Door Nicolas
Guggenbühl
News van :
30 November 2005
|
Kunnen we door koffie makkelijker een telefoonnummer onthouden dat we in een telefoonboek hebben gezien alvorens het te vormen? Dat is een taakvoorbeeld waarbij het korte termijn geheugen een rol speelt. Een onderzoeksteam van de Medical University in Innsbruck, Oostenrijk, levert nieuwe elementen over de herseneffecten van cafeïne.
In hun studie, die werd voorgesteld op de jaarlijkse bijeenkomst van de Radiologische Vereniging van Noord-Amerika (RSNA), op 30 november jl. in Chicago, werden 15 gezonde volwassen vrijwilligers onderzocht. Na een periode van 12 uur zonder cafeïne, kregen ze ofwel een capsule met 100 mg cafeïne (wat overeenstemt met ongeveer 2 tassen koffie), ofwel een placebo, alvorens de testen uit te voeren. De test werd twee keer gedaan zodat elke vrijwilliger een periode «met cafeïne», en een «zonder cafeïne» had doorgemaakt.
Om het korte termijn geheugen te evalueren kregen de vrijwilligers een opeenvolging van eenvoudige beelden te zien (de letters A, B, C en D). Ze dienden dan zo snel mogelijk te antwoorden (door de rechter wijsvinger op te steken voor “ja” en de linker wijsvinger voor “neen”) van zodra hen gevraagd werd of het voorgestelde beeld het zelfde was als dat van twee beelden daarvoor. De vorsers hebben gebruik gemaakt van de functionele beeldvorming met magnetische resonantie om de effecten van cafeïne na te kijken op de activering van de modules die deel uitmaken van het korte termijn geheugen.
Zweepslag
De resultaten wijzen uit dat na een periode met cafeïne, de vrijwilligers een beter korte termijn geheugen lijken te hebben en een kortere reactietijd. Maar vooral hebben de auteurs vastgesteld dat er een verhoogde neuronale activiteit was in welbepaalde hersengebieden :in de frontale kwab, waar een gedeelte van het netwerkerk van het korte termijn geheugen gelokaliseerd is en ook in de cingulum anterior, het gebied dat de aandacht controleert.
We preciseren nog dat deze studie enkel informatie geeft over het korte termijn geheugen en zeker geen rechtvaardiging is om zeer grote hoeveelheden koffie of eetwaren die cafeïne bevatten (koffie, thee, bepaalde suikerdranken, guarana…) te gaan gebruiken als middel om de mentale prestaties te verbeteren. Maar het «bakje troost» dat een lichte zweepslag geeft voor de aandacht vindt hier wel nieuwe argumenten.
Nicolas Guggenbühl
Diëtist voedingsdeskundige
|
