie.
Onlangs heeft het onderzoeksteam van Nordoy opnieuw een vergelijkbare studie opgezet met 42 hyperlipidemische patiënten behandeld met statine (10 mg atorvastatine per dag), die daarbij ofwel omega-3 ofwel een placebo kregen toegediend. Deze studie bevestigt dat deze patiënten een uitgesproken neiging tot activering van de extrinsieke coagulatie vertonen, die zich vooral tijdens de postprandiale lipidemie manifesteert, en dat deze activiteit op significante wijze door de inname van omega-3 vetzuren kan geremd worden.
Hoewel deze gegevens geen volledige opheldering brengen aangaande het anti-trombotisch effect van de omega-3 vetzuren, wordt hiermee toch het belang van deze vetzuren voor de gezondheid van hart en bloedvaten duidelijk aangetoond. Ze tonen ook aan dat, zelfs in geval dyslipidemieën met statines worden behandeld, het toedienen van omega-3 vetzuren een “pluspunt” betekent.
Nicolas Guggenbühl,
Diëtist-voedingsdeskundige
Cardiobeschermende werking van omega-3 vetzuren met lange keten
(naar Calder, Clin Sci 2004)
-
Daling van de triglyceriden in het bloed
-
Daling van de productie van chemoattrants, groeifactoren, adhesiemoleculen, inflammatoire eicosanoïden, inflammatoire cytokines
-
Verhoging van de stikstofoxide (NO)
-
Verhoging van de endotheliale relaxatie en van de vasculaire compliance
-
Vermindering van de trombose
-
Vermindering van de cardiale aritmieën, verhoging van de variabiliteit van de hartfrequentie
-
Stabiliteit van de door arteriosclerose aangetaste bloedplaatjes
|
Ref. :
Kristensen SD et al. Lipids 2001;36:79-82.
Folsom AR et al. Arterioscler Thromb 1993;13:1829-36.
Nordoy A et al. Arteriosc Thromb Vasc Biol 2000;20:259-265.
Nordoy A et al. J Thromb Haemost 2003;4 :690-7.
|