.
 

Archieven> N°68 > artikel
<< previous next >>

Soep om de kleine honger te stillen

Een van de belangrijkste obstakels die bij het volgen van een dieet moeten overwonnen worden is het hongergevoel bedwingen. Daarom is het belangrijk zijn toevlucht te nemen tot voedingsmiddelen die een gunstige invloed hebben op het verzadigingsgevoel, zoals bijvoorbeeld soep.

Door Nicolas Rousseau

" HEALTH & FOOD " nummer 68, December 2004

het artikel drukken

Per definitie wordt een maaltijd fysiologisch bepaald door een hongergevoel. Het niet onmiddellijk beschikbaar zijn van glucose ligt aan de basis van dit gevoel, wat op zijn beurt veroorzaakt wordt door een lichte daling van de glycemie (ongeveer 5 %, en dit ten minste 5 minuten vooraleer de behoefte naar voedsel ervaren wordt). Het hongersignaal activeert de glucosegevoelige neuronen die het karakteristiek gedrag van het zoeken naar, het selecteren en doorslikken van voedsel voor gevolg hebben. Dit gedrag blijft aanhouden tot de honger gestild is of men verzadigd is, wat het einde van de maaltijd betekent. Dit antwoord is wel voorwaardelijk. Vooreerst door het herkennen van het voedingsmiddel en ook door de gevoeligheid van de maag- en darmreceptoren die het uitzettingsvolume van deze organen meet en bepalend is voor de hoeveelheid voedsel dat wordt ingenomen.

De volgende stap is het verzadigingsgevoel, of een niet hongerige toestand die optreedt tussen twee spontaan ingenomen maaltijden. De duur van verzadiging wordt bepaald door het verbruik van de glucose, wat op zijn beurt rechtstreeks door insuline wordt bepaald. Door al te grote insulineschommelingen te voorkomen kan het verzadigingsgevoel versterkt worden.

De soeplepel in de aanslag

Tijdens een door Knorr georganiseerde Workschop, ingericht tijdens het 7de Congres van Voeding en Gezondheid*, toonde Professor Jeanine Louis-Sylvestre (Faculté X Bichat, Parijs) aan dat dit effect door het drinken van soep kan verkregen worden. In haar studie onderzocht ze het verzadigingsgevoel dat door soep verkregen wordt bij personen met een normaal lichaamsgewicht (gemiddelde BMI van 21,9) en bij personen met overgewicht (gemiddelde BMI van 27,9). Iedere vrijwilliger kreeg als maaltijdstarter ofwel in blokjes gesneden gekookte groenten samen met een glas water, ofwel een gemixte groentesoep, ofwel een niet doorgestoken groentesoep, telkens voor een vergelijkbaar gewicht van 150 g.

De resultaten waren voor beide groepen dezelfde : het eten of drinken van groenten voor de hoofdmaaltijd leidt tot een verminderd hongergevoel na de maaltijd en dit in vergelijking met een maaltijd waarbij geen groenten gegeten of gedronken worden. De intensiteit van het verzadigingsgevoel verschilt van de ene tot de andere maaltijdstarter : het was meer uitgesproken voor de niet doorgestoken soep, gevolgd door de doorgestoken soep en tenslotte de gekookte groenten.

Een verklaring hiervoor moet bij het ledigen van de maag gezocht worden. Over het algemeen gaat het vocht van een maaltijd als eerste door de maag, althans gedeeltelijk. Dit gaat zeer snel in het geval het zuiver water is en verloopt minder snel wanneer voedingsstoffen er in opgelost zijn. De overige vaste bestanddelen blijven in de maag en worden beetje bij beetje afgebroken om, wanneer de partikeltjes kleiner dan 1 tot 2 mm groot geworden zijn, de maag te verlaten. De optie ‘vloeibare voedingsmiddelen en in blokjes’, zoals in de niet doorgestoken soep, is dus de beste optie om de maaglediging zo lang mogelijk te rekken. Dit heeft voor gevolg dat de opname van glucose vertraagd wordt en er minder insuline wordt afgescheiden.

Minder calorieën bij het middag- en avondmaal

Een ander interessant gevolg van de niet doorgestoken soep was dat de energieaanbreng van het middagmaal gemiddeld met 150 kcal daalde bij de personen met een normaal gewicht en met gemiddeld 160 kcal bij de personen met overgewicht. Met andere woorden een daling van gemiddeld 20 %, een daling die bij de twee andere vormen van maaltijdstarters niet kon worden vastgesteld. De inname van niet doorgestoken soep bij het middagmaal had bij de personen met overgewicht daarenboven als gevolg dat er een minder energierijk avondmaal werd gegeten. Op het einde van de rit betekende dit een verminderde dagelijkse energie-inname van zowat 200 kcal. Op zich is dit niet opzienbarend, maar het wordt wel interessant in geval regelmatig en gespreid over een lange periode soep op tafel komt.

Nicolas Rousseau
Diëtist voedingsdeskundige

* Brussel Expo, 19-20 november 2004

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés