.
 

Archieven> N°115 > @rtikel
article précédent image suivante

Zuivelproducten: belangrijk op elke leeftijd!

Iedereen weet dat zuivelproducten integraal deel uitmaken van een evenwichtige voeding. Zowel tijdens de zwangerschap als op gevorderde leeftijd zijn melk en de afgeleide producten ervan belangrijk met name voor de vorming en het behoud van een optimale botmassa.

De weldaden van de consumptie van zuivelproducten hoeven niet meer te worden aangetoond. Behoud van de botmassa, groei en ontwikkeling van de foetus en van het kind, preventie van osteoporose en van cardiovasculaire aandoeningen zijn allemaal voordelen van regelmatige consumptie van zuivelproducten en wel op gelijk welke leeftijd.

Zwangerschap

Vanaf het begin van de ontwikkeling van het kind tijdens de zwangerschap dient veel belang gehecht aan zuivelproducten. 99% van het calcium in ons lichaam bevindt zich in ons skelet. Het verwachte kindje zal dan ook nood hebben aan grote hoeveelheden van dit kostbare mineraal tijdens zijn ontwikkeling in de baarmoeder en hij zal dat putten uit de reserves van zijn moeder.

Het is dan ook belangrijk dat de zwangere vrouw voldoende calcium aanbrengt om mogelijke tekorten te vermijden. Daarom bedragen de nutritionele aanbevelingen voor calcium 1 200 mg bij zwangere vrouwen ofwel 300 mg meer dan bij volwassen vrouwen. Tijdens de zwangerschap is bovendien via een aanpassing van het metabolisme de actieve absorptie van calcium via tussenkomst van vitamine D doeltreffender.

In sommige omstandigheden is het eveneens nodig dubbel waakzaam te zijn wat betreft de aanbreng van calcium bij de moeder zoals bij een zwangerschap bij adolescenten of bij elkaar snel opeenvolgende zwangerschappen.

Zuivelproducten zijn een belangrijke voedselbron van calcium en zijn een grote hulp bij het behoud van de reserves van de moeder tijdens de zwangerschap. Ze dienen dan ook een eerste keuzeplaats te bekleden in het dieet. Maar opgelet: vermijd zuivelproducten op basis van rauwe melk want de moeder en haar kindje kunnen hiermee besmet worden met de bacterie Listeria monocytogenes.

Zuigelingen en kinderen

Het voedingsmiddel dat het meest geschikt is om de voedingsbehoeften van het kind te dekken is zonder twijfel moedermelk. Moedermelk levert met name eiwitten van hoge biologische kwaliteit die nodig zijn voor de groei en ontwikkeling.

Maar het is niet altijd mogelijk borstvoeding te geven. Dan bestaan er in de handel bereidingen voor zuigelingen waarvan de samenstelling werd bestudeerd om zo dicht mogelijk die van moedermelk te benaderen. Deze melk en zuivelproducten kunnen natuurlijk niet als dusdanig door een zuigeling worden gedronken.

Vanaf de leeftijd van zes maanden zal het kind met het meer verscheiden worden van zijn voeding nieuwe smaken en texturen ontdekken. Moedermelk (of bij gebrek eraan een vervolg- en later groeimelk) is nog van kapitaal belang voor de voeding van de baby want de weinige vaste voedingsmiddelen die hij gebruikt zijn niet voldoende voor zijn groei.

Vanaf 18 maanden is het mogelijk aan de baby andere zuivelproducten te geven dan de vervolg- of groeimelk. Maar men dient producten te geven die aangepast zijn aan zijn behoeften want conventionele verse kaas en yoghurt bevatten te veel eiwitten en zijn dus niet geschikt op zo’n jonge leeftijd.

Tijdens de groei van het kind en tot de leeftijd van 30 jaar dient er op gelet voldoende zuivelproducten te gebruiken om een zo hoog mogelijke piek van de botmassa te verkrijgen waardoor de risico’s op osteoporose op latere leeftijd zoveel mogelijk worden vermeden.

Senioren

Melk en zuivelproducten zouden ook nuttig zijn bij ouderen. Met de jaren vermindert onvermijdelijk de spiermassa (sarcopenie) en doet zich een demineralisatie van het bot (osteoporose) voor die min of meer uitgesproken zijn afhankelijk van mens tot mens.

Sarcopenie begint al vanaf 20 jaar. Tussen 20 en 80 jaar verliest een mens gemiddeld bijna 30% van zijn spiermassa. Dat verschijnsel kan worden verklaard door een verminderde absorptie van eiwitten in het spijsverteringsstelsel en een verminderde aanmaak ervan in de lever. Het spierweefsel wordt dan geleidelijk aan vervangen door vetweefsel.

Osteoporose is een geleidelijk verlies van botweefsel en een verandering van de micro-architectuur van het bot met als gevolg een groter risico op botbreuk. Osteoporose begint meestal vanaf de leeftijd van 30 jaar bij mannen. Vrouwen zijn beschermd door hun hormonaal systeem maar ze halen de mannen snel in na de menopauze.

Om de gevolgen van deze beide aandoeningen zo veel mogelijk te vermijden (vallen, spierzwakte, kwetsbare botten, stressfracturen,...) is het nodig te zorgen voor voldoende aanbreng van eiwitten en van calcium en vitamine D en regelmatig fysiek actief te zijn, ook op gevorderde leeftijd.

Melk en zuivelproducten zijn dus belangrijke bondgenoten bij senioren aangezien ze hoge hoeveelheden bevatten van deze nutriënten. Het is belangrijk ze dagelijks op het menu te plaatsen van ouderen (net zoals bij kinderen en volwassenen) om de schade door sarcopenie en osteoporose zoveel mogelijk te vermijden en onze senioren zo lang mogelijk autonoom te houden.

Preventie van CVZ

Cardiovasculaire ziekten (CVZ) zijn de belangrijkste oorzaak van sterfte in onze westerse landen met 17 miljoen doden per jaar. Reeds enkele jaren is er een hypothese die stelt dat zuivelproducten een nefaste invloed zouden kunnen hebben op het risico van cardiovasculaire sterfte gezien hun nutritioneel profiel. In een recente meta-analyse werd dat probleem onderzocht.

In een analyse van 17 studies met een totaal van meer dan 611 000 mensen met een gemiddelde leeftijd van 56 jaar en met een duurtijd van gemiddeld 14 jaar kon worden aangetoond dat de consumptie van zuivelproducten niet alleen niet gepaard gaat met een toename van het cardiovasculaire risico of van het risico op sterfte door gelijke welke oorzaak maar wel integendeel dat door deze voedingsmiddelen op het menu te zetten het risico op een cerebrovasculair accident lichtjes daalt.

Enkele jaren geleden werd reeds in de studie D.A.S.H. (Dietary Approaches to Stop Hypertension) aangetoond dat er een omgekeerde correlatie bestaat tussen de consumptie van zuivelproducten en het risico op hypertensie (afname met 3% van het risico op arteriële hypertensie).

Alhoewel deze resultaten beloftevol zijn, zijn grootschaligere studies over langere perioden nodig om het belang van melk en de afgeleiden ervan te bevestigen bij de preventie van het risico op cardiovasculaire ziekten en sterfte.

En wat als men ze niet verdraagt?

Spijtig genoeg zijn er sommige mensen die zuivelproducten niet kunnen gebruiken omwille van allergie voor koemelkeiwitten (AKME) of lactose-intolerantie. Deze aandoeningen zijn niet zo zeldzaam want de eerste komt voor bij tussen 2 en 6 % van de kinderen jonger dan drie jaar en de tweede komt frequent voor bij volwassenen.

Deze beide pathologieën mogen niet verward worden want AKME is een overgevoeligheidreactie via een immunologisch mechanisme en lactose-intolerantie is een niet immunologische overgevoeligheidsreactie die verband houdt met een tekort aan lactase-florizin hydrolase (LPH), een enzym dat zorgt voor de hydrolyse van lactose in de darm.

Het is belangrijk snel uit te maken of het gaat om een intolerantie of om een allergie want het aanbevolen dieet voor beide ziekten is niet het zelfde: bij een allergie is een strikt vermijdingsdieet nodig met verbod van elk zuivelproduct en afgeleiden, terwijl bij een lactose-intolerantie zuivelproducten arm aan lactose wel worden verdragen en de consumptie ervan wordt bepaald volgens een drempel van tolerantie. De symptomen kunnen immers onder controle worden gebracht door het verminderen van de consumptie van lactose tot een dosis die geen digestieve verschijnselen uitlokt.

Opdat mensen met een lactose-intolerantie of een allergie voor koemelkeiwitten toch zouden kunnen genieten van de voordelen van zuivelproducten werden door verschillende fabrikanten alternatieven ontwikkeld:

- Omdat AKME het vaakst voorkomt bij jonge kinderen (jonger dan drie jaar), werden specifieke bereidingen ontwikkeld voor zuigelingen om aan de baby de voedingsstoffen te leveren die hij nodig heeft voor zijn groei en ontwikkeling zonder hem bloot te stellen aan zuiveleiwitten (kindermelken op basis van doorgedreven hydrolysaten van koemelkeiwitten of bereidingen op basis van aminozuren voor ernstige allergieën);

- Omdat lactose-intolerantie het vaakst voorkomt bij oudere mensen, werd een breed gamma producten zonder lactose ontwikkeld als alternatief voor zuivelproducten (sap van rijst of haver verrijkt met calcium, zuivelproducten waar lactose werd uit verwijderd, sap van soja verrijkt met calcium).

Alexandre Dereinne

Referenties:

Naar het seminarie « Milk and Health » dat plaatsvond in Brussel op 01/06/2011.

Caffarelli C, Baldi F, Bendandi B et al. Cow’s milk protein allergy in children: a practical guide. Italian Journal of Pediatrics 2010, 36:5.
Artikel

Dumond P, Kanny G. Allergies et intolérances alimentaires: deux problèmes différents. Les mises au point de l’IFN n°2: Octobre 2008.
Artikel

Vandenplas Y, Brueton M, Dupont C, et al. Guidelines for the diagnosis and management of cow’s milk protein allergy in infants. Arch Dis Child 2007 92: 902-908. doi:10.1136/adc.2006.110999.
Artikel

Vesa T, Marteau P, Korpela R. Lastose Intolerance. J Am Col Nutr 2000 ;2 :165s-75s.
Artikel


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés