Door Nicolas Guggenbülhl Diëtist voedingsdeskndige
" HEALTH & FOOD " nummer 79, Oktober November 2006
|
Het verband tussen ontbijten en het leveren van prestaties werd lange tijd in verband gebracht met de invloed van het ontbijt op de glycemie. Het is inderdaad zo dat na een nachtrust de koolhydraatreserves grotendeels uitgeput zijn, maar er is meer dan alleen maar de koolhydraten. Een studie uitgevoerd bij senioren onderzocht de invloed van afzonderlijk ingenomen voedingsstoffen en dit in vergelijking met een placebo dat geen calorieën aanbracht (1). Hieruit kwam duidelijk enerzijds naar voor dat alleen de inname van koolhydraten tot een verhoging van de glycemie leidt, en anderzijds dat iedere voedingsstof tot op zekere hoogte tot een verbetering van cognitieve tests kan leiden. Koolhydraten gaven de beste resultaten op de Trail Making Tests (een test waarbij op een blad papier zoveel mogelijk opeenvolgende letters of cijfers moeten worden genoteerd). Bij de inname van vetten stelde men na 60 minuten een toename van de aandacht vast en bij de inname van eiwitten vergat men na 15 minuten minder frequent een paragraaf. Hiermee kon dus worden aangetoond dat het nut van iedere voedingsstof verschillend is, wat een pleidooi is om een gevarieerd samengesteld ontbijt te nemen.
Ontbijt en gewicht
Lichaamsgewicht en ontbijt is hét onderwerp geworden om aan te tonen dat ze elkaar wel degelijk beïnvloeden. Het verband is nochtans niet gemakkelijk aan te tonen, en het wordt nog minder evident wanneer ook andere parameters in rekening worden gebracht, zoals de intensiteit van fysieke activiteit, opvoeding, het aantal uren tv-kijken, ... Een studie uitgevoerd bij meer dan 14 000 scholieren (leeftijd 9 tot 14 jaar) die gedurende drie maal één jaar werden gevolgd, toont aan, zoals vele andere studies, dat niet ontbijten gepaard gaat met overgewicht, en dit spijts een hogere calorische inname (2). Het verband tussen ontbijt en evolutie van het lichaamsgewicht is niet hetzelfde voor alle kinderen : kinderen met een normaal gewicht die niet ontbijten verdikken veel vlugger dan kinderen die wel ontbijten. Een vaststelling die aantoont dat in verband met zwaarlijvigheid het ontbijt eerder preventief dan wel curatief werkt.
Een overzichtsartikel, de synthese van 47 publicaties, betreffende kinderen en adolescenten bevestigt dat ontbijten niets dan voordelen biedt : het voedingsprofiel van de 'kleine-ontbijters' is beter dan zij die de maaltijd overslaan, de kans dat ze met overgewicht te kampen krijgen is kleiner, spijts een hogere calorie-inname in de loop van de dag (3). Ook op de cognitieve functies scoren ontbijtgebruikers beter en er wordt minder absenteïsme vastgesteld.
Familiale en socio-economische context
10 tot 30 % van de jongeren in Europa slaat geregeld het ontbijt over. Het afhaken is opmerkelijk bij de jonge adolescenten. Een fenomeen dat nader onderzoek verdient, wat een Fins onderzoeksteam dan ook deed. Ze spitsten hun onderzoek toe op 5 448 jonge meisjes van 16 jaar en hun ouders (4). Hieruit bleek onder meer dat de belangrijkste drijfveer om wel of niet te ontbijten ... het voorbeeld van de ouders was.
Socio-economische aspecten lijken, zowel voor wat het ontbijt betreft als voor vele andere aspecten van de voeding, een belangrijke rol te spelen. Dit blijkt onder meer uit een Canadees onderzoek uitgevoerd bij 1 549 vierjarige kinderen, waarbij ook een uitvoerig onderhoud met de ouders werd ingelast. De resultaten tonen aan dat het percentage kinderen dat niet dagelijks een ontbijt neemt uitgesproken hoger ligt bij geïmmigreerde (19.4 %) in vergelijking met niet-geïmmigreerde moeders (8.3 %); bij ouders zonder diploma hoger onderwijs (17.5 %) dan wel met (10 %); wanneer het inkomen lager is dan 40 $ per dag (15 %) dan wel bij een hoger inkomen (5-10 %). Uit het onderzoek blijkt ook dat de kans om obees te worden tweemaal hoger ligt bij de kinderen die geen ontbijt nemen. Besluitend stellen de onderzoekers dat er bij prioriteit werk moet gemaakt worden om het dagelijks nemen van een gezond ontbijt te promoten en dat deze promotie in het bijzonder bij lagere sociaal-economische bevolkingsgroepen moet gevoerd worden.
Chrono-calorieën
Het feit dat trouwe aanhangers van het ontbijt over het algemeen een lagere BMI vertonen in vergelijking met diegenen die regelmatig deze maaltijd overslaan lijkt, spijts de hogere calorische inname, in tegenspraak te zijn met de basisprincipes van de klassieke thermodynamica. Dit kan voor een deel verklaard worden door het feit dat de energiebehoefte van ontbijters hoger ligt gezien deze groep doorgaans een hogere graad van fysieke activiteit vertoont. Maar dit is niet alles: wellicht verschilt de verbranding van de in de loop van de dag ingenomen calorieën in functie van het tijdstip van inname ...
Een onderzoek, uitgevoerd volgens een cross-over schema bij 10 vrouwen, bestond erin het ontbijt op verschillende tijdstippen in te nemen. Gedurende 14 dagen werd het ontbijt (ontbijtgranen met melk) 's morgens genomen of, tijdens de tweede periode van 14 dagen, tussen 12.00 en 13.30 uur (5). De samenstelling van het ontbijt was volledig vergelijkbaar, enkel het uur van inname was verschillend. Ook de overige maaltijden van de dag waren in beide perioden gelijkwaardig. De resultaten waren verrassend. Vooreerst stelden de onderzoekers vast dat de ingenomen energie bij het 'matinale ontbijt' opmerkelijk lager was in vergelijking met het 'middag-ontbijt'. In beide perioden analyseerde het team ook de glycemische respons van een testmaaltijd. De glycemische respons is beduidend lager wanneer het ontbijt 's morgens wordt genomen. Uit het onderzoek bleek verder dat de waarden van het totaal- en LDL-cholesterol, gemeten in nuchtere toestand, significant hoger lagen tijdens de onderzoeksperiode van het 'middag-ontbijt'.
De wereld beweegt
Dit onderzoek toont dus aan dat enkel het feit van de maaltijd op een verschillend tijdstip in te nemen, dit duidelijk aanwijsbare gevolgen heeft op een aantal metabole processen, en zeker niet de minste ... zoals deze van zwaarlijvigheid, cardiovasculaire aandoeningen en type 2 diabetes.
Onze levensstijl is de laatste decennia grondig gewijzigd : het familiale maaltijdpatroon is ontredderd; er worden meer maaltijden buitenshuis genomen; de consument wordt meer met eetluststimulerende prikkels geconfronteerd, waardoor gegeten wordt zonder echt honger te hebben; het ontbijt is geen ingeburgerde gewoonte meer bij jongeren; jongeren geven meer en meer de voorkeur aan late voormiddagtussendoortjes van twijfelachtige nutritionele samenstelling, ... Een voor een signalen die gezondheidsmedewerkers er moeten toe aanzetten niet enkel het ontbijt als noodzakelijk onderdeel van een gezond voedingspatroon aan te prijzen maar ook grondig na te denken hoe de theoretische aanbevelingen in de praktijk en in daadwerkelijke gedragsverandering kunnen worden omgezet.
Nicolas Guggenbühl
diëtist, voedingsdeskundige
Referenties
(1) Kaplan et al. Am J Clin Nutr 2001.
(2) Berckey CS et al. Int j Obes Relat Metabol Disord 2003.
(3) Rampersaud GC etal. J Am Diet Assoc 2005.
(4) Keski-Rahkonen A et al. Eur J Clin Nutr 2003
(5) Farshchi HR et al. Am J Clin Nutr 2005.
|