Door Nicolas Guggenbühl
News van :
22 October 2003
|
Zware metalen verontreinigen de omgeving via de lucht, huishoudelijke en industriële afvalstoffen, dierlijke uitwerpselen en vleesafval. Plantaardige middelen nemen zware metalen op die zich in de bodem bevinden onder vorm van ionen. e aard van de bodem is nochtans van groot belang: bodems rijk aan leem, met een hoge pH, met een hoog fosfaat-, carbonaat- of zwavelgehalte evenals met veel humus maken de ionen onoplosbaar. Dan is de plant praktisch niet in staat ze op te nemen. Omgekeerd zullen gewassen die groeien op zandachtige zure gronden duidelijk hogere concentraties hebben.
Stof afdoen !
Zware metalen kunnen ook in gewassen terechtkomen via stof dat zich erop vastzet. Rook en asse in de lucht uit verbrandingsinstallaties bevatten veel lood en cadmium. Dat is echter voor de mens niet het meest verontrustende want door het wassen van voedingsmiddelen kunnen die stofdeeltjes verwijderd worden. Dieren echter hebben niet de gewoonte hun voedsel te wassen, en zijn dus meer blootgesteld aan dergelijke verontreiniging waardoor de concentratie in melk en vleesafval kan toenemen..
Volgens prof Verloo blijft de toestand toch onder controle : uit systematische analysen van zware metalen is aangetoond dat de toegelaten waarden slechts zelden overschreden worden in de Belgische voeding die in grootwarenhuizen verkocht wordt. De hoogste concentraties worden teruggevonden in privé moestuinen, tuinen in de periferie van grote steden, soms in de nabijheid van verontreinigende activiteiten of oude industriezones. Hij bevestigt tevens dat er geen verschil lijkt te bestaan tussen gewassen uit de biologische teelt en de conventionele producten. Vis die in de Noordzee werd gevangen bevat slechts heel weinig kwik maar dat is niet het geval voor vis afkomstig uit het Amazonegebied of uit Suriname.
Nicolas Guggenbühl
Diëtist Voedingsdeskundige
Naar een uiteenzetting op het symposium " Oligo-elementen in de voeding in België recente gegevens ", georganiseerd door het Danone Instituut, Brussel, 18 oktober 2003 |