Een te vette voeding die zo kenmerkend is voor onze voedselpatronen, wordt beschouwd als een risicofactor voor heel wat aandoeningen, met inbegrip van talrijke kankers. Dat betreft eveneens de hormoonafhankelijke kankers zoals borstkanker, alhoewel voor deze kanker tot hiertoe tegenstrijdige gegevens werden genoteerd. De studie “Women' s Health Initiative (WHI) Dietary Modification Trial“ heeft nu juist tot doel het effect van een wijziging van de voedselinname op het borstkankerrisico te beoordelen.
Deze studie is in 1992 met bijna 50 000 gemenopauseerde vrouwen zonder antecedenten van borstkanker begonnen. Een deel van deze populatie (40 %) werd in een groep „tussenkomst“ gerekruteerd, die erin bestaat om een vetarme voeding (20% van de totale energie, d.w.z bijna de helft van een “Belgische” voeding ) te volgen en om het verbruik van fruit en groenten (minstens 5 porties per dag) en van graanproducten te verhogen. De rest van de groep kreeg geen enkele richtlijn om zijn voedselgewoonten te wijzigen, en dient aldus als controlegroep.
Geen significant verschil
Na een gemiddelde opvolging van 8,1 jaar, heeft 3,55% van de vrouwen van de “interventiegroep” een invasieve borstkanker ontwikkeld tegenover 3,66% in de controlegroep. Ondanks een geringe tendens in het voordeel van de interventie is er geen significant verschil zodat de interventie niet kan worden beschouwd als een succes.
Natuurlijk kan men hiertegen inbrengen dat de opvolging nog niet lang genoeg is om de verschillen aan te tonen, maar toch zijn deze resultaten momenteel eerder teleurstellend. Dusdanig dat kan men zich over de pertinentie van zo'n vermindering van de vetaanbreng vragen kan stellen.
Deze resultaten zouden eveneens het debat weer kunnen doen op:leven rond CLA of geconjugeerde linoleenzuren, waarvan de zuivelproducten de voornaamste bron zijn en waaraan een beschermend potentieel wordt toegeschreven ten aanzien van borstkanker. Een potentieel waarvan men zich ontzegt door systematisch voor vetarme zuivelproducten te kiezen die dan eveneens in CLA… zijn verminderd
Nicolas Guggenbühl
Diëtist voedingsdeskundige
|