Nicolas Guggenbühl diëtist, voedingsdeskundige
" HEALTH & FOOD " nummer 83, Juni - Juli 2007
|
Hoewel obesitas tot een eenvoudige thermodynamische vergelijking terug te brengen is: er worden meer calorieën ingenomen dan verbruikt, is het probleem in zijn totaliteit toch wel iets ingewikkelder dan dit. Enerzijds is er het individu dat zelf zijn voedselkeuze en zijn aard en hoeveelheid van fysieke activiteit bepaalt. Anderzijds is er de leefomgeving die het individu beïnvloedt door het aanbod van het voedsel, de prijs, reclame, ... en het eet- en leefgedrag grotendeels bepaalt. Men kan zich derhalve de fundamentele vraag stellen: is obesitas tot de individuele verantwoordelijkheid terug te brengen of tot die van de leefomgeving?
'Obesitogene' omgeving
De voorzitter van het IOTF (International Obesity TaskForce), Philip James, stelt dat aan de consument niet kan opgedrongen worden wat hij/zij moet eten. Het is de leefomgeving die moet veranderen. Een leefomgeving die 'obesitogeen' wordt. Onderzoeken, onder meer uitgevoerd door Adam Drewnosky (Universiteit van Washington, Seattle, Verenigde Staten), tonen duidelijk aan dat vette en/of gesuikerde levensmiddelen goedkope en energierijke levensmiddelen zijn. Andere producten zoals fruit en groenten zijn duurder, zeker wanneer het verband 'prijs en calorie-inhoud' bekeken wordt. De energie uit vetten en suikers is misschien wel goedkoop voor de individuele consument, aldus nog Drewnosky, maar de maatschappelijke kost die ervoor betaald wordt is bijzonder hoog. Een energiedense voeding leidt tot een verhoogd risico op zwaarlijvigheid, type 2 diabetes en het metabool syndroom.
Anti-obesitas
Fruit en groenten worden zeker niet gegeten omwille van de calorieën die ze aanbrengen. Integendeel, ze hebben eerder een 'energie verdunnende' rol. Martine Laville (Hôpital E Herriot, Lyon) herinnert er nogmaals aan dat fruit en groenten een belangrijke leverancier zijn van vezels, vitamines, micronutriënten en andere antioxidanten. Voedingsstoffen die een belangrijke rol spelen bij de preventie en de behandeling van met zwaarlijvigheid verbandhoudende aandoeningen. Ze dragen ook bij tot een grotere smaakafwisseling, verzadigingsgevoel en brengen afwisseling in de voeding. Bernhard Watzl (Institute of Nutritional Physilogy, Karsruhe) voegt daar aan toe dat de vezels uit fruit en groenten ook een belangrijke prebiotische werking hebben. Ze bevorderen de metabole activiteit van de darmflora, wat de intestinale gezondheid ten goede komt, derhalve ook de algemene gezondheid. Hij pleit voor de inname van een zo groot mogelijke diversiteit aan plantaardige voedingsmiddelen. Pas dan komen alle heilzame voedingsstoffen aanwezig in fruit en groenten ten volle tot hun recht. Dergelijke voeding biedt een uniek spectrum aan bioactieve stoffen die een garantie zijn voor een goede gezondheid op lange termijn. Dergelijke voeding heeft vooral een preventieve werking en zorgt er ook voor dat tal van chronische aandoeningen pas later in het leven optreden.
Kwestie van densiteit
De rol van fruit en groeten in de strijd tegen obesitas houdt voor een deel verband met hun lage energetische densiteit. Heidi M. Blanck (Centers for Disease Control and Prevention, Atlanta GA, USA) verduidelijkt dat na verloop van tijd het totaal volume van de ingenomen voeding zich stabiliseert en dit onafhankelijk van de energiewaarde van de ingenomen voeding. Door fruit en groenten te eten kan dus de totale energieaanbreng teruggeschroefd worden, wat, aldus nog de spreker, een bijzonder doeltreffend middel is om het lichaamsgewicht onder controle te houden.
