Door Nicolas Guggenbühl
" HEALTH & FOOD " nummer 55, Oktober/November 2002
|
Is aspartaam, een zo goed als acalorische zoetstof, gebruikt in wel duizenden verschillende producten, werkelijk een gevaar voor de gezondheid? Dr. Betty Martini is daar in ieder geval ten volle van overtuigd. Ze heeft dan ook meteen een terreurcampagne tegen deze zoetstof op touw heeft gezet. Hiernavolgend de weergave van een artikel met de titel “Aspartaam, stille doder”, verschenen in de septembereditie van een zogenaamd “voedingstijdschrift”.
Ze vindt dat aspartaam verantwoordelijk is voor “de epidemie van multipele sclerose en systemische lupus die woekert”. Termen en aandoeningen waarvan de etiologie voor de geneeskunde onbekend zijn, wat de deur openlaat om heel wat hypothesen in te vullen. De aangehaalde wetenschappelijke argumenten houden evenwel geen steek, temeer dat een aantal aangehaalde aandoeningen reeds bestonden lang voor het gebruik van zoetstoffen.
Een groot deel van de boosdoeners die aspartaam aangewreven worden heeft betrekking op een vergiftiging van methanol. Volgens het bewust artikel wordt: “methylalcohol, aanwezig in aspartaam, bij een temperatuur van 20 °C. omgezet tot formaldehyde”. Het is dit afbraakproces van het aspartaam dat aanwezig was in ettelijke paletten softdrinks voor de Amerikaanse soldaten tijdens de operatie “Woestijnstorm”. Dit was het product, aldus de auteur dat aan de basis lag van het vermaarde Golfoorlog Syndroom!
Methanol is de boosdoener
In feite bevat aspartaam als dusdanig geen methanol. Tijdens de metabolisatie wordt er ongeveer 10 % van het aspartaamgewicht in methanol omgevormd. De andere gevormde bestanddelen zijn onder meer aspartaamzuur en fenylalanine. In tegenstelling met wat in het artikel beweerd wordt kan er geen methanol in de producten gevormd worden, zelfs wanneer ze bij een temperatuur hoger dan 20 °C. bewaard worden.
Aspartaam is niet de enige en ook niet de belangrijkste bron van methanol: een liter drank waarin aspartaam is verwerkt vormt ongeveer 48 mg methanol, terwijl een liter fruitsap of groentesap er ongeveer 200 tot 280 mg kan leveren. In het artikel wordt zelfs beweerd dat aspartaam, via het methanol dat het vormt, de oorzaak is van diabetes-retinopathie!
De smaak van ontbinding
In droge toestand is aspartaam zeer stabiel, maar in een vochtig milieu en vanaf een temperatuur van 30 °C ontbindt het om dicetopiperazine te vormen. Een stof die noch genotoxisch noch cancerogeen is bij ratten of muizen. De ADI (Aanvaardbare Dagelijkse Inname) is vastgelegd op 7,5 mg/kg/d. Cijfer verkregen op basis van de no-effect-level van 750 mg/kg/d bij de rat, gedeeld door een veiligheidsfactor van 100. De thermolabiliteit van aspartaam verklaart waarom deze zoetstof niet mag gebruikt worden om te koken. Stel dat een hoeveelheid aspartaam aan een hoge temperatuur wordt blootgesteld, dan wordt het afgebroken en verliest het zijn zoetkracht en wordt de “lightdrank” zo goed als ondrinkbaar.
Andere effecten worden toegeschreven aan de metabolieten van aspartaam. Zo zou fenylanaline het serotonine afbreken, wat aanleiding geeft tot manisch-depressieve crisissen. Nochtans is fenylanaline een aminozuur dat in tal van eiwitrijke levensmiddelen in onze dagelijkse voeding voorkomt.
In een recent gepubliceerd rapport (1), preciseert het AFFSA in verband met de metabolieten van aspartaam dat “in vergelijking met andere courant gebruikte levensmiddelen aspartaam slechts een uiterst kleine hoeveelheid fenylanaline, aspartaamzuur en methanol levert. Deze bestanddelen kunnen derhalve niet de oorzaak zijn van schadelijke effecten voor de consument in zoverre hij normaal gebruik maakt van dit zoetmiddel.”
Het rapport toont eveneens aan dat het verbruik van aspartaam in Frankrijk ver beneden de ADI-norm ligt (bepaald op 40 mg/kg/d). Dit geldt zowel voor volwassen, kinderen, adolescenten als voor diabetespatiënten of zij die een vermageringsdieet volgen. Dit alles zal evenwel niet voorkomen dat de geruststellende berichten beduidend minder snel rondcirculeren dan de alarmerende berichten!
Nicolas Guggenbühl
(1) AFSSA. Rapport de l'Agence française de la Sécurité des Aliments sur la question d'un évantuel lien entre exposition à l'aspartame et tumeurs du cerveau. Août 2002. www.afssa.fr |