Door Magali Jacobs
" HEALTH & FOOD " nummer 84, September - Oktober 2007
|
Het is een open deur intrappen: 'een goed ontbijt is absoluut nodig om de dag optimaal aan te vatten'. Toch is het een maaltijd die vaak 'gezapt' wordt. Aangehaalde redenen hiervoor zijn onder meer: geen tijd, geen honger, minder eten om te vermager, ... Toch komt men alom tot de vaststelling dat zij die een degelijk ontbijt nemen, zich evenwichtig voeden en de minst hoge BMI hebben. Wat is hier werkelijk van aan?
Gebonden aan overgewicht
Ook België ontsnapt niet aan de algemene regel: het ontbijt heeft het hard te verduren. Het is de meest onregelmatig ingenomen maaltijd. 79% van onze landgenoten nemen minstens vijf maal per week een ontbijt (1). De leeftijdsgroepen tussen 15 en 18 jaar en tussen 19 en 29 jaar zijn de laagste gebruikers van de eerste dagmaaltijd. Mannen blijken ook minder trouwe 'ontbijters' te zijn dan vrouwen. Er is ook een verband tussen ontbijtgewoonten en opleidingsniveau vast te stellen. Slechts 74 % van de personen met een lagere opleiding (niet hoger dan het tweede middelbaar) nemen een ontbijt, terwijl dit percentage stijgt tot 86 % voor personen met een diploma hoger onderwijs. Hoewel uit onze nationale statistieken geen significant verband tussen het nemen van een ontbijt en de BMI kan worden gedistilleerd, kon in tal van onderzoeken dit verband wel worden aangetoond.
Dit was onder meer het geval in een prospectieve, vijf jaar durende studie uitgevoerd bij Amerikaanse adolescenten. De adolescenten die het ontbijt wel eens oversloegen, ook al gebeurde dit niet dagelijks, of die in de loop van de onderzoeksperiode minder frequent een ontbijt namen, vertoonden een hoger risico op een hogere BMI tijdens de onderzoeksperiode (2). Kinderen uit Nieuw-Zeeland die het ontbijt oversloegen, hadden een hogere BMI. Het waren tevens kinderen afkomstig uit de laagste socio-economische bevolkingslaag. Tegelijk bleek dat ze waarschijnlijk ook onvoldoende fruit en groenten innamen, en waarschijnlijk zich meer dan gewenst te goed deden aan ongezonde snacks (3). Tot slot, een Canadese studie, uitgevoerd bij jonge kinderen (tussen 44 en 56 maanden). Hier blijkt dat zelfs op deze jonge leeftijd vaak niet aan ontbijten gedacht wordt. 10 % van de kinderen nam niet dagelijks een ontbijt. Vaak betrof het kinderen van een geïmmigreerde moeder of die geen humanioradiploma bezat of van ouders die het met een laag inkomen moesten stellen. Bij de kinderen die niet dagelijks een ontbijt namen verdubbelde het risico op zwaarlijvigheid eenmaal de leeftijd van vier en een half jaar bereikt(4).
En de kwaliteit?
Behalve het feit van wel of geen ontbijt te nemen, wordt ook veel duidelijker wanneer naar de samenstelling van het ontbijt gekeken wordt. Een studie die al voor heel wat ophef zorgde, en die volledig in de kaart van de producenten van ontbijtgranen speelt, wijst op het belang van ontbijtgranen als startmaaltijd. De gegevens uit de Amerikaanse NHANES-studie, uitgevoerd tussen 1999 en 2000, tonen een omgekeerd verband aan tussen het nemen van een ontbijt en de BMI. Wanneer met het gebruik van ontbijtgranen als co-variante in de berekening rekening werd gehouden, vervalt dit verband. Dit kan er mogelijk op wijzen dat de correlatie mogelijk toe te schrijven is aan de inname van ontbijtgranen eerder dan aan het nemen van een ontbijt (5). Jammer genoeg leert het onderzoek ons niet welke de samenstelling was van het ontbijt wanneer geen ontbijtgranen gegeten werden... Overigens uit vroeger uitgevoerd onderzoek, waarbij het verband tussen BMI en de samenstelling van het ontbijt werd onderzocht alsook de aanwezigheid van zetmeelhoudende producten, blijkt de invloed wel positief te zijn. Zij die geen ontbijt namen, of vlees of eieren aten bij het ontbijt, vertoonden een hogere BMI. Zij die kant-en-klare ontbijtgranen namen daarentegen, of brood of gekookte graanproducten, vertoonden een lagere BMI (6). Een andere studie, uitgevoerd bij meisjes tussen 9 en 19 jaar, wijst op de aanwezigheid van een beter voedingsprofiel bij zij die 's morgens een ontbijt nemen. Aan de dagelijkse aanbreng van calcium en vezels wordt bij alle ontbijtnemers beter voldaan en bij de meisjes die ontbijtgranen gebruikten in het bijzonder. Bij deze laatsten werd de behoefte aan ijzer, foliumzuur, vitamine C en zink beter gedekt en was de inname van vetten en cholesterol lager (7).
Een onaangepaste gewoonte
We beschikken ook over interessante gegevens in verband met ontbijtgewoonten bij personen lijdend aan een voedingsstoornis of zij die een dieet volgen. Zo stelde men vast dat bij 173 personen, lijdend aan het 'binge eating disorder', die het vaakst een ontbijt en tussendoortjes namen ook diegenen waren met het laagste lichaamsgewicht. Minder dan één persoon op twee nam een ontbijt en zij die ten minste drie maaltijden per dag namen, wogen het minst. Ze hadden ook minder uitgesproken momenten van hyperfagie in vergelijking met de anderen (8). In een ander onderzoek onderzocht men, bij adolescenten over een periode van vijf jaar, de invloed van het volgen van een vermageringsdieet en de wijzigingen in hun BMI. De meisjes die bij de aanvang van het onderzoek 'op dieet' waren, vertoonden een groter risico op hyperfagieaanvallen en namen tijdens de onderzoeksperiode minder frequent een ontbijt. Bij de jongens op dieet manifesteerden de hyperfagieaanvallen zich ook maar stelde men daarbij een verminderde fysieke activiteit vast. Zowel bij de jongens als bij de meisjes leidde dit gedrag in de loop van het onderzoek tot een stijging van hun BMI (9).
Het verband tussen het nemen van een ontbijt en het lichaamsgewicht, wat in veel studies aan bod komt, roept heel wat vragen op. Kan men zich behoeden voor een toename van het lichaamsgewicht enkel door een goed ontbijt te nemen? Of is het de bekommernis om een gezonde voeding in te nemen en gezond te leven die een weerslag hebben op een gezond lichaamsgewicht? Het groter percentage van diegenen die een dieet volgen en het ontbijt overslaan of aan een voedingsstoornis lijden, moet nog bevestigd worden. Spijts alles kan men stellen dat op basis van de huidige kennis van zaken, het overslaan van een ontbijt zeker geen doeltreffend middel is om het lichaamsgewicht onder controle te houden. Niet ontbijten kan tot andere voedingsproblemen leiden (hyperfagie, overdreven snoepgedrag, onevenwichtige voeding, ...), zonder evenwel te kunnen uitmaken of het niet ontbijten de oorzaak dan wel het gevolg is van dergelijk gedrag. Tot slot: goede ontbijtgewoonten in eer herstellen kan een oplossing bieden om een evenwichtig voedingspatroon op te bouwen, het lichaamsgewicht in toom te houden en beter bepaalde voedingsgebonden aandoeningen onder controle te houden. Dit alles moet evenwel nog door grondig en degelijk wetenschappelijk onderzoek bevestigd worden.
Magali jacobs, diëtiste
Referenties
(1) De Vriese S et al. Enquête de consommation alimentaire Belge 1 - 2004: Synthèse. Institut Scientifique de Santé Publique, mars 2006, Rapport: D/2006/2505/15.
(2) Niemeier HM et al. J Adolesc Health 2006; 39: 842-9.
(3) Utter J et al. J Am Diet Assoc 2007; 107: 570-6.
(4) Dubois L, Girard M, Potvin Kent M. Public Health Nutr 2006; 9: 436-42.
(5) Song WO et al. J Am Diet Assoc 2005; 105: 1373-82.
(6) Cho S et al. J Am Coll Nutr 2003; 22: 296-302.
(7) Barton BA et al. J Am Diet Assoc 2005: 105; 1383-9.
(8) Masheb RM, Grilo CM. Behav Res Ther 2006; 44: 1545-53.
(9) Neumark-Sztainer D et al. J Am Diet Assoc 2007; 107: 448-55
|