Foliumzuur of vitamine B9 is goed bekend voor zijn rol bij de preventie van misvormingen van de neurale buis (anencefalie en spina bifida). Maar om die opdracht te vervullen dient het in voldoende hoeveelheid aanwezig te zijn van bij de conceptie van het kind, dat wil zeggen reeds vooraleer de zwangerschap gekend is. Het is nu net om dergelijke bescherming te bieden op populatieschaal dat in de Verenigde Staten de Food and Drug Administration (FDA) sinds 1996 een grootschalig programma heeft ingesteld van verrijking met B9 van bloem en andere graanproducten.
Maar dit vitamine heeft nog andere troeven: het bevordert een daling van de serumconcentratie van homocysteïne (Hc), een aminozuur waarvan een te hoog gehalte beschouwd wordt als een risicofactor of tenminste als een marker van het cardiovasculaire risico. De vraag is te weten of dergelijke verrijking die nu al jaren wordt toegepast ook een voordeel verschaft op cardiovasculair vlak….
Versnelling maal 3
Het antwoord op bovenstaande vraag werd gebracht tijdens het 44ste jaarlijkse congres van de American Health Association, dat op 5 maart jongstleden in San Francisco plaatsvond. En het lijkt erop dat die verrijking inderdaad vruchten afwerpt.
De vorsers van Atlanta in de Centers of Disease Control and Prevention rapporteren dat verrijking van bloem met foliumzuur al snel aanleiding gaf tot een verdubbeling van de bloed- concentratie van B9 en een daling met 14 % van de serumconcentratie van Hc. Die afname ging gepaard met een verminderde sterfte door cerebrovasculair accident (CVA) en cardiovasculaire aandoeningen: drie jaar na de verrijking (1999-2000) was de mortaliteit door CVA 10 à 15 % lager dan die tussen 1994 en 1996. Voor 1997 verminderde de sterfte door CVA jaarlijks ongeveer met 1 % terwijl sinds 1997 dat percentage naar 4,5 % is gestegen.
De onderzoekers preciseren dat de afname zich voordoet bij mannen en vrouwen, bij kleurlingen en blanken. Ze voegen er aan toe dat de versnelde daling van de sterfte door CVA en hartziekten niet kan toegeschreven worden aan verandering van andere belangrijke risicofactoren zoals roken, hypertensie, diabetes en cholesterolgehalte, die grotendeels niet zijn verbeterd in de bestudeerde periode.
Die resultaten zullen ongetwijfeld in Europa het debat aanwakkeren over de vraag of het pertinent is om dergelijke verrijking van de voeding toe te passen.
Nicolas Guggenbühl
Diëtist Voedingsdeskundige |