Door Nicolas Guggenbühl
" HEALTH & FOOD " nummer 67, Oktober/November 2004
|
Van de voedingsstoffen die bij de publieke opinie het hoogste aanzien genieten, bijten de vitamines de spits af. Hun verkoop gaat in steeds stijgende lijn en bij gebrek aan vitaliteit en/of op zoek naar bescherming glijden ze gewillig door de keel van de Moderne mens. Vitamines en mineralen hebben wel de reputatie beschermend te werken : ze zijn in staat de vrije radicalen te neutraliseren, dit zijn agressoren die betrokken zijn bij het verouderingsproces en bij tal van aandoeningen, zoals cardiovasculaire aandoeningen en kankers.
Talrijke observatiestudies tonen een omgekeerd verband aan tussen de inname en de bloedwaarden van bepaalde antioxidanten zoals bètacaroteen en vitamine C en de prevalentie van deze aandoeningen. Nochtans zijn de tot op heden uitgevoerde gerandomiseerde studies verre van overtuigend. De SU.VI.MAX studie evenwel, nog steeds niet gepubliceerd, wijst op een beschermende invloed (enkel bij de mens) van een suppletie via de voeding met 5 antioxidanten met betrekking tot de incidentie van kankers en de sterfte door kanker (rekening houdend met alle nevenparameters). Talrijke andere studies zijn minder overtuigend, zelfs ontmoedigend.
Systematisch overzicht
Een ploeg behorend tot de Cochrane Hepato-Biliary Group (Center for Clinical Intervention Research, Copenhagen University Hospital, Denemarken) onderzocht het verband tussen antioxidatieve supplementen en kankers van het verteringsstelsel (slokdarm, maag, colon, pancreas en lever). Ze selecteerden alle studies waarin de deelnemers gerandomiseerd werden om tot een groep kunnen te behoren waarin ofwel een supplement aan antioxidanten ofwel een placebo werd toegediend, en waarbij de incidentie van gastro-intestinale kankers werd vastgesteld. In het totaal kwamen hiervoor 14 studies in aanmerking met meer dan 170 000 deelnemers.
De kwaliteit van de geselecteerde studie werd door de auteurs over het algemeen als waardevol aanzien en was de heterogeniteit van de gegevens zwak tot matig. Er kon geen enkel significant effect door de suppletie van bètacaroteen, de vitamines A, C, E en selenium, afzonderlijk of gecombineerd ingenomen, met de incidentie van de vijf kankers worden aangetoond. In zeven degelijk uitgevoerde studies moest zelfs een lichte stijging van de mortaliteit worden vastgesteld (terwijl dat in de minder degelijk uitgevoerde studies de invloed op de mortaliteit niet kon worden aangetoond). Het risico op sterfte ligt significant hoger wanneer bètacaroteen samen met vitamine A wordt ingenomen, terwijl bij de afzonderlijke inname van bètacaroteen het risico op sterfte wel blijkt te dalen.
Voortijdige sterfte
In de veronderstelling dat hun studie correct is uitgevoerd, stellen de auteurs dat voor iedere schijf van één miljoen personen die voedingssupplementen hebben ingenomen, er 9.000 onder hen een vroegtijdige dood zullen sterven. Een uitspraak die regelrecht indruist tegen de aanbevelingen die aan miljoenen mensen wordt meegegeven om dagelijks voedingssupplementen in te nemen.
Toch moet gezegd dat de onderzocht populatie in de studie zeer heterogeen is, met rokers, ex-rokers, arbeiders blootgesteld aan asbest, en dat de gebruikte dosissen in bepaalde van deze studies bijzonder hoog zijn, wat bij de huidige benadering van het gebruik van supplementen niet meer het geval is.
Enkel het selenium blijkt te werken : vier studies wijzen op een significante daling van de incidentie van gastro-intestinale kankers. In drie van de vier studies wijzen de onderzoekers evenwel op een beperkte transