.
 

Archieven> N°68 > artikel
<< previous next >>

Overgewicht bij kinderen :
ingewikkelder dan bij volwassenen

Bijna één Belgisch kind op vijf lijdt aan overgewicht. Niet het repressief optreden maar preventie en voedingsvoorlichting en -opvoeding zijn van wezenlijk belang voor het kind, dat, in vergelijking met een volwassene, veel gemakkelijker te beïnvloeden is om zijn voedingsgewoonten alsnog te wijzigen.

Door Nicolas Guggenbühl

" HEALTH & FOOD " nummer 68, December 2004

het artikel drukken

Slechte leefgewoontes (weinig beweging, onregelmatig eetpatroon, weinig inname van groeten en fruit, …) vinden vaak hun oorsprong tijdens de kinderjaren. Om het probleem van overgewicht bij kinderen op te lossen, moet met alle factoren die de groei en ontwikkeling van het kind beïnvloeden rekening gehouden worden : de voeding als zuigeling, de afwijzing van ongekendê voedingsmiddelen, fysieke activiteit of nog de invloed van de ouders bijvoorbeeld. Hier willen we nogmaals duidelijk stellen dat een kind geen volwassene in miniatuur is…

Mama, papa, school

Tal van voedingsspecialisten zijn de mening toegedaan dat er zoiets als een ‘anti-obese’ voeding voor kinderen bestaat. Een eerste preventieve maatregel is de borstvoeding. Er zijn meer en meer aanwijzingen dat hoe langer de borstvoeding wordt aangehouden, het kleiner het risico op zwaarlijvigheid is. Recente studies tonen aan dat ook maar de kleinste aanbreng van eiwitten uit moedermelk – in vergelijking met een andere vorm van babyvoeding – één van de redenen zou zijn die het verschil tussen beide voedingen verklaart. Deze vaststelling indachtig hebben recentelijk heel wat producenten van babyvoeding de eiwitsamenstelling van hun producten ‘aangepast’.

Tweede hefboom : de invloed van de ouders. Bij de preventieve maatregelen ter voorkoming van zwaarlijvigheid bij kinderen die de WGO voorstelt, is dit een punt waaraan bijzonder veel aandacht wordt besteed. Ouders kunnen een belangrijke invloed hebben op de aanbreng van de nodige voedingsstoffen van hun kinderen. Een al te strenge houding van de ouders (met uitspraken zoals ‘eet je bord leeg’ of ‘eet niet zoveel chocolade’) werkt contraproductief. Het zal enerzijds alleen maar de afkeer van voedingsmiddelen waarvan de ouders absoluut willen dat ze gegeten worden, versterken en anderzijds de aantrekking van producten die door de ouders als minder geschikt worden aanzien (zoetigheden en vetrijke producten) vergroten.

Cola, chocolade : stop of eet maar ?

Ook hier komt de bekommernis van de tussendoortjes op school te berde. Moeten ze, zoals het Agence française sanitaire des aliments (Afssa) hardnekkig voorhoudt, verboden worden? De oplossing voor dit probleem is tot op heden nog verre van duidelijk. Het risico dat door bepaalde zoetigheden te verbieden juist een uitgesproken voorkeur voor deze producten kan ontstaan is misschien reëel. Het Afssa is van mening dat een tussendoortje in de loop van de voormiddag op school, gezien de samenstelling ervan (melk en veelal koekjes, gebak, chocolade, enz…), het tijdstip, het systematisch en ongedifferentieerd gebruik van tussendoortjes onverantwoord is. Ze bieden ook niet de oplossing voor de kinderen, weliswaar in de minderheid, die geen ontbijt namen voor ze naar school kwamen. De inname van een tussendoortje zou, in Frankrijk, onder meer de oorzaak zijn van een overmatige calorie-inname (ordegrootte 4 %). Wellicht ziet het Afssa over het hoofd dat naast minderheid van de kinderen die geen ontbijt nemen, de meerderheid van de kinderen een ontbijt neemt dat niet altijd de benaming ‘ontbijt’ waardig is….

Een onderzoek in de Gentse regio toont aan dat bijna één adolescent op vijf met een lege maag naar school vertrekt en dat slechts één adolescent op tien iedere dag een goed en evenwichtig ontbijt neemt.

Frequentie …

Gezien de relatief lange tijd van voedselontbering tijdens de nachtrust, is de ochtendmaaltijd – het ontbijt – van kapitaal belang. Idealiter zou het bijna 25 % van de dagelijkse energiebehoefte en de nodige voedingsstoffen moeten aanleveren. Op basis van de huidige kennis van zaken aangaande gezonde voeding zijn er geen harde bewijzen om op het ontbijt alleen de hoger vermelde norm van 25 % te kleven en is het ook nog geen uitgemaakte zaak of dit percentage al dan niet over de ganse voormiddag mag verdeeld worden. Het verbod van tussendoortjes, zonder iets in de plaats te stellen, gaat overigens ook helemaal in tegen de positieve vastgestelde invloed die meer dan drie maaltijden per dag hebben op de ontwikkeling van zwaarlijvigheid bij kinderen, hoewel dit weliswaar minder uitgesproken is bij kinderen dan bij volwassenen.

