Door Nicolas Guggenbühl
" HEALTH & FOOD " nummer 52, April/Mei 2002
|
Het idee om voeding in te nemen in functie van onze bloedgroep is een boeiend gegeven, omdat het beroep doet op wat in onze aders loopt, op wat het publiek kent en op wat de geneeskunde onderkent : het bestaan van vier bloedgroepen, het ABO-systeem. Peter D'Adamo, de naturopaat die al miljoenen, in meer dan 50 talen vertaalde, werken verkocht heeft, beweert dat het onze bloedgroep is die bepalend is welk voedsel we zouden moeten innemen. Het wetenschappelijk karakter van zijn argumenten is op zijn minst twijfelachtig.
De genetische afdruk
Volgens D'Adamo is onze bloedgroep de erfenis van een van de vier voorgeslachten die destijds in verschillende periodes voorkwamen. Welnu, D'Adamo stelt dat, met uitzondering van de groep O, (die geen enkel van de twee antigenen bevat die aanwezig zijn op de oppervlakte van de rode bloedplaatjes waarop het ABO-systeem berust), de nakomelingen van een koppel waarvan de partners de bloedgroep AB dragen zij de bloedgroep A, B of AB kunnen dragen. Blijft dan de vraag natuurlijk waarom drie soorten voedingen moeten voorgeschreven worden voor personen die tot één van deze drie groepen behoren daar waar ze dezelfde voorouders zouden kunnen hebben ?
Daarenboven, de genetische vermenging van de “voorouderlijke koppels” en de ontdekking, sinds de invoering van het ABO-systeem, van verschillende honderden andere antigene groepen op de rode bloedcellen, pleit niet ten voordele van een genetische afdruk die te vergelijken is met die van onze voorouders.
De dreiging van de lectines
Waarom moet de voeding verschillend zijn ? De oorzaak van al het kwaad zou door de lectines komen, dit zijn voedingseiwitten. We zouden niet in staat zijn ons een voeding eigen te maken waarin bestanddelen voorkomen die erin terecht gekomen zijn na het tijdperk waarin onze voorouders leefden waaruit onze bloedgroep is ontstaan. Bloedgroep O bestond volgens D'Adamo reeds voor de ontwikkeling van de landbouw. Derhalve wordt aan de personen van bloedgroep O alle tarwe en de meeste graansoorten ontzegd en moeten ze zich tevreden stellen met dierlijke eiwitten (vlees, vis), fruit en groenten.
Onnodig te zeggen dat ook de melkproducten op de korrel worden genomen ; ze worden ontraden aan de O, A en AB groepen, of ongeveer aan 90 % van de bevolking. En de lactaseactiviteit – waarvan overduidelijk geweten is dat het fenomeen verbonden is aan de gewoonten om zuivelproducten te gebruiken – verandert er niets aan !
De personen behorend tot bloedgroep A moeten vegetarisch eten, terwijl enkel diegenen met bloedgroep B een gedifferentieerde voeding mogen innemen.
Van onze voorouders … tot “high tech” aanvullingen !
Dat de lectines betrokken zijn bij een aantal allergische reacties staat buiten kijf ! Het is ook niet helemaal fout te beweren dat er een verband bestaat tussen een aantal aandoeningen en bepaalde bloedgroepen : dit zou ondermeer het geval zijn voor bloedgroep O en het risico op maagzweer en maagkanker, wat verklaard kan worden door de bijzondere affiniteit van Helicobacter pylori voor deze groep. Maar de zeldzame verbanden van deze aard, die doorgaans betrekking hebben op het verteringsstelsel, zijn zelden overtuigend. Aan de lectines en aan de bloedgroepen de schuld geven van de zogenaamde beschavingsziekten, van tonusverlies e.a. staat haaks op de nutritionele prioriteiten die wel de gezondheid van bevolkingsgroepen kunnen verbeteren.
Morgen is het de beurt aan de “nutrigenomie” en niemand twijfelt er nog aan dat de ontrafeling van het genoom in de toekomst tot gepersonaliseerde voedingsaanbevelingen zal leiden. Maar dergelijke aberrante voedingsadviezen opleggen, zoals het schrappen van de bronnen van complexe koolhydraatbronnen uit graanproducten en afgeleide producten voor 46 % van de bevolking, komt overeen met het aanmoedigen van ernstige voedingstekorten. En om de aanhangers van de methode gerust te stellen : er bestaan talrijke websites die een scala van voedingssupplementen voorstellen, speciaal ontworpen in functie van de bloedgroep. Een lucratieve markt die aantoont hoe ver we van onze voorouderlijke koppels verwijderd zijn, een toestand die hen ongetwijfeld in hun graf doet glimlachen !
Nicolas Guggenbühl |