|
Het stijgend percentage overgewicht en obesitas in onze westerse bevolking heeft al heel wat inkt doen vloeien. Natuurlijk worden individuele gedragspatronen met de vinger gewezen: teveel eten en te weinig bewegen. Maar er wordt ook vermoed dat de voedingsindustrie een niet te verwaarlozen rol zou kunnen spelen bij dit proces. Het voedselaanbod is inderdaad alsmaar meer gevarieerd en voor iedereen toegankelijk. Bovendien is de consumptiedruk groot en worden de porties eveneens alsmaar groter. De individuele verpakkingen en de hoeveelheden voor consumptie in een keer (een pakje van drie koekjes, een blikje limonade, een voorbereid gerecht, een potje yoghurt of een busje sap) bevatten nu vaak een grotere hoeveelheid voedsel en dus energie dan vroeger.
Snoepgoed op de beklaagdenbank
In een onderzoek bij onze Franse buren werd kinderobesitas bestudeerd. Er werd een steekproef van 748 Franse kinderen tussen 3 en 11 jaar onderzocht uit de deelnemers van de Enquête Individuelle et Nationale sur les Consommations Alimentaires (INCA1) uitgevoerd in 1998-1999. De voedselconsumptie van die kinderen werd geëvalueerd over 7 dagen aan de hand van een vragenlijst. De kinderen of hun ouders gaven ook informatie over het gewicht en de lichaamslengte en over de fysieke activiteit en sedentaire gedrag. Er werd een schatting gedaan van de verbruikte porties voor 23 voedingsgroepen. De onderzoekers toonden een positief verband aan tussen overgewicht bij kinderen tussen 3 en 6 jaar en de portiegrootte van snoepgoed en andere suikerwaren van de bakker. Maar er werd een omgekeerde correlatie aangetoond tussen overgewicht voor de leeftijdsgroep van 7 tot 11 jaar en de portiegrootte van vloeibare zuivelproducten. Volgens de onderzoekers wijzen deze resultaten op een verband tussen lichaamsgewicht en de portiegrootte van energierijke voedingsmiddelen die weinig nutriënten bevatten.
Melk als gezondheidsmerker?
De industriële gebakwaren zijn een typisch voorbeeld van zeer calorierijke voedingswaren die weinig of geen nuttige vitaminen of mineralen bevatten. Toch dienen we voorzichtig te zijn met de interpretatie want er is geen bewijs van een oorzakelijk verband tussen de portiegrootte van de gebakwaren en overgewicht bij kinderen. Deze studie toont inderdaad geen negatieve effecten aan van de voeding. Het verband tussen het verbruik van vloeibare zuivelproducten (melk, gearomatiseerde melk en drinkyoghurt) en een geringer overgewicht bij kinderen tussen 7 en 11 jaar is even interessant. Dat wijst niet noodzakelijk op een beschermende rol van zuivelproducten tegen overgewicht maar het zou kunnen zijn dat het verbruik van die voedingsmiddelen een goede indicator is van een meer gezonde voedingswijze.
Magali Jacobs, diëtiste
Referentie:
Lioret S. et al. Eur J Clin Nutr 2007 Nov 21 [Epub ahead of print].
|
