Door Nicolas Rousseau
" HEALTH & FOOD " nummer Speciaal, Mei 2006
|
Een lui maagdarmstelsel is ongetwijfeld hét probleem bij ouderen. Vrij logisch, omdat optimale hydratatie om fysiologische redenen doorgaans een ernstig probleem vormt, maar de hoofdzaak is wellicht de fel afgezwakte dorstprikkel. De eerste bekommernis is dus: aanzetten tot drinken en vooral veel drinken, zeker in geval van dehydratatie. De meest geschikte drank blijft water, hoewel het belang van andere dranken zeker niet mag onderschat worden. Minder smaakloos dan water (al kan over de smaak van water geredetwist worden) zijn koffie, thee, kruidenaftreksels, fruit- en groentesappen of soep. Ook deze dranken zijn, ook al omdat ze meer genoegen verschaffen, bijzonder geschikt als bronnen van vocht. De ingeburgerde gewoonte van een of enkele glaasjes bier of wijn moet niet verboden worden, tenzij dat het een vorm van verslaving is. Zelfs frisdranken mogen een bron van vochttoevoer zijn. Het enige bezwaar hierbij is dat, in geval het geen light vorm is, ze een overmaat aan calorieën kunnen leveren die niet afgevoerd worden door het lichaam. Dit is een aspect dat vooral moet bekeken worden in geval van overgewicht of zwaarlijvigheid, al is overgewicht bij senioren zeker niet de algemene regel. Bepaalde mineraalwaters, zeker de sulfaathoudende, hebben een licht purgerend effect, niet zelden een welkome eigenschap bij deze leeftijdsgroep. Naast de vochttoevoer als dusdanig is een behoorlijke inname van groenten en fruit, van nature rijk aan water, eveneens een uitstekend middel om aan de vochtbehoefte te voldoen. Daarenboven zorgen ze voor een zachte ontlasting. Idealiter zou de vaste voeding (voornamelijk plantaardige producten) dagelijks ongeveer één liter water moeten aanbrengen.
Graanproducten niet vergeten
Om te voorkomen dat de darmen verstopt raken als gevolg van een te compacte of te droge voedselbol, is water alleen niet voldoende. Om meer stoelgangmassa te verkrijgen moet ook vezelrijke voeding ingeschakeld worden : volle graanproducten, fruit en groenten (gedroogd of vers), peulvruchten en zaden. Zowel de onoplosbare vezels uit volle graanproducten (hoewel rogge en haver ook goede bronnen van oplosbare vezels zijn) als de oplosbare vezels uit andere plantaardige producten dragen bij tot een normalisatie van de darmpassage.
De onoplosbare vezels zorgen in de eerste plaats voor een versnelde darmtransit en verhogen in aanzienlijke mate het volume van de stoelgangmassa. Het zijn vooral volle graanproducten (tarwe) die aan deze eis voldoen. De fermenteerbare oplosbare vezels, hebben eerder een regulariserende functie. In functie van de darmmotiliteit versnellen of vertragen ze de darmtransit. Dit is onder meer het geval voor inuline en oligofructose die een gunstige invloed hebben de samenstelling van de darmflora; ze bevorderen dus de darmwerking.
Daarnaast kunnen producten van plantaardige oorsprong nog tal van andere bestanddelen bevatten die een welgekomen lichte laxerende werking hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor polyfenolen in rode fruitsoorten, trehalose in champignons, ajugose in peulvruchten, … Over het aanbevelen van vezelsupplementen moet tweemaal nagedacht worden. In tal van studies is aangetoond dat dit niet altijd onschuldig is. De effecten zijn soms negatief. Supplementair vezels toedienen aan een senior met constipatieproblemen zal op lange termijn de toestand alleen maar verergeren. Daarenboven kunnen ze irriterend werken op de darmslijmvliezen en voor een belastend oncomfortabel gevoel zorgen.
Probiotica : een stamprobleem
Probiotica kunnen bijdragen tot een gezonde darm, al moet hun invloed op de darmpassage sterk gerelativeerd worden. De darmpassage wordt sterk beïnvloed door de bacteriestam die in het probioticum toegevoegd wordt. Lang niet alle probiotica zijn even doeltreffend om diarree of constipatie te milderen, laat staan bij een geprikkeld colon. Het verschil in doeltreffendheid gaat zelfs verder. Lactobacillen en bifidobacteriën hebben helemaal geen probiotisch effect ! De terminologie definieert fermenten met een naam en een soort. Bijvoorbeeld : naam (Lactobacillus), soort (casei) en stam (DN-114 001 of defensis). Door deze benamingen wordt het onderscheid zeer duidelijk gesteld : zo zijn alle op de markt verkrijgbare producten waarin Lactobacillus casei verwerkt zijn, niet allemaal probiotica. Niet alle variëteiten kunnen overleven of bezitten aantoonbare heilzame eigenschappen voor de gastheer ofwel werd hun heilzaam effect nog niet wetenschappelijk aangetoond of bestudeerd. Hetzelfde geldt voor de bifidobacteriën. Enkel voor welbepaalde micro-organismen zoals Lactobacillus casei Shirota en Biffidobacterium DN-173 kon duidelijk een gunstig effect bij constipatie worden vastgesteld. Zo ook kon voor Lactobacillus casei immunitas, Lactobacillus rhamnosus GG, … wetenschappelijk aangetoond worden dat ze een positief effect hebben bij de behandeling van diarree. Dit geldt ook voor sommige als geneesmiddel geregistreerde gisten zoals Saccharomyces boulardii.
Melksuiker : geen beperking
Met het ouder worden ziet men dat de consumptie van zuivelproducten daalt, wat - alleen bij bepaalde personen - niet bevorderlijk is voor de opname van het melksuiker of lactose. In tegenstelling met wat algemeen gedacht wordt, leidt een tekort aan het enzym lactase, (komt voor bij 20 tot 40 % van de bevolking), slechts in de helft van de gevallen tot symptomen van lactose-intolerantie. Een zeer geringe lactaseactiviteit leidt niet noodzakelijk tot klinische symptomen. Overigens heel veel personen met een tekort aan lactase verdragen zonder problemen één tot twee glazen melk. Bij gevoelige personen gaat lactose-intolerantie gepaard met een opgeblazen gevoel, buikpijn, soms diarree, … symptomen die zich onmiddellijk na het innemen van melkproducten manifesteren. Dit is nog geen reden om aan senioren helemaal geen zuivelproducten meer te geven, zeker omdat ze van kapitaal belang zijn voor de aanbreng van calcium en vitamine D. Bepaalde kaassoorten (vooral harde kazen) en in het bijzonder yoghurt scheppen geen enkel probleem in geval van lactose-intolerantie. Integendeel zelfs. In de goede oude klassieke yoghurt worden twee specifieke fermenten gebruikt : Lactobacillus bulgaricus en Streptococcus thermophilus. Ze breken lactose gedeeltelijk af en behouden zelfs hun lactase-activiteit tot in de darm: ze overleven immers grotendeels de maagzuurbarrière.
Om diarree te doen stoppen
Acute vormen van diarree vergen niet altijd een medicamenteuze behandeling. Gezien diarree tot aanzienlijk vochtverlies leidt is het herstellen van de vochtbalans de eerste prioriteit, zeker bij ouderen. Traditioneel bestaat de behandeling uit het oraal toedienen van een rehydraterende vloeistof, een antidiarreicum en, in geval van buikpijn, een antispasmodicum. Bij ernstige vormen, gepaard gaande met koorts, bloed in de stoelgang, overvloedige diarree, … is een medische opvolging onontbeerlijk. Het opnieuw inschakelen van een normale voeding moet geleidelijk aan gebeuren. Het gebruik van yoghurt is in deze situatie bijzonder aanbevolen. Yoghurt herstelt het evenwicht in de darmflora. Ook het geven van bepaalde drinkbare probiotica kan overwogen worden omwille van hun bacteriostatische en antibiotische eigenschappen. Nogmaals : de aanvoer van voldoende vocht is tijdens de hele periode van de diarree zeer belangrijk, zeker als deze toestand vaak voorkomt; het risico voor deshydratatie is immers bijzonder groot wat mogelijk tot zeer ernstige gevolgen kan leiden.
Nicolas Rousseau
Diëtist, voedingsdeskundige |