Functionele voedingsmiddelen zullen, indien correct en regelmatig ingenomen, niet toelaten van te genezen van een bepaalde pathologie, maar wel van de kans op een chronische ziekte te beperken. Zo zullen plantensterolen het risico op cardiovasculaire problemen doen dalen via een cholesteroldalend effect. Dit impliceert echter niet dat een individu die dergelijke nutritionele interventie toepast ... geen infarct zal hebben. Of anders uitgedrukt: vele gebruikers nemen plantensterolen en zullen nooit een infarct krijgen, zelfs zonder plantensterolen!
Eindelijk onmiddellijk resultaat
Een preventieve aanpak vraagt veel meer motivatie van patiënten dan een curatieve behandeling. Inuline en oligofructose hebben, naast andere veelvuldige preventieve functies, ook een onmiddellijk curatieve werking. Vooral dit laatste kan voor voedingstherapeuten een aangenaam aspect zijn: eindelijk eens een snelle en duidelijke oplossing aanbieden.
Oudere mensen lijden dikwijls aan chronische obstipatie. Deze aandoening probeert men soms op te lossen door het innemen van soms zeer agressieve laxeermiddelen ... die het probleem op termijn slechts kunnen verergeren!
Toevoegen van inuline en oligofructose kan leiden tot een daling van het voorkomen van obstipatie, en een verhoging van zowel de frequentie en als het volume van de stoelgang. Kleessen et al. (1) onderzochten de verbetering van de stoelgang bij 35 vrouwen. De stoelgangfrequentie was zeer laag, gemiddeld 1 tot 2 maal per week. Na toedienen van 20 gram inuline per dag steeg de frequentie van de stoelgang vrij snel tot 8 à 9 per week bij 7 op 10 patiënten. Er waren zeer weinig gastrointestinale nevenwerkingen.
Den Hond et al. (2) kwamen tot de conclusie dat per gram ingenomen inuline of oligofructose het stoelganggewicht stijgt met 1,5 tot 2,0 gram. Een dagelijkse ontlasting van minimaal 200 gram wordt als ideaal beschouwd.
Een regulerend effect
Inuline en oligofructose hebben eveneens een regulerende darmwerking, waarbij een groter effect wordt waargenomen bij proefpersonen met een natuurlijk lagere stoelgangfrequentie, dan bij vrijwilligers met een bijna normaal patroon.
Bij ouderen ziet men met de leeftijd een verandering van de darmflora, waardoor bifidusbacteriën kunnen verdwijnen en vervangen worden door lactobacilli, enterococci, enterobacteria en clostridia. Deze wijziging van de balans kan leiden tot pathologische toestanden zoals kanker en een verhoging van de productie aan toxinen. Toevoeging van inuline kan een gezonde darmflora herstellen. Kleessen et al. (1) merkten na het toedienen van inuline een stijging van bifidusbacteriën (hoofdzakelijk Bifidobacterium adolescentis, B. Longum, B. bifidum; weinig B. catenulatum, B. angulatum, B. infantis ), terwijl enterococci en enterobacteria daalden. De verbetering van de stoelgang is te wijten aan verschillende factoren zoals een stijging van faecaal materiaal, een verbeterde fermentatie door de aanwezigheid van inuline en oligosacchariden en een verbetering van de bacteriële werking door een aangepaste oplosbaarheid van het milieu.
Deze buitengewone en onmiddellijke werking van inuline en oligofructose wordt in het algemeen onderschat. Voedingsmiddelen verrijkt met deze vezels lijken zeer interessant te zijn om een veel voorkomend probleem op zachte en natuurlijke wijze op te lossen.
Patrick Mullie,
Diëtist
Referenties :
1. Kleessen B, Sykura B, Zunft HJ, et al. Effects o f inulin and lactose on fecal microflora, microbial activity and bowel habit in elderly constipated persons. Am J Clin Nutr 1997;65:1397-1402.
2. Den Hond, Geypens B, Ghoos Y. Effect of high performance chicory inulin on constipation. Nutr Res 2000;20:731-736. |