Het verband tussen bloeddruk en alcoholverbruik is van het “J-ype”: aan de ene kant gaat een gering alcoholverbruik gepaard met een lage bloeddruk maar vanaf 3 glazen of meer per dag stijgt de bloeddruk. Over alcohol wordt heel wat gesproken en in heel wat studies werd erkend dat een gering tot matig verbruik ervan “cardioprotectief” werkt. Er wordt aan alcohol een gedeeltelijk gunstig effect toegeschreven op de HDL-cholesterol (de “goede” cholesterol), een daling van het aantal bloedplaatjes en een toename van de fibrinoyltische activiteit (waardoor ook het risico op bloedklonters afneemt). Sommige dranken zoals rode wijn kunnen bovendien door hun gehalte aan anti-oxidantia ook nog een positief effect hebben.
Geringe doses alcohol hebben tevens een effect op de globale sterfte die erdoor afneemt. Maar de grote vraag blijft of die gegevens kunnen geëxtrapoleerd worden naar patiënten met hypertensie. Voorzichtigheid is geboden. In de recente aanbevelingen van de American Heart Association wordt gesteld dat alcoholische dranken dienen vermeden te worden bij hypertensiepatiënten.
Meer dan 14 000 mensen
Om op die vraag een antwoord te bieden werd een nieuwe onderzoeksstudie opgezet bij mensen met hoge bloeddruk.. Een groep van 14 125 gezondheidswerkers met hypertensie werd gevolgd gedurende een gemiddelde duur van 5,4 jaar. De globale sterfte en de cardiovasculaire mortaliteit werden vergeleken met het alcoholverbruik.
Uit de resultaten blijkt dat in vergelijking met geheelonthouders de mensen die wekelijks (een tot zes per week) of dagelijks (een drink of meer per dag) alcohol dronken een significant lager sterfterisico hadden met respectievelijk 28 en 27 %. Het voordeel was nog meer uitgesproken voor de cardiovasculaire mortaliteit die respectievelijk 39 en 44 % lager was. Die resultaten bevestigen dus dat het interessante effect van alcohol bij mensen zonder hoge bloeddruk ook in vergelijkbare mate terug te vinden is bij hypertensiepatiënten.
We vermelden nog dat in dat onderzoek er weinig grote alcoholdrinkers waren (amper 3,2 % van de steekproef dronk 2 of meer glazen per dag) zodat het niet mogelijk was de nefaste effecten van een hoge consumptie na te gaan. Dit onderzoek ondersteunt dus wel een soepeler houding in geval van hypertensie, maar dat betekent niet dat alle hypertensiepatiënten die geen alcohol drinken, nu maar aan de fles moeten…
De " pro's " maken het verschil uit
Aan de top zijn en er blijven vergt van de meeste sportprofs een perfecte beheersing van de perioden van fysieke zware belasting en van rust. Als de atleet correct getraind is, beschikt hij over een optimale antioxidantenstatus zodat hij in staat is een inspanning van zeer lange duur te doorstaan zonder bijzondere oxidatieve schade op te lopen (in het bijzonder spiervermoeidheid), zelfs als hij erg veel traint, aldus de specialiste in sportgeneeskunde.
De meeste onderzoeken gaan akkoord dat als de voeding voldoende gevarieerd is en rijk is aan plantaardige producten, dat volstaat om het teveel aan vrije radicalen dat gevormd wordt door de training onder controle te houden. Het gebruik van supplementen van antioxidatieve vitaminen en mineralen geeft inderdaad enkel een bijkomend voordeel bij mensen die een uitgesproken tekort vertonen en zeer zwaar trainen. Dat is vooral het geval voor jonge vrouwelijke atleten (marathon, dans, schaatsen, turnen…) die als doel hebben een zo laag mogelijke lichaamsmassa te bekomen door zeer sterke voedselbeperkingen op te leggen. Voor de rest zou het dus enkel een placebo zijn!
Nicolas Guggenbühl
Diëtist Voedingdeskundige
Ref.
Malinski MK et al. Arch Intern Med 2004;164:623-628. |