.
 

News 2005
<< previous next >>

De obese kinderen van de TV

Televisie en gezond gewicht gaan niet goed samen. In een nieuwe studie wordt aangegeven dat de tijd die kinderen doorbrengen voor het kleine scherm beter overgewicht voorspelt dan de fysieke activiteit.

Door Nicolas Guggenbühl

News van :
09 November 2005

het artikel drukken

De toename van obesiteit is des te zorgwekkender omdat meer en meer jongeren er het slachtoffer van worden. Dat probleem wordt gekenmerkt door de diversiteit en de complexiteit van de risicofactoren die te maken hebben met de levenswijze. Maar het is ook nodig soms een beschuldigende vinger uit te steken naar een van de factoren waardoor het onevenwicht tussen ingenomen en verbruikte calorieën zou kunnen verergeren: de doorgebrachte tijd voor televisie.

In diverse studies werd reeds het nefaste effect vermeld van televisie op gewicht en de verklaring lijkt eenvoudig: het energieverbruik voor het kleine scherm is bijna gelijk aan dat bij het slapen zonder te vergeten dat men beide handen vrij heeft om te eten. Maar wat logisch lijkt is niet altijd wetenschappelijk. In de loop van het voorbije jaar concludeerde een meta-analyse dat, ook al hield de voor TV doorgebrachte tijd wel degelijk verband met overgewicht, dan was dat verband zwak en waarschijnlijk weinig pertinent op klinisch vlak (1). Dat besluit werd in twijfel getrokken door een team van de universiteit van Otago, in Dunedin (Nieuw-Zeeland), dat van mening was dat de meeste studies waar rekening mee was gehouden beperkingen vertoonden waardoor er geen verband van oorzaak-effect kon vastgesteld worden.

De sofageneratie

In een poging om klaarheid te brengen over dit mogelijke verband hebben de Nieuw-Zeelandse onderzoekers een studie opgezet bij een cohorte van 1 000 kinderen die van bij hun geboorte werden gevolgd tot de leeftijd van 15 jaar (2). Ze hebben een evaluatie uitgevoerd van hun «TV-verbruik» en metingen gedaan van lengte en gewicht op de leeftijd van 5, 7, 9, 11, 13 en 15 jaar.

De resultaten wijzen uit dat de BMI en de prevalentie van overgewicht op elke leeftijd significant verband houden met de gemiddelde tijd doorgebracht voor de TV. Dat verband was sterker bij meisjes dan bij jongens zonder dat men kon achterhalen waarom. Belangrijk punt : de socio-economische status en de BMI van de ouders hadden geen invloed op dit verband tussen overgewicht en TV.

Ook al was het effect gering, toch preciseren de auteurs dat het belangrijker is dan dat over het algemeen wordt toegeschreven aan de voedingsaanbreng en de fysieke activiteit. In verschillende onderzoeken werd inderdaad aangetoond dat zowel de calorieaanbreng als de fysieke activiteit de evolutie van de BMI slechts in geringe mate konden verklaren na correctie voor diverse verwarrende factoren. In deze nieuwe studie beschikken de auteurs ook over gegevens van de fysieke activiteit op 15 jaar. De fysieke activiteit is omgekeerd gecorreleerd met de tijd doorgebracht voor de televisie maar ze heeft geen voorspellende waarde op de BMI. De tijd doorgebracht voor de televisie daarentegen heeft wel degelijke een voorspellende waarde voor de BMI. En die predictieve waarde kan men makkelijk bij zichzelf vaststellen…

Nicolas Guggenbühl
Diëtist voedingsdeskundige

Abonneer u gratis op de
newsletter van Health and Food

Referenties
(1)) Marshall SJ et al. Int J Obes Relat Metab Disord 2004;28 :1238-1246.
(2) Hancox RJ and Poulton R. Int J Obes 13 september 2005.

hoog van bladzijde

<< previous

Google

Web
H&F.be
 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés