.
 

Archieven> N°103 > @rtikel
article précédent image suivante

Gezond gedrag promoten: is dat mogelijk?

Op 6 maart jongstleden werd in Brussel het 5e jaarlijks symposium georganiseerd door het Unilever Health Institute. Het thema dit jaar was de promotie van gezond gedrag bij de bevolking. Talrijke sprekers hebben gepoogd concrete antwoorden te geven aan de gezondheidsprofessionals als ze mensen helpen bij het aannemen van blijvende gezonde gewoonten.

Iedereen weet dat door gezonde gewoonten lange tijd aan te houden chronische ziekten kunnen worden voorkomen zoals obesitas en cardiovasculaire ziekten. Maar weten is niet voldoende: men moet nog willen en dat is jammer genoeg vaak niet het geval. Er bestaan immers heel wat verleidingen in deze wereld waar de voeding en de technologie alsmaar meer aansporen tot een sedentair leven.

Uitdaging op wereldschaal

De prevalentie van niet besmettelijke ziekten zoals obesitas, diabetes en cardiovasculaire aandoeningen neemt van jaar tot jaar toe. Omwille van deze alarmerende vaststelling hebben de organisaties van volksgezondheid van heel de wereld, met inbegrip van de Wereldgezondheidsorganisatie, (WGO) zich gemobiliseerd om een oproep te doen tot actie.

Sinds bijna zes jaar heeft de Wereldvereniging voor gezondheid een wereldstrategie aangenomen voor voeding, fysieke activiteit en gezondheid, een wereldproject met als doel gezonde gewoonten te promoten. In overeenstemming met deze strategie en als gevolg van een ministerconferentie over de strijd tegen obesitas in 2006 heeft het regionaal bureau van de WGO voor Europa diverse hulpmiddelen en activiteiten ontwikkeld om acties op gang te zetten en om de lidstaten van elke regio te steunen. In het verlengde van deze conferentie hebben de lidstaten een Tweede Europees actieplan van de WGO aangenomen voor een voedingspolitiek 2007-2012.

Nu hebben heel wat landen politieke standpunten en actieplannen op punt gesteld op gebied van de voeding. Het regionaal bureau van de WGO heeft ze verzameld in een zelfde gegevensbank zodat ze gemakkelijk kunnen worden geraadpleegd door de lidstaten en zodat die hun ervaringen kunnen uitwisselen om deze politiek te steunen of te verbeteren.

De gemeenschap voor de gemeenschap betrekken

Iedereen weet dat dringend politieke standpunten, plannen en concrete en doeltreffende programma’s dienen ontwikkeld om de groeiende epidemie van chronische ziekten in te dijken. Bovendien werd de laatste tien jaren in meerdere studies aangetoond dat de preventie van overgewicht en obesitas onder andere kan worden gestimuleerd via interventies gericht op de levenswijze en de omgeving, vooral de voeding en de fysieke activiteit.

In 1992 werd een programma voor voedingseducatie op lange termijn gelanceerd in twee scholen in Noord-Frankrijk (Fleurbaix en Laventie). Het werd de volgende 12 jaren verder gezet via een reeks interventies binnenin de gemeenschap. Daardoor kon de prevalentie van overgewicht en obesitas in deze steden met de helft worden verminderd binnen een tijdsbestek van amper 12 jaar. Dat bewijst dat het mogelijk is duidelijke resultaten te behalen binnen korte tijd.

In België werd een gelijkaardig plan met de naam VIASANO ontwikkeld in verschillende steden. Het succes ervan is te danken aan het feit dat het is gebaseerd op het betrekken van de gemeenschap voor de gemeenschap binnenin een ecologische niche die de stad is. Dat programma op lange termijn integreert het dagelijkse familiale leven en de problemen ervan. Het gaat over een proces van positief, gradueel en concreet leergedrag over voeding en fysieke activiteit, gecentreerd op amusement en het niet stigmatiseren van voedingsmiddelen of gedragingen.

