.
 

Archieven> N°58 > artikel
<< previous next >>

Prebiotica: meer dan enkel voedingsvezels

De definitie van voedingsvezels is duidelijk veranderd. De darmfysiologie heeft het concept van prebiotica naar voor gebracht en uitgebreid met het begrip “voedingsmiddelen voor de dikkedarm”. De goede microben hebben zich goed ingenesteld en zijn vrijgepleit. Als ze goed gevoed worden zal hun gastheer daar profijt bij hebben…

Door Patrick Mullie

" HEALTH & FOOD " nummer 58, Maart/April 2003

het artikel drukken

Ze zijn wel met enkele tientallen miljarden, de bacteriën van de darmflora, en verteren alles of toch bijna alles. Met uitzondering van lignine, kunnen alle voedingsvezels als substraat dienst doen voor de bacteriële biomassa in verschillende graden van fermentatie. Op een dag tijd slikt het colon 40 tot 100 g fermenteerbare stoffen verdeeld over de belangrijkste microbensoorten die er gehuisvest zijn. Sommige gunstige bacteriën vinden daarin de organische meststof nodig voor hun selectieve groei, met name Lactobacillus spp. en Bifidobacterium spp. Dan spreken we van een prebioticum.

Er staan verschillende kandidaten te dringen om zich een prebiotisch effect aan te meten, zo zegt prof. Nathalie Delzenne (UCL): inuline en oligofructose (fructo-oligosacchariden of FOS), maar tevens de galacto-oligosacchariden (GOS) van de moedermelk, de xylo-oligosacchariden, de oligosacchariden van sojabonen (raffinose, stachyose), zelfs bepaalde soorten resistent zetmeel (banaan, aardappel, peulvruchten…). Het prebiotisch effect wordt nochtans door verschillende factoren gemoduleerd. Bij de fructo-oligosacchariden bijvoorbeeld oefenen de lange ketens (inuline) een meer uitgesproken bifidogeen effect uit dan de korte ketens (oligofructose). We preciseren bovendien dat de toename van het aantal “ Bifidus” door de FOS afhangt van de initiële samenstelling van de flora (die toename is des te meer uitgesproken naarmate het aantal in het begin lager is). Met andere woorden: het zou kunnen dat de gezondheidsvoordelen des te groter zouden zijn indien het spijsverteringstelsel minder bifidus bevat.

SYNCAN

Kan darmkanker door prebiotica voorkomen worden?

De vraag is gesteld maar er is niet altijd een antwoord op. Een Europees project, SYNCAN (voor SYNbiotics and CANcer prevention in humans), heeft de ambitie de impact te bestuderen van de combinatie van prebiotica en probiotica (of synbiotica), op de incidentie van colorectale kanker. Daarbij worden verschillende Europese laboratoria ingeschakeld (7 landen waaronder België) in alle onderzoeksgebieden: onderzoek in vitro, in vivo, klinische studies en interventiestudies. Dit project werd gestart in maart 2000 en hoopt op korte termijn te leiden tot een belangrijke Europese onderzoeksstudie bij de mens.

Info : http://www.syncan.be

Kleine zorgen voor het colon

De wijziging van de darmflora door de prebiotica heeft een positieve weerslag op hun onmiddellijke omgeving, het colon. De voedingsstoffen in het colon kunnen een gunstige uitwerking hebben zowel op een gezond slijmvlies als op een gewijzigde mucosa. In een gezonde darm, zo benadrukt prof. Delzenne, stellen we een toename vast van de densiteit van het epitheel en van de diepte van de crypten, dus een aanzienlijke vergroting van het absorptieoppervlak. Een colitis geïnduceerd bij ratten lijkt makkelijker te herstellen in aanwezigheid van niet verteerbare oligosacchariden, net zoals een necrotiserende enterocolitis bij gnotobiotische kwartels (gecontroleerde flora, in dat geval met een daling van de Clostridia en toename van de bifidobacteriën).
Het metabolisme van de colonocyten haalt eveneens voordeel uit de afscheidingsactiviteit van de “goede” melkzuurbacteriën. Butyraat, een vetzuur met korte keten ontstaan door fermentatie, oefent een trofisch effect uit op het darmslijmvlies. Maar het meest opmerkelijke effect van dat vetzuur treedt nochtans op in (pre)neoplastische cellen: onder andere detoxicatie, aanmaak van differentiatiemarkers, inhibitie van oncogenen, toename van de assimilatie van calcium, stimulatie van het GALT (Gut Associated Lymphoid Tissue) en inductie van apoptose.

Het colon voeden om minder te eten?

De bifidobacteriën en de lactobacillen zelf zouden eveneens een antikanker potentieel hebben via inhibitie van bepaalde enzymen (bèta-glucuronidasen, nitroreductasen). Er dient echter nog uitgebreid onderzoek verricht alvorens hun antitumoraal potentieel kan bevestigd worden. Er is ook onderzoek aan de gang op gebieden zoals spastisch colon, enterale voeding en chronische ontstekingsziekten waarvoor het belang van sommige prebiotica al werd aangetoond en waarbij prebiotica worden overwogen.
Dankzij andere beloftevolle effecten van prebiotica is er nu opnieuw een golf van enthousiasme ontstaan. Zij zouden bij dieren althans de endocriene functie van het colon beïnvloeden door productie van darmpeptiden met een verzadigend (GLP-1, PYY) of hongerstillend (Ghreline) effect. Het effect van “voedingvezels” op de regeling van de eetlust en van de verzadiging is dus een piste die langzamerhand duidelijker (en gecompliceerder) wordt...

Patrick Mullie,
Diëtist Nutritionnist

* 5e Congres Voeding en Gezondheid. Paleis voor Congressen, Brussel. November 2002

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés