Als men stopt met roken, kan dat vaak gepaard gaan met angst of depressie en ook met een min of meer uitgesproken gewichtstoename. Wat zijn de adviezen en behandelingen die we dan aan de patiënt kunnen geven om zijn levenskwaliteit te verbeteren tijdens de rookstop?
Tabak doodt alle zes seconden een mens. Dat wil zeggen dat rookstop wordt aanbevolen aan alle rokers. Maar stoppen met roken gaat vaak gepaard met bijwerkingen zoals angst en gewichtstoename. Daarom is het belangrijk die problemen te kunnen voorkomen om aan de patiënt de beste omstandigheden te bieden tijdens zijn rookstop.
De meest pertinente studie over gewichtstoename tijdens rookstop is ongetwijfeld de prospectieve studie van Williamson et al. Daarin werden de gegevens geëvalueerd van de studie NHANES (National Health And Nutrition Examination Survey). De auteurs hebben gedurende 10 jaar de gewichtschommelingen bestudeerd van 1.885 rokers (748 mannen en 1.137 vrouwen) en van 768 niet rokers die minstens al een jaar waren gestopt (409 mannen en 359 vrouwen). Gemiddeld waren de ex-rokers 2,8kg bijgekomen (mannen) en 3,8kg (vrouwen) in vergelijking met de rokers.
In een andere recentere analyse van de gegevens van de NHANES studie van meer dan 5 000 mensen ouder dan 35 jaar bleek de gemiddelde gewichtstoename op 10 jaar in verband met rookstop 4,4 kg te zijn bij mannen en 5 kg bij vrouwen. Er werden ook verschillende andere studies uitgevoerd op grote steekproeven en de resultaten tonen een gemiddelde gewichtstoename van 3 tot 6 kg na rookstop.
Er zijn heel wat factoren die deze gewichtstoename kunnen verklaren na rookstop (biologische, gedrag, omgeving,…). Maar de verhoogde energieaanbreng lijkt de voornaamste factor te zijn bij dit onevenwicht van de energiebalans. Een ander mechanisme dat kan bijdragen tot dat energieonevenwicht zou het onderdrukken kunnen zijn van een hypothetisch acuut thermogeen effect toegeschreven aan roken (3-6%), maar de studie hierover zijn niet unaniem.
Stoppen met roken is op zich al moeilijk voor de patiënt en het heeft dan ook geen zin hem een restrictief dieet op te leggen want dat zou contraproductief kunnen zijn voor de rookstop. De pijler van de behandeling dient dan ook gericht te blijven op de rookstop want de nadelige effecten van tabak zijn veel erger dan de risico’s door enkele kilo’s gewichtstoename.
Toch kan het interessant zijn van de rookstopperiode gebruik te maken om aan de patiënt de basis uit te leggen van een evenwichtige voeding en hem aan te raden regelmatig fysiek actief te zijn. Dat is niet alleen van belang om gewichtstoename te vermijden tijdens rookstop maar ook om altijd een stabiel gewicht te behouden.
Anxiodepressieve stoornissen komen voor bij meer dan 50% van de patiënt met een sterke afhankelijkheid van tabak. Het is dan ook belangrijk dat de arts de mate van angst en depressie bij de patiënt evalueert als die op consultatie komt. Daartoe bestaan er diverse tests. In de eerste plaats is het van belang de criteria DSM IV nagaat om de tekens van deze aandoeningen op te sporen.
De intensiteit van de angst/depressie kan worden bepaald aan de hand van de HDA-test (hospital anxiety depression scale). Indien die score hoger is dan 8, kan het interessant zijn de evaluatie te vervolledigen met andere tests (vragenlijst van Beck met 13 items of gestructureerd mini-interview, tests voor identificatie van affectieve temperamenten van Akiskal en Hantouche, test van Angst). Doel daarvan is de angststoornissen in verband met roken beter te preciseren alsook bipolaire stoornissen op te sporen.
Zodra angst-, depressie- of bipolaire stoornissen zijn aangetoond, zijn verschillende behandelingen mogelijk:
- angststoornissen: In diverse studies is aangetoond dat cognitieve gedragstherapieën (CGT) doeltreffend waren in de behandeling van angststoornissen zoals sociale fobie, paniekaanvallen, veralgemeende angststoornissen en agorafobie;
- depressie: Buiten de cognitieve gedragstherapie kan het nodig zijn medicatie te geven op basis van remmers van de heropname van serotonine bij ernstige depressie;
- bipolaire stoornissen: Als een bipolaire stoornis werd aangetoond, is een behandeling op basis van thymoregulators ( valpromide of carbamazepine) aangewezen.
De patiënt dient gevolgd en gemonitord te worden voor de mate van angst/depressie tijdens heel het rookstopproces, a fortiori bij patiënten met dergelijke problemen in het verleden en bij wie een risico op hervallen bestaat. Soms verbeteren angststoornissen door het stoppen met roken zelf. Indien een patiënt een depressie heeft, dient rookstop pas overwogen als zijn toestand is gestabiliseerd.
Referenties:
Cornuz J, Humair J-P, Zellweger J-P. Désaccoutumance au tabac. Recommandations pour la pratique clinique. Schweiz Med Forum 2004;4:356-68.
Artikel PDF geraadpleegd
Czernichow S, Oppert J-M. Tabagisme, sevrage tabagique et prise de poids. Sang Thrombose Vaisseaux. 2002 ;14 (9-10) : 580-5.
Artikel geraadpleegd
Guichenez P, Perriot J, Dupont P, et al. La conduite du sevrage tabagique.Sang Thrombose Vaisseaux. 2006 ;18 (3) : 136-48.
Artikel PDF geraadpleegd