Ouderdomsgebonden maculopathie is de voornaamste oorzaak van zichtverlies bij mensen ouder dan 65 jaar. Aangezien we alsmaar ouder worden, neemt de ravage door die aandoening steeds verder toe. Er bestaat geen doeltreffende behandeling voor zodat preventie zeer belangrijk is. Onder de vermijdbare risicofactoren is roken degene met het meest uitgesproken verband met deze ziekte. Vetverbruik, obesitas, blootstelling aan de zon en sommige cardiovasculaire risicofactoren worden eveneens met de vinger gewezen.
Tot de factoren met een mogelijk beschermend effect behoren bepaalde antioxidatieve vitaminen en mineralen onder vorm van supplementen. Maar de rol van antioxidantia en van voedingsbronnen van antioxidantia zoals groenten en fruit was nog niet erg duidelijk.
Volgezicht !
In een recente onderzoek bij 77 562 verpleegsters en 40 866 gezondheidswerkers werd dat aspect nu net onderzocht. De voedingsgewoonten werden geëvalueerd op regelmatige tijdstippen om de aanbreng te bepalen van plantaardige producten en van verschillende antioxidantia zoals de carotenoïden, de geel-oranje-rode kleurpigmenten. Aan de hand van oogonderzoeken kon van bij de eerste tekens de diagnose gesteld worden van diverse vormen van maculopathie.
Na de follow-upperiode van 18 jaar bij de vrouwen en van 12 jaar bij de mannen hebben de auteurs 464 gevallen vastgesteld van vroegtijdige maculopathie (gekenmerkt door fijne witte of gele afzettingen in het netvlies of in het begin van de nervus opticus) en 316 gevallen van neovasculaire maculopathie, de vorm die het meest frequent gepaard gaat met zichtverlies.
De analyse van de gegevens toonde aan dat er een omgekeerd verband bestond tussen fruitverbruik en risico op neovasculaire maculopathie : mensen die elke dag minstens drie porties fruit aten vertoonden een geringer risico (36 %) op die aandoening in vergelijking met hen die minder dan anderhalve portie consumeerden. Voor de groenten evenwel werd geen significant effect aangetoond en evenmin voor de diverse antioxidantia afzonderlijk genomen.
Op basis van die gegevens kunnen we dus nog niet bepalen welke stof of stoffen verantwoordelijk is of zijn voor dat beschermend effect maar het resultaat is er alleszins. Deze studie benadrukt eens te meer het belang van fruit in een preventieve voeding.
Nicolas Guggenbühl
Diëtist Voedingsdeskundige
Ref. :
Cho E et al. Arch Ophtalmol 2004;122:883-892. |
