Epidemiologisch werd reeds herhaaldelijk een beschermend effect van voedingsvezels aangetoond tegen hart- en vaatziekten. Dat preventief effect heeft met name te maken met een daling van de bloeddruk en een verlaging van het cholesterolgehalte. Maar het bleef een mysterie of het nu de vezels in fruit, in groenten of in graanproducten waren die het meest doeltreffend waren.
En dat wilde een team Amerikaanse vorsers van de Harvard universiteit nu net ophelderen. Daartoe hebben ze de resultaten geanalyseerd van een tiental Amerikaanse en Europese studies over dat onderwerp en hebben ze de gegevens verzameld van een gigantische populatie van 91 058 mannen en 245 186 vrouwen. In elke studie werd informatie vermeld over de oorsprong van de vezels (fruit, groenten, granen).
Fruit en granen op kop
In de loop van de 6 tot 10 jaren follow-up van de diverse studies werden 5 .249 cardiovasculaire incidenten vermeld en bijna 2 000 mensen overleden aan de gevolgen van een coronaire aandoening.
De auteurs schatten dat elke verhoging met 10 g van de dagelijkse aanbreng van voedingsvezels overeenstemt met een daling met 14 % van het risico op een coronaire aandoening (die al dan niet fataal is) en met 27 % van het risico tot overlijden door de ziekte. Dat verband was echter meer uitgesproken voor de coronaire pathologie dan voor cerebrovasculaire accidenten.
Tussen de diverse vezelbronnen waren het de vruchten en granen die opvielen met respectievelijk een daling met 30 en 25 % van het coronaire risico voor elke dagelijkse toename met 10 g.
Vezels uit groenten daarentegen bleken helemaal geen beschermend effect te hebben noch voor de incidentie van coronaire aandoeningen noch voor de sterfte. Die minder goed resultaten betekenen echter niet dat we nu minder groenten moeten gaan eten want ze hebben andere troeven op andere gebieden van de gezondheid.
Nicolas Rousseau
Diëtist voedingsdeskundige
Bron :
Pereira MA et al. Arch Intern Med 2004 ;164 :370-376 |