Nicolas Guggenbühl diëtist, voedingsdeskundige
" HEALTH & FOOD " nummer 83, Juni - Juli 2007
|
Het metabool syndroom kan omschreven worden als een toestand waarbij abdominale obesitas vaak het belangrijkste uitwendig teken is van discreet aanwezige stoornissen (zoals dyslipidemie, hypertensie, insulineresistentie, ...). In het kader van de evolutie van overgewicht en zwaarlijvigheid, komt het metabool syndroom zich stilaan in het rijtje van de belangrijke bekommernissen voor de volksgezondheid nestelen.
De dieetbehandeling bij zwaarlijvigheid heeft in de eerste plaats tot doel de overtollige kilo's te doen verdwijnen, in het bijzonder de rond de buikstreek opgestapelde vetmassa. De voordelen van gewichtsverlies op de verschillende aspecten van het metabool syndroom werden reeds uitvoerig onderzocht. Een gewichtsverlies van 5 tot 10 % heeft al een duidelijke positieve invloed op het metabool syndroom. Een caloriebeperking leidt tot een manifeste daling van overgewicht. In theorie een eenvoudige stelling, maar moeilijker in de praktijk te realiseren. Misschien speelt de verdeling van de voedingsstoffen hierbij een doorslaggevende rol? Een nieuwe zienswijze die werd geopperd tijdens een sessie gewijd aan de voeding en het metabool syndroom op het tweede internationaal congres in verband met 'prediabetes' en het metabool syndroom.
Invloed op de verzadiging
A. Astrup (Universiteit van Kopenhagen, Denemarken) verduidelijkt dat eiwitten tot een groter verzadigingsgevoel leiden dan andere voedingsstoffen. Een verklaring hiervoor is niet onmiddellijk voorhanden, al is de hogere thermogenetische werking van eiwitten daar wellicht niet vreemd aan. Volgens de voedingsspecialist hebben eiwitten een hoge potentiële werking bij de bestrijding van overgewicht. Studies tonen aan dat een eiwitrijke voeding, ad libitum ingenomen in een vermageringsdieet, doeltreffender werkt dan een vet- en koolhydratenbeperkende voeding. Dezelfde studies tonen aan het gewichtsverlies bij de inname van een voeding waarin de energie voor 30 % door vetten geleverd worden doeltreffender werkt wanneer ook 25 % van de energie door eiwitten geleverd wordt. Het gewichtsverlies bedraagt hier -9,4 kg na zes maanden, terwijl dit maar -5.9 kg is bij een energieaanbreng door de eiwitten van 12 %. Daarenboven is na een periode van één jaar het verlies aan visceraal vet als onderdeel van het totaal gewichtsverlies groter bij een eiwitrijk dieet. Dit is nog niet alles. Een vermageringsdieet waarin een belangrijke hoeveelheid eiwitten aanwezig is biedt, naast het groter gewichtsverlies dat op zich al onder meer tot een verbeterde insulinegevoeligheid leidt, ook nog andere interessante metabole voordelen.
Dubbele portie
Astrup stelt zich de vraag of het niet aangewezen zou zijn de hoeveelheid eiwitten in de voeding van obese patiënten te verhogen. Normaal wordt een aandeel tussen 10 en 20 % van de energie aanbevolen. Misschien moet dit opgetrokken worden tot 20 à 30 % en moet het aandeel van de vetten en koolhydraten verminderen. Hoewel Astrup niet pleit voor een 'Atkins dieet', waarbij de koolhydraten tot een uiterst minimum beperkt worden, wil hij het aandeel van de vetten op 30 % behouden, waardoor nog voor 40 à 50 % ruimte overblijft voor de koolhydraten. Concreet stelt hij bijvoorbeeld voor om de suikers uit frisdranken te vervangen door eiwitten. Eiwitten die onder meer uit magere melk kunnen gehaald worden, uit magere vleessoorten en dito zuivelproducten ter vervanging van hun vettere versies. Hij stelt ook voor om een deel van het wit brood en geraffineerde deegwaren te vervangen door mager vlees, zonder evenwel te raken aan de hoeveelheid fruit, groenten en volle graanproducten.
Afwijkend van de aanbevelingen
Een voeding met een dergelijke energieverdeling kan perfect gerealiseerd worden met de klassiek gebruikte voedingsmiddelen, al wijkt deze af van de traditionele aanbevelingen. Volgens de laatste voedselconsumptiepeiling halen de Belgen, ouder dan 15 jaar, ongeveer 16 % van hun energie uit eiwitten. Volgens de Belgische en Nederlandse aanbevelingen is dit reeds aanzienlijk boven de norm, waar een energieaanbreng uit eiwitten tussen 9 en 11 % wordt aanbevolen. Er is dus een groot verschil tussen de officiële aanbevelingen, de werkelijke voedselinname en de nieuwe denkpistes vast te stellen. Stof ter discussie wanneer in de toekomst over de gegrondheid van de nutritionele aanbeveling moet gepraat worden en over de rol van de eiwitten in het kader van een gezonde voeding.
Een nieuwe consensus ter preventie van diabetes
Ter gelegenheid van het congres in Barcelona heeft de International Diabetes Federation (IDF) een nieuwe consensusverklaring gepubliceerd in verband met de preventie van diabetes. Hierin wordt gepleit om personen met een hoog risico op type 2 diabetes beter en vlugger op te sporen. Tevens is een belangrijke prioriteit bij deze hoge risicogroep naar een gezond lichaamsgewicht te streven en een fysieke activiteit te beoefenen. In dit kader pleit professor Avi Friedman (McGill universiteit, Montreal, afdeling architectuur) voor een herziening en aanpassing van de urbanisatie in de steden zodat fysieke beweging als een normaal onderdeel van de dagactiviteit worden aanzien (concept van de gebouwen, fietsroutes, wandelpaden, speelpleinen aanleggen, ...). Professor Georges Alberti (erevoorzitter van de IDF) wijst in dit verband op de verantwoordelijkheid van de politici. Ze moeten zich de vraag stellen of ze liever geld willen spenderen aan de gezondheidszorg en medicatie dan wel aan investeringen in preventie en projecten die tot een wijziging van de levensstijl leiden van de totale bevolking. Professor Paul Zimmet (directeur van het International Diabetes Institute en co-auteur van de consensus) besluit met te wijzen op het belang van de wereldwijde ondertekening van de 'Kyoto' overeenkomst ter preventie en het daadwerkelijk aanpakken van de milieuproblemen en dit voor de situatie catastrofaal wordt.
Nicolas Guggenbühl diëtist, voedingsdeskundige
Referenties
* Barcelona, 25-28 april 2007
|