| Boontjes, linzen, erwtjes… peulvruchten namen voeger een bevoorrechte plaats in de voeding in. Ze werden vooral gewaardeerd als bron van goedkope eiwitten (in tegenstelling tot de eiwitten in vlees). Maar nu heeft deze voedingsmiddelencategorie veel van haar aanzien verloren. Ze hebben nochtans een voorbeeldig nutritioneel profiel dat bijzonder gunstig is in de actuele gezondheidscontext (arm aan vetten, rijk aan vezels en heel wat mineralen (zoals magnesium, ijzer). Ze geven bovendien hun energie af op een uiterst geleidelijke manier waarbij de pancreas aldus niet overbelast wordt om insuline af te scheiden (hun glycemische index is zeer laag).
Maar wie heeft gezegd dat peulvruchten doen verdikken ? Dat is een bewering die helemaal geen wetenschappelijke basis heeft. Men zou een verklaring kunnen zoeken in het feit dat hun vezels fermenteerbaar zijn en daardoor inderdaad gas kunnen veroorzaken. Maar dat is niet voldoende om ze uit de diëten voor een «platte buik» te weren!
3 kilo minder
Amerikaanse gegevens uit de laatste grote nationale enquête (National Nutrition and Health Examination Survey 1999-2002) leveren een duidelijk verschillend beeld van het profiel van mensen die peulvruchten eten. De gegevens werden voorgesteld op de "Experimental Biology conference" in San Francisco, van 1 tot 5 april, en tonen aan dat volwassenen die peulvruchten eten gemiddeld 3 kg minder wegen en dagelijks 199 kcal minder opnemen dan zij die deze voedingsmiddelen niet verbruiken.
Ook bij adolescenten gaan de vaststellingen in die richting: zij die gedroogde groenten eten wegen gemiddeld 3,3 kg minder dan zij die dat niet doen ondanks het feit dat hun totale calorieaanbreng 335 kcal hoger is.
De gegevens tonen ook nog aan dat volwassenen die peulvruchten eten globaal minder totale en verzadigde vetzuren innemen en dat hun totale risico op obesitas 22 % lager is. De adepten van gedroogde groenten hebben tevens een lichtjes geringere tailleomtrek dan de niet-eters : - 2,54 cm bij adolescenten en - 1,9 cm bij volwassenen. De dekking in voedingsvezels is eveneens beter bij adolescenten en volwassenen die peulvruchten verbruiken (die is een derde hoger dan bij de mensen die dat niet doen).
Dat volstaat wel om de vooroordelen over deze middelen weg te nemen want ze verdienen een betere plaats in onze moderne voeding.
Nicolas Guggenbühl
Diëtist voedingdeskundige
|