Rekening houden met variabelen in de omgeving!

Verankerde gewoonten veranderen is niet gemakkelijk. In studies werd weliswaar aangetoond dat met bepaalde acties zoals cognitieve gedragstherapieën een duurzame verandering van gedrag kan worden verkregen. Toch stellen we vast dat mensen die hun gewoonten trachten te veranderen met therapieën vaak hervallen. Bovendien behouden mensen hun slechte gewoonten ondanks de talrijke pogingen om een gezondere levenswijze te induceren.

Het probleem is dat we al te vaak vertrekken van het principe dat het gedrag wordt bepaald op een rationele manier en dat mensen reageren volgens hun bewustzijn en met de bezorgdheid om hun gezondheid te behouden. Er wordt veel te weinig rekening gehouden met de variabelen in de omgeving. En het zijn nu net deze factoren waardoor de gewoonten worden in stand gehouden en die dienen te worden veranderd om een kans te geven aan nieuwe gewoonten.

Om de veranderingen blijvend te maken zou er bovendien in de loop van het onderhoud met de patiënt een klimaat moeten worden geschapen waarin de uitdrukking van zijn fundamentele behoeften wordt bevorderd, zijn wensen worden gerespecteerd en wordt voorkomen dat men op een obstinate en onredelijke manier van hem veranderingen eist die niet beantwoorden aan zijn behoeften als mens.

De industrie sensibiliseren

Het is nu al enkele jaren dat de industrie heeft beslist zich in ter zetten voor de gezondheid van de mensen. Bijna 255 bedrijven hebben het « Charter voor voedingspolitiek » ondertekend en hebben zich geëngageerd om een inspanning te leveren om een concrete voedingspolitiek op hun niveau uit te bouwen. Om de 2 jaar controleert de Federatie voor de voedingsindustrie via een enquête het engagement dat door deze bedrijven werd genomen op gebied van gezondheid.

Onder de door de bedrijven gerealiseerde inspanningen vermelden we het veranderen van de samenstelling van hun producten (lager zoutgehalte, optimalisatie van de kwaliteit van de vetten in de producten, gebruik van gejodeerd zout,…), aanpassing van producten door gebruik van nieuwe technieken en ingrediënten en informatie van consumenten om hen te begeleiden bij hun keuze van voedingsmiddelen (zoals de vermelding van de Guidelines Daily Amount (GDA) op de verpakking van producten).

Arts en diëtist: hand in hand!

Bij een multidisciplinaire aanpak coördineert de arts het team. Hij praat met de patiënt, beoordeelt zijn motivatie, doet een anamnese, een klinisch onderzoek, spoort mogelijke complicaties op, laat zo nodig aanvullende onderzoeken uitvoeren en legt aan de patiënt de methodologie uit en het kader van de behandeling. Dat is relatief nieuw voor de patiënt die dan zelf actief betrokken wordt bij zijn therapeutische educatie.

De arts doet dan beroep op de deskundigheid van de diëtist. Die geeft onder andere aan de patiënt de praktische informatie zonder een zuiver restrictief dieet op te leggen. Hij ziet de patiënt frequenter dan de arts en versterkt op een positieve diens motivatie.

De diëtist voelt zich dan gewaardeerd voor zijn taak in het team en voelt zich ook minder geïsoleerd bij complexe aandoeningen. Door samen informatie te bespreken tijdens regelmatige bijeenkomsten kan de voedingsproblematiek van de patiënten beter worden omschreven. Arts en diëtist werken ook nauw samen met de rest van het team (psycholoog, kinesitherapeut, sofroloog,…). Door nauw en gecoördineerd samen te werken worden dan duurzame resultaten behaald.

Alexandre Dereinne, diëtist

Références:

Unilever Health Insitute. Symposium UHI 2010. Brussel. Maart 2010.


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés