" HEALTH & FOOD " nummer 87, April 2008
|
Onze voorouders vergisten zich niet als ze hun hoofdmaaltijd begonnen met een goede kom soep. Wij hebben die gewoonte verleerd ondanks het feit dat er voorbereide soepen bestaan. In onze tijd waar obesitas en diabetes een bedreiging vormen zouden we beter eraan denken die gewoonte terug op te pikken.
Soep kadert helemaal in de huidige voedingsaanbevelingen om dagelijks vijf porties groenten en fruit te gebruiken. Soep heeft het voordeel als variatie dienst te doen een oneindig aantal verschillende recepten geeft dat nog extra variatie. Soep levert ook heel wat mineralen en vitaminen : naargelang van het recept 5 tot 25% leveren van de aanbevolen dagelijkse aanbreng van vitaminen A, B1, B5 en P voor 250 ml. Soep geeft ons ook calcium (gemiddeld 30 mg per 250 ml), magnesium (18 mg), ijzer en natrium. Het toevoegen van zout wordt niet aanbevolen maar de fabrikanten van bereide soepen een inspanning hebben geleverd om het zoutgehalte te verminderen. De energiedichtheid van soep is gering aangezien 250 ml 50 tot 100 calorieën levert.
Een goede rem
Soep is een rem op de energie-inname en wordt beschouwd als een verzadigingsfactor. Maar het volume-effect is een onvoldoende verklaring. Mattes heeft in 2005 een studie uitgevoerd bij 13 jonge mannen en 18 jonge vrouwen. De gemiddelde BMI van deze mensen bedroeg 23. Met wekelijkse tussenperioden gingen ze naar het labo na een nuchtere nacht en gaven antwoord op vragen over hun eetlust, hun psychologische toestand, hun kracht en hun fijne motoriek. Dan kregen ze een lading van 300 kcal met telkens een constante samenstelling maar onder verschillende vormen. Daarna kregen ze dezelfde vragenlijsten en test.
Soep gaf een verminderde eetlust en een gevoel van vulling vergelijkbaar met dat na vast voedsel. Maar wat ze innamen was eerder minder op de dagen waarop ze soep hadden gekregen. Volgens de antwoorden op de vragenlijsten leek niet enkel het volume-effect een rol te speken maar ook cognitieve factoren.
Goed om te vermageren
Flood et al. hebben een onderzoek gedaan dat leek op dat van Mattes en kwamen tot gelijkaardige conclusies. Zestig mensen met een normaal gewicht gingen een keer per week naar het labo. Telkens werd hen een ander voorgerecht voorgeschoteld met onder andere soep alvorens naar hartelust een testmaaltijd te verorberen. Het bleek dat soep de gegeten hoeveelheid deed verminderen. Het soort soep had geen invloed op de mate van vermindering van de gegeten hoeveelheden.
Deze eigenschappen maken van soep een bondgenoot bij uitstek voor gewichtverlies. Rolls et al. hebben een studie uitgevoerd waarin diëtisten 200 mensen met obesitas of overgewicht hebben aangespoord om hun gebruikelijke voeding te vervangen door menu's met beperkte energieaanbreng. Daarna werden die mensen at random ingedeeld om dagelijks een of twee soepmaaltijden te krijgen met geringe energiedensiteit ofwel twee snacks met hoge energiedensiteit of een voeding zonder dergelijke bijzonderheden. De calorieaanbreng was gelijk in de vier groepen. Na zes maanden hadden de vier groepen gewicht verloren en dat bleef na een jaar behouden. Maar de mensen zonder bijzondere voedingkeuze en zij die twee dagelijkse soepbeurten hadden gehad verloren het meest gewicht. Bovendien kon met deze methode 50% meer verloren worden dan met een zelfde energie-inname onder vorm van snacks met hoge energiedensiteit.
Twee onder vele
Twee speciale voorbeelden illustreren nog beter het belang van soep onder diverse vormen. Het eerste is gazpacho, die befaamde koude Spaanse soep van tomaten, paprika en komkommer. Sanchez-Moreno et al. hebben onder andere aangetoond dat het plasmagehalte van vitamine C stijgt vier uur na inname bij mensen die 500 ml gazpacho per dag hadden gegeten gedurende twee weken. Dat is weliswaar geen erg gevarieerd menu, maar dat was voor de studie en liet toe om een positieve invloed van het eten van deze soep aan te tonen. We zouden niet verwonderd zijn dat gelijkaardige studies met andere soorten soepen deze gegevens zouden bevestigen. De concentraties van sommige prostaglandines en van een chemotactisch eiwit van de macrofagen waren trouwens gedaald. Dat zou van belang kunnen zijn voor ontstekingsprocessen maar dient verder onderzocht.
Het tweede voorbeeld is dat van tomatensoep. We kennen al enkele jaren het belang van ketchup als leverancier van lycopeen, met zijn antioxidatieve eigenschappen. Rao heeft een studie gedaan waarin 17 gezonde mensen elke dag gedurende vier weken lycopeenrijke producten hebben gebruikt. Tomatensoep behoorde daarbij. Na vier weken was het serumgehalte van lycopeen gestegen evenals het totale antioxidatieve potentieel. Dat kwam overeen met een daling van de oxidatieve stress. Met andere soep heeft heel wat troeven en we hebben een overvloed aan keuze.
La Rédaction
Referenties
Flood JE, Rolls BJ. Appetite 2007 ; 49 : 626-34.
Mattes R. Physiol Behav 2005 ; 83 : 739-47.
Rao AV. Can J Diet Pract Res 2004 65 : 161-5.
Rolls BJ et al. Obes Res 2005; 13: 1052-60.
Sanchez-Morino C. et al. J Nutr Biochem 2006; 17: 183-9.
|