Nicolas Guggenbühl, Diëtist Voedingsdeskundige
News van : 27/11/07
|
Met meer dan 4 000 leden zijn de flavonoïden een van de grootse klassen van antioxidanten. Het onderzoekgebied is dan ook zeer uitgebreid voor deze bestanddelen die ruimschoots aanwezig zijn in het plantenrijk, met name in thee, rode wijn, sojascheuten, fruit en gekleurde groenten. De oxidatieve stress, een fenomeen dat mede door de antioxidanten kan worden onder controle gehouden, wordt met de vinger gewezen als mogelijke factor in tal van aandoeningen, met name kanker, cardiovasculaire ziekten en de ziekte van Alzheimer. Het onderzoek naar de verbanden tussen de aanbreng aan flavonoïden en die diveres aandoeningen heeft de laatste jaren een enorme opgang gemaakt, eenvoudigweg omdat de basisgegevens over het gehalte aan flavonoïden van voedingsmiddelen zijn onderzocht. Een nieuwe studie meldt dat sommige klassen van de flavonoïden verband houden met een daling van de sterfte bij vrouwen met borstkanker.
Meer dan een derde
De studie, uitgevoerd door Brian Fink van de staatsuniversiteit van North Carolina, had betrekking op 1 210 vrouwen tussen 25 en 98 jaar oud bij wie de diagnose van borstkanker was gesteld tussen 1 augustus 1996 en 31 juli 1997. Als controlegroep fungeerden vrouwen zonder borstkanker. Het verbruik van diverse flavonoïden in de loop van de 12 maanden voorafgaand aan de diagnose werd geschat aan de hand van een frequentiële vragenlijst. De sterfte door gelijk welke oorzaak en ook die door borstkanker werden geregistreerd tot einde 2002, periode waarin 173 overlijdens werden genoteerd waarvan 113 door borstkanker.
De resultaten geven aan dat de vrouwen met de hoogste aanbreng van 3 klassen flavonoïden (met name de flavonen, de isoflavonen en de anthocyanidinen) een daling hadden van het risico op sterfte door gelijk welke oorzaak, met respectievelijk 37, 48 en 36 %. Gelijkaardige resultaten werden gevonden voor de sterfte door borstkanker. Deze resultaten dienen echter voorzichtig geïnterpreteerd waarbij rekening dient gehouden met de beperkingen van de studie, met name wat betreft de evaluatie van de aanbreng aan flavonoïden, die zeer delicaat blijft en ook het feit dat de aanbreng aan flavonoïden een weerspiegeling kan zijn van andere voedingelementen met een gunstig effect op overleven. We preciseren dat Fink recentelijk ook heeft gemeld dat bij gemenopauzeerde vrouwen de aanbreng aan voedingsmiddelen rijk aan flavonoïden en aan lignanen (zoals de peulvruchten) gepaard ging met een significante daling van de ontwikkeling van borstkanker.
Nicolas Guggenbühl, Diëtist Voedingsdeskundige
Referentie: Fink BN et al. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev. 2007;26(11):2285-92.
|