Door Patrick Mullie
" HEALTH & FOOD " nummer 59, Juni/Juli 2003
|
We weten zeer weinig over het in werkelijkheid toepassen van voedingsinterventie als onderdeel van de behandeling van hyperlipidemie. Een onderzoek uitgevoerd in 1987 in Nederland gaf aan dat 14% van de patiënten met een hypercholesterolemie voedingsadviezen kregen... en dat slechts 3% werd doorverwezen naar een diëtist(e) (1). Wat is de situatie in België? Deze is blijkbaar nauwelijks beter en dringende discussie dringt zich op, zeker om de samenwerking tussen het team “arts-diëtist(e)” aan te moedigen.
Raadgevingen van de huisarts...
Recent werd een epidemiologische studie over cardiovasculaire risicofactoren en over leefgewoonten uitgevoerd aan het Jules Bordet Instituut (2). In totaal participeerden meer dan 300 huisartsen aan dit onderzoek. Zij registreerden tussen september 1998 en februari 2000 gegevens van 5.511 patiënten. Als onderdeel van het onderzoek vroeg elke huisarts aan zijn patiënten of ze in het verleden raadgevingen gekregen had over gezonde voeding en indien ja, wie deze voedingsinformatie toegediend had. Van de totale groep was slechts 8,8% ooit naar een diëtist(e) gegaan voor één of meerdere raadplegingen. Diabetespatiënten en patiënten met een coronaire pathologie worden sneller doorverwezen naar een diëtist(e), namelijk respectievelijk 28,1% en 15,7 % bezochten één of meerder malen een diëtist(e). Vrouwen gaan meer op dieetconsultaties dan mannen (10,3% tegen 7,0%). Voedingsinformatie gegeven door huisartsen werd in Brussel meer toegepast (31,5%) dan in Vlaanderen (27,8%) en in Wallonië (28,8%). Deze informatie van de huisarts omvat zowel het geven van een eenvoudig formulier als mondelinge uitleg gedurende één of meerdere bezoeken.
Arme diëtist(e)
Opmerkelijk is dat de helft van de hyperlipemische patiënten verklaart nooit uitleg gekregen te hebben over gezonde en evenwichtige voeding.
In werkelijkheid verklaart slechts 1 hyperlipidemiepatiënt op 10 dat hij of zij één of meerdere malen een diëtist(e) bezocht voor specifieke voedingsinformatie! Gemiddeld 1 op 3 verklaart daarentegen voedingsinformatie rechtstreeks gekregen te hebben van de huisarts... Een onderzoek (3) eveneens uitgevoerd in Nederland toonde op 623 personen aan dat huisartsen in 36% van de gevallen geciteerd werden als belangrijkste bron voor voedingsinformatie, terwijl diëtisten op de weinig benijdenswaardige vierde plaats kwamen met slechts 21% van de stemmen... De cruciale rol van de huisarts op gebied van voedingsinterventie staat in contradictie met de opleiding geneeskunde waar doorgaans weinig aandacht geschonken wordt aan voeding en diëtetiek.
Een tijdrovende begeleiding van een voedingsinterventie is essentieel om de therapietrouw op termijn te ondersteunen. Meer dan ooit moet een team “arts-diëtist(e)” hand in hand werken, dergelijke aanpak zou toelaten dat de arts zijn aandacht uitsluitend kan richten op acute en chronische medische problemen, waardoor de voedingsinterventie optimaal kan uitgevoerd worden.
Patrick Mullie,
Diëtist Voedingsdeskundige
1. Hiddink GJ. Huisartsen en voedingsvoorlichting: drijvende krachten en barrières. Voeding 1997;58:18-9.
2. Mullie P, Muls E, Vansant G, Grivegnée AR, Autier P. Toepassing van voedingsinterventie in de niet-farmacologische behandeling van hyperlipidemie. Tijdschrift voor Geneeskunde 2003;59:215-218.
3. Hiddink GJ, Hautvast JGAJ, van Woerkum CMJ, Fieren CJ, van ‘t Hof MA. Consumers' expectations about nutrition guidances: the importance of primary care physicians. Am J Clin Nutr 1997;65(suppl):1974S-9S. |