Dit verband werd uitvoerig onderzocht bij ratten : het eten van aanzienlijke hoeveelheden voedsel op tijdstippen die zeer ver uit elkaar liggen, bevordert de lipogenese. Andere vaststelling : een aantal onderzoeken wijzen uit dat een energierijk avondmaal ook de zwaarlijvigheid bij kinderen in de hand werkt. Dit onderlijnt nog maar eens het belang om de energie-inname zo veel mogelijk over de ganse dag te spreiden.

... en porties

Naast de aard van de ingenomen voeding, is ook de hoeveelheid ingenomen voedsel van kapitaal belang. De aanzienlijke toename van de portiegrootte van bepaalde categorieën van levensmiddelen is, gezien de daarmee gepaard gaande verhoogde energie-inname, zonder meer mede verantwoordelijk voor de toenemende zwaarlijvigheid. Dit is onder meer het geval voor de meeste Fast Food restaurants en talrijke snacks, gezouten of zoet. Talrijke studies wijzen ook uit dat de portiegrootte van de zowel thuis genomen maaltijd als van de buitenshuis genomen maaltijd (restaurant, bedrijfsrestaurant, …) ook aanzienlijk is toegenomen.

Opnieuw normale porties eten zou al een goede remedie zijn om de zwaarlijvigheid bij kinderen terug te dringen. Zo de toename van het suikerverbruik voor een groot deel op de rug van de frisdranken en gebak allerhande mag geschoven worden, moet toch ook gezegd worden dat sommige zuivelproducten (yoghurt, puddingen, …) alsook fruitsappen over dezelfde kam mogen geschoren worden. Heel wat consumenten zijn zich daar niet altijd ten volle van bewust. Het is zeker een opdracht voor de voedingsindustrie om een en ander eens in vraag te stellen.

Het goede voorbeeld geven

Naast de voedingsaspecten is het belangrijk ook andere parameters, al te vaak over het hoofd gezien, in overweging te nemen in de strijd tegen zwaarlijvigheid bij kinderen. Een eerste factor is bijvoorbeeld de aversie en neofobie voor voedingsmiddelen bij kinderen. Het zijn geheel normale reacties : 75 % van de kinderen tussen 2 en 7 jaar oud weigeren halsstarrig om spontaan nieuwe, voor hen onbekende voedingsmiddelen te proeven. Groenten maken ook vaak deel uit van hun lijstje, hoewel de wijze van bereiding vaak sterk hun al dan niet aanvaarden beïnvloedt. Beetje bij beetje leren kinderen hun sensorische afkeer weg te werken, ze wennen er aan. Een kind zal veel gemakkelijker een voor hem ongekende vrucht of groente proeven wanneer hij die zelf heeft mogen kopen, bereiden of opdienen. Hoe vaak haken ouders niet al te snel af wanneer het luik ‘sensoriele opvoeding’ aan bod komt? Het als maar opnieuw herhalen en steeds weer met voeding in contact komen is een bijzonder sterk wapen en dit alles in een attentvolle en hartelijke omgeving. Voor het eten van fruit en groenten is het aan de ouders om het goede voorbeeld te geven.
De gewenning (en niet de bekoring, aangeboren) aan de suikersmaak heeft ook een gemakkelijk in de hand te houden culturele dimensie : kinderen die tijdens de eerste levensmaanden vaak suikerwater kregen, hebben een uitgesproken voorkeur voor zoet in vergelijking met de kinderen die dit niet kregen …

Opvoeden en doen bewegen

Uit de Franse Fleurbaix Laventie Ville Santé studie komt duidelijk naar voor dat voedingsvoorlichting en -opvoeding uiterst belangrijk en bijzonder doeltreffend is. Kinderen die voedingsvoorlichting kregen op school vertoonden niet enkel minder risico op zwaarlijvigheid, maar beïnvloedden ook op positieve wijze het voedingsgedrag van de andere familieleden thuis. De opvoeding van de kinderen komt iedereen ten goede !

Het overzicht zou niet volledig zijn moest het belang van regelmatige fysieke beweging voor het behoud van het lichaamsgewicht en de preventie van zwaarlijvigheid bij kinderen niet aangehaald worden. Waarom, naast andere strategische beleidsbeslissingen in de strijd tegen zwaarlijvigheid, bijvoorbeeld het aantal uren fysieke activiteit op school (nu vaak beperkt tot minder dan twee uren per week) niet verhogen ? Wanneer bij kinderen van 9 jaar in de Verenigde Staten het aantal uren dat ze voor de TV, video of spelletjes doorbrachten herleid werd tot zeven uren per week, kon een significante daling van een aantal zwaarlijvigheidsindicatoren worden vastgesteld, waaronder bijvoorbeeld het aantal maaltijden dat voor het TV scherm werd verorberd.

Dit alles wijst erop dat het probleem van zwaarlijvigheid bij kinderen niet tot één enkele beïnvloedende factor kan en mag herleid worden. Het probleem moet, in vergelijking met de aanpak voor volwassenen, veel globaler aangepakt worden.

Nicolas Rousseau
Dietist voedingsdeskundige

Avis de l’Afssa relatif à la collation matinale à l’école– Saisine n° 2003-SA-0281
La santé de l’adulte commence à se construire dès l’enfance – Danone Nutritopics n°30 – juin 2004

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés