Door Nicolas Guggenbühl diëtist, voedingsdeskundige
" HEALTH & FOOD " nummer 84, September - Oktober 2007
|
Eten, een dagelijkse bezigheid, kan zeer banaal lijken. Nochtans zijn de talrijke spijsverteringsprocessen die er op volgen zeer complex. Meer en meer krijgt men een beter inzicht in welke mate deze processen de gezondheid beïnvloeden. Zo zijn, aldus dr. Grosdidier, de omstandigheden waarin de maaltijd genomen wordt bijvoorbeeld een belangrijk aspect. Een ontspannen sfeer is onontbeerlijk voor een optimale vertering. Pas dan ontstaat er een perfect evenwicht tussen het para- en orthosympathisch zenuwsysteem. Het eerste staat in voor de secretie van spijsverteringssappen door exocriene klieren en regelt de noodzakelijke darmbewegingen. Het tweede systeem bevordert de afscheiding van spijsverteringssappen. Een onevenwicht tussen beide kan aanleiding geven tot hyperchloorhydrie, gastritis, gastro-oesofageale reflux, ...). Eenvoudigweg goed en rustig kauwen bevordert niet alleen de mechanische actie, maar ook de parasympathische werking. Dit lijkt misschien onschuldig, maar toch kan een onvolledige afbraak van de voedingsmiddelen aanleiding geven tot heel wat aandoeningen. Zo kan het gebeuren dat onafgebroken eiwitten in het colon terecht komen die de putrefactie in de darm bevorderen.
Fermentatie en putrefactie
Sommige voedingsmiddelen vertragen de maaglediging (vetten en vezelrijke voedingsmiddelen), andere versnellen ze (fruitsappen, brood, suikerwaren, geraffineerde graanproducten). Het is wenselijk dat de voeding zowel versnellende als vertragende levensmiddelen bevat (pas echter op voor mono-diëten!). Bepaalde ingeburgerde gebruiken, zoals de vermaarde 'trou normand' (meestal sterke alcohol) tussen de gangen van een gastronomische maaltijd of ijs als nagerecht, bevorderen weliswaar de maaglediging maar zeker niet de vertering ...
In het maagdarmstelsel, in het bijzonder ter hoogte van de appendix, zijn fermentatieprocessen uiterst belangrijk. Vooral vezels spelen hierbij een voorname rol. Fermentatie kan aanleiding geven tot putrefactie, bijvoorbeeld als gevolg van onvoldoende darmmotoriek, overdreven stress of de overmatige inname van vlees. Dit kan aanleiding geven tot een ontsteking van de appendix. Overigens blijkt dat appendicitis frequenter voorkomt bij vleeseters dan bij vegetariërs.
De aanwezigheid van eiwitten in het colon bevordert de ontwikkeling van een E. coli rijke flora. Op zijn beurt aanleiding gevend tot de ontwikkeling van rottingsstoffen en tegelijk de vorming van toxines. Ook hier speelt het parasympatisch systeem een rol: het bevordert met name door de vorming van mucines (als smeermiddel). De inname van vezels daarentegen bevordert de fermentatie en voedt de Lactobacillus acidophilus.
10 liter gas!
De gasvorming ter hoogte van het colon, variërend tussen 7 en 10 liter per dag (waarvan slechts 600 ml wordt uitgedreven, de rest wordt door de intestinale slijmvliezen geabsorbeerd), wordt niet enkel door de voeding maar ook door het kauwen beïnvloed. Onvoldoende kauwen en een tekort aan afscheiding van pancreas- of galsappen maken dat voedingsmiddelen onvoldoende worden afgebroken, wat op zijn beurt aanleiding geeft tot gasvorming. De geur van de gassen wordt grotendeels bepaald door de aard van de fermentatie. Fermentatie in het dwarslopende deel van de dikke darm resulteert in een geurloos gas (CO2), terwijl putrefactie in het linkse deel van de dikke darm aanleiding geeft tot de vorming van methaan en waterstof.
De oorzaak van bepaalde onverklaarbare jeuk vindt vaak zijn oorsprong in het bord. Bijvoorbeeld een te hoge inname van histidine (via visconserven, tomaten, alcohol, chocolade, gefermenteerde kazen) of als gevolg van een zeer actieve putrefactieve darmflora waarbij histamine vrijkomt. Indien het histamine niet volledig door de lever wordt afgebroken, komt het in de bloedbaan terecht, wat aanleiding kan geven tot jeukverschijnselen. Dit, en vele andere verschijnselen, kan verholpen worden door een evenwichtige samenstelling van de darmflora. Zowel de samenstelling van de voeding als de inname van pre- en probiotica kunnen hierbij een actieve rol spelen.
Nicolas Guggenbühl diëtist, voedingsdeskundige
Referenties
* Conferentie van het Institut de Nutrition Cellulaire Active (INCA), Genval, 19 april 2007
|