De epidemioloog verwijst in haar betoog naar de resultaten van een nog niet gepubliceerde interventiestudie, uitgevoerd bij 71 obese vrouwen. Hierin komt duidelijk naar voor dat wanneer minder vette producten gegeten worden en meer waterrijke voedingsmiddelen (zoals groeten en fruit) dit na één jaar tot een gewichtsverlies leidt van 23 % (7.9 kg tegen 6.9 kg van een controlegroep). Ze verwijst verder naar de resultaten van een andere studie die aantoont dat de optie 'fruit en groeten eten' na een vermageringsdieet goede garanties biedt voor een behoud van het lichaamsgewicht.
Het pad van osmotine
Hoewel het werkingsmechanisme nog niet helemaal duidelijk is, worden de 'anti-obesitas-eigenschappen' van fruit en groenten beetje bij beetje duidelijker. Nutritionisten zijn het er over eens dat de positieve werking niet te danken is aan één bepaalde voedingsstof of één specifiek bestanddeel, maar wel aan een geheel van multipele factoren. Om het complex gegeven verder te ontrafelen zal nog veel onderzoek moeten verricht worden...
Het onderzoeksteam van Kadowaki, dat aan de basis lag van de ontdekking van het adiponectine (een door wit vetweefsel aangemaakt eiwit dat in staat is de gevoeligheid voor insuline bij obesitas te verhogen) heeft een nieuwe component in fruit en groenten ontmaskerd: het osmotine. Oorspronkelijk werd dit eiwit in de tabaksplant ontdekt, waar het een natuurlijke antifungicide werking uitoefent. In een cultuur van menselijke spiercellen is osmotine in staat adiponectine-receptoren (AdipoR1 en AdipoR2) te activeren. Deze leiden op hun beurt tot de activering van het AMP-activated protein kinase, dat een brede waaier van heilzame metabole effecten heeft: activatie van het intracellulaire glucosetransport, zelfs bij een toestand van insulineresistentie; de activatie van de intramusculaire vetoxidatie, waardoor de spieren zich van hun vetvoorraad kunnen ontdoen; een vermindering van de leversteatose en de synthese van VLDL-triglyceriden in de lever.
Hoewel de positieve invloed van de inname van osmotine via de voeding bij de mens nog verder onderzoek vergt, kan de werking van dit eiwit wellicht voor een deel een verklaring bieden voor de positieve invloed van fruit en groenten bij de behandeling van zwaarlijvigheid.
Een prioriteit voor de WGO
De WGO schat dat op onze planeet de beperkte consumptie van fruit en groenten verantwoordelijk is voor 31 % van de ischemische hartaandoeningen, 11 % van de cerebrovasculaire accidenten en tot 20 à 30 % van de kankers van het bovenste deel van het maagdarmstelsel. De geringe consumptie prijkt ook in de 'top 10' van risicofactoren in verband met de totale sterfte. Cijfers die door Ursula Trübswasser (World Health Organisation, Regional Office for Europe) werden aangehaald, die er verder aan toevoegt dat, als er voldoende fruit en groenten zouden worden gegeten, jaarlijks 2,7 miljoen levens zouden kunnen gered worden. Daarom schuift de WGO het eten van fruit en groenten als één van haar belangrijkste prioriteiten naar voor. Door diverse acties (van riek tot vork) wil de WGO er voor ijveren om de beschikbaarheid van fruit en groenten in alle opzichten te verbeteren. Even ter herinnering: de doelstelling van de WGO is om dagelijks minstens 400 g fruit en groenten te consumeren, waarbij het aandeel van fruit en groenten niet gespecificeerd wordt. Ook dit nog: aardappelen en andere zetmeelhoudende knolgewassen maken geen deel uit van de vooropgestelde aanbevolen 400 g.
Nicolas Guggenbühl diëtist, voedingsdeskundige
Referenties
*EGEA International Conference, The role of fruit and vegetables in the fight against obesity, 17-19 april 2007.
|