In 2050 zullen er 9 miljard mensen zijn. Volgens het WWF (World Wildlife Fund) zullen we dan twee planeten nodig hebben om onze voedingsbehoeften te dekken. Het is dan ook gemakkelijk te begrijpen dat het hoogtijd is om te handelen en om een bocht te maken van 180 graden in onze voedselkeuzen.
De algemene opwarming van de aarde is hoofdzakelijk een gevolg van de uitstoot van broeikasgassen (UBG) zoals koolstofdioxide, methaan en stikstofoxide. Die gassen hebben een effect als een broeikas waarbij de warmte van de zon wordt gevangen gehouden met als gevolg opwarming van de planeet.
De uitstoot van die gassen is vooral van natuurlijke oorsprong en is nodig om een stabiele temperatuur te behouden aan het aardoppervlak. Maar op amper enkele eeuwen tijd heeft de menselijke activiteit een exponentiële toename veroorzaakt van die UBG. Tussen 1970 en 2004 is de UBG toegenomen met en factor 70.
Het gevolg van die toename is een min of meer belangrijke stijging van de temperatuur met als gevolg het alsmaar frequenter voorkomen van destructieve meteorologische verschijnselen: overstromingen, aardbevingen, tropische stormen, cyclonen, …
In Europa wordt geschat dat de voedingssector verantwoordelijk is voor 30% van de globale UBG. De landbouw (met inbegrip van bemesting) ligt aan de oorsprong van 12 tot 14% van die uitstoot, voornamelijk omwille van intensieve veeteelt. De productie van een kilo rund veroorzaakt immers een uitstoot van CO2 tot 37 kg. Ter vergelijking: een kilo aardappelen geeft maximaal 240 gram CO2.
Nu wordt naar schatting bijna een derde van de aarde gebruikt voor de veeteelt als voedselbron. Daar komen nog bij de aardoppervlakken die nodig zijn voor het kweken van de granen die vereist zijn voor het voeden van die dieren. Om een kilo varken te verkrijgen zijn immers tussen 2,6 en 5,9 kg granen nodig. Voor een rund kan dat gaan tot 13 kg en 21 kg per kilo voor een schaap of lam. Het zou dan ook interessant zijn een deel van die graanculturen voor te behouden voor de voeding van mensen en het gedeelte terreinen voor veeteelt te verminderen.
Voor de voedselproductie is ook een enorme hoeveelheid energie nodig. De energiebronnen die in de landbouw worden gebruikt voor de productie van meststoffen, het functioneren van de machines, de bevloeiing en de pesticiden zijn hoofdzakelijk van fossiele oorspong. Ook hier is voor de productie van vlees meer energie nodig dan voor plantgewassen: voor een kilo rund bijvoorbeeld zijn tussen 15,5 en 55,6 megajoules nodig terwijl voor een kilo aardappelen slechts maximum1,4 megajoules vereist zijn.
Als we spreken over voedselproductie, moeten we het ook hebben over waterverbruik. Voor de landbouw is inderdaad veel meer water nodig dan voor gelijk welke andere menselijke activiteit. Dat water wordt zowel gebruikt voor de culturen als voor het drinken geven aan dieren. Ook hier is beperking van dat verbruik nodig want de experts suggereren dat als we op die manier verder gaan, bijna de helft van onze planeet watertekort zal hebben tegen 2030.
«Duurzaam» betekent kunnen beantwoorden aan de noden van de huidige en toekomstige generaties zonder de ecologie van de aarde aan te tasten. Op gebied van voeding kan dat moeilijk zijn om te bepalen want er bestaat op dit ogenblik nog geen algemeen aanvaarde definitie van. Als we het hebben over duurzame voeding dan is het immers belangrijk rekening te houden met verschillende parameters zoals voordelen voor de gezondheid, impact op het leefmilieu en economische en sociale aspecten.
Alhoewel het moelijk blijft om een correcte definitie te formuleren voor het begrip «duurzame voeding», hebben competente autoriteiten zoals “Food Climate Research Network”, American dietetic association en WWF aanbevelingen gepubliceerd om te kiezen voor een voeding die meer ecologisch bewust en duurzaam is:
1) Verminder de consumptie van vleesproducten en van zuivelproducten zonder ze volledig te bannen. Door gewoonweg de huidig geldende aanbevelingen te volgen over vlees- en zuivelverbruik zou het mogelijk zijn om reeds de uitstoot van koolstofdioxide gevoelig te doen verminderen;
2) Gebruik meer voedselbronnen van plantaardige oorspong zoals groenten, fruit, granen, zetmeelproducten en vegetarische alternatieven voor vlees;
3) Eet seizoensproducten;
4) Gebruik bij voorkeur lokaal geteelde producten;
Om onze planeet te behouden is het nodig dat we heel wat veranderingen doorvoeren zoals aanzienlijke verbeteringen in de technieken van teelt, productie, distributie, stockeren en bereiden van voedingsmiddelen.
Buiten die technologische veranderingen is het belangrijk de bevolking te sensibiliseren voor een duurzame voeding. Door gedeeltelijk ons verbruik van vlees en dierlijke producten te verminderen ten voordele van plantaardige producten zou reeds een aanzienlijke impact mogelijk zijn op onze gezondheid en op onze mooie blauwe planeet.
Plantaardig = lekker én eenvoudig
Voel je er ook voor om wat meer plantaardig te eten, maar weet je niet goed waar te beginnen?
Op www.plantaardigplan.be vind je heel wat tips en receptjes om de hoeveelheid plantaardige voeding op je menu te vergroten. Denk aan knapperige slaatjes, heerlijke groenteschotels, frisse fruitshakes en meer van dat lekkers. Wil je je energieker voelen in 3 weken tijd, dan kan je een profiel aanmaken en krijg je toegang tot een persoonlijk programma met aangepaste receptjes, boodschappenlijstjes, voedings- en kooktips en andere handige toepassingen. Je start als beginner, gevorderde of expert en doorloopt het programma in respectievelijk 9, 6 of 3 weken. Alle info op www.plantaardigplan.be
Alexandre Dereinne
Referentie:
Garton L, Harland, J. The plant-based plan. Ed Lannoo Campus, Leuven.
ISBN: 978-9-209-9857-3.