Speelt het in evenwicht houden van onze energiebalans, zoals dit voor heel wat andere aandoeningen het geval is (type 2 diabetes, aantasting van het zicht), een preventieve rol bij ouderdomsgebonden maculadegeneratie (OMD)? In een aantal recent verschenen studies wordt deze vraag positief beantwoord. Een ervan is die van Johanna Seddon en haar medewerkers verbonden aan de School voor Maatschappelijke gezondheidszorg van Harvard (Boston, Verenigde Staten). Zij toonden aan dat bij patiënten met een verhoogd risico voor OMD en lijdend aan een androïde obesiteit, het risico op een versnelde ontwikkeling van die aandoening hoger is en dit in tegenstelling met diegenen die intensieve fysieke activiteiten beoefenen voor wie het risico aanzienlijk kleiner is (1).
Hetzelfde onderzoeksteam heeft recent het verband tussen de ontwikkeling van AMD en de vetinname onderzocht (2). Bij het onderzoek waren 261 personen betrokken, leeftijd 60 jaar en ouder, die tekenen van een niet exsudatieve OMD vertoonden in een vroegtijdig en intermediair stadium. De patiënten werden over een periode van vijf jaar gevolgd waarna een evaluatie van de ontwikkeling van de aandoeningen werd opgemaakt.
Planten verrassen
De resultaten betekenen nog maar eens een streep door de rekening van een te vetrijke voeding. In het hoogste kwartiel van de totale vetaanbreng ligt het relatief risico (RR) nagenoeg drie maal hoger in vergelijking met het laagste kwartiel.
Vervolgens werd ook gekeken naar de herkomst van de vetten: waren ze van dierlijke of van plantaardige oorsprong. De verrassing was groot… Na correctie voor de aanbreng van zink, vitamines C en E, blijkt dat de ontwikkeling van OMD gunstiger verloopt bij de inname van dierlijke vetten en ongunstig verloopt bij de inname van planaardige vetten (RR : 3.82).
In verband met de aard van de vetzuren stelden de onderzoekers vast dat het risico op de ontwikkeling van OMD nagenoeg verdubbelt bij diegenen die vooral verzadigde vetzuren innamen, mono-onverzadigde, meervoudig onverzadigde en transvetzuren.
Uit het onderzoek bleek dat gedroogde oliehoudende vruchten (noten, hazelnoten, amandelen, …), levensmiddelen zijn met een bijzonder beschermend effect. Het risico daalde met 40 % bij personen die minstens drie maal per week deze vruchten innamen in vergelijking met zij die er geen van innamen. Ook vis blijkt een beschermende invloed te hebben, hoewel dit enkel tot uiting kwam bij personen met het laagste gehalte aan linolzuur.
Vis is een goede bron van DHA (C22:6 omega-3), een vetzuur dat zich in het netvlies opstapelt en waarvan de rol om goed te zien uitvoerig is gedocumenteerd. De vaststelling dat een beschermend effect van vis enkel bij diegenen die weinig linolzuur (C18:2 omega-6) via de voeding innemen, is nog maar eens een argument dat pleit ten voordele van een verlaging van de verhouding tussen omega-6 en omega-3 vetzuren.
Ligt de fout bij transvetzuren?
Transvetzuren ontstaan in hoofdzaak als gevolg van de hydrogenatie van plantaardige oliën. Daar waar vroeger transvetzuren in bepaalde margarines in uitzonderlijk grote hoeveelheden voorkwamen, zijn ze in de margarines die we tegenwoordig in de winkelrekken vinden zo goed als afwezig. Daartegenover staat dat de vetten die in de voedingsindustrie worden gebruikt (bijvoorbeeld voor de bereiding van koekjes, gebak, kant-en-klaarmaaltijden, …) soms nog aanzienlijke hoeveelheden transvetzuren bevatten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat uit de resultaten van de studie blijkt dat er een verband kon worden aangetoond tussen het gebruik van vetrijke kant-en-klaarmaaltijden en de ontwikkeling van de ziekte…
Met weet dat de invloed van transvetzuren op de cholesterolemie vergelijkbaar is met die van verzadigde vetzuren (verhoging van de LDL, verlaging van de HDL). Transvetzuren verhogen ook het risico op cardiovasculaire aandoeningen. De vaststellingen van de studie kunnen verklaard worden door de invloed van de vetzuren op de vorming van atheroomplaques in de bloedvaten die de choroïdea en het netvlies bevloeien. De auteurs stellen dat de vetten het oxidatieproces bevorderen ter hoogte van de macula, een bijzonder gevoelige zone, omdat deze intensiever aan licht en zuurstof is blootgesteld. Is de strijd voor een gezond hart dan dezelfde als voor gezonde ogen?
Nicolas Guggenbühl
Referenties :
(1) Seddon JM et al. Arch Ophthalmol 2003 ;121 :785-792.
(2) Seddon JM et al. Arch Ophthalmol 2003;121:1728-1737.
|