Het feit dat vis eten goed is voor het hart is goed doorgedrongen bij de publieke opinie. Dat feit wordt tevens goed aanvaard door de wetenschap, ook al vinden we als we goed zoeken enkele afwijkende menignen. In sommige onderzoeken wordt duidelijk een omgekeerd verband aangetoond tussen visverbruik en sterfterisico door een hartaandoening ; andere zijn daarentegen minder conclusief. Volgens sommige experts zou het hartbeschermend effect van vis enkel kunnen gemeten worden bij mensen met een hoog coronair risico (een aandoening die rechtstreeks de slagaders treft die het hart van bloed voorzien).
Om daar opheldering in te brengen hebben vorsers van het Department of Preventive Medicine van de Northwestern University Feinberg School of Medicine in Chicago een uitgebreid literatuuroverzicht gedaan over 24 onderzoeksstudies en in het geheel 222 364 perosnen die gedurende ongeveer 12 jaar gevolgd werden.
Voor 20 g meer
De analyse van de sterfte ten gevogle van coronaire aandoening was veel sterker via twee zeer uitgewerkte statistische modellen . Daardoor konden met name eventuele dosis-effect verbanden opgespoord worden. Het verdict : zoals te vehopen blijkt bij geringe viseters (< 1 keer/maand) de sterfte door coronaire aandoeningen hoger te zijn dan bij hen die meer vis verbruiken. En dat effect is proportioneel met de hoeveelheid verbruikte vis : bij 1 tot 3 keer per maand is de risicodaling 11 %, bij 1 keer per week 15 %, bij 2 tot 4 keer wekelijks 23 % en … bij dagelijks vis eten 38 %. Naast de frequentie van visconsumptie heeft het toevoegen van kleine hoeveelheden vis aan het menu eveneens « sympathieke » effecten voor het hart : elke verhoging met 20 g/dag van de visdosis komt overeen met een vermindering met 7 % van het sterfterisico door coronaire ziekte.
Toch iets om over na te denken als we ons wekelijks menu opstellen
Nicolas Rousseau
Diëtist voedingsdeskundige
Bron :
Ka He et coll. Circulation 2004; 109: 2705- 2711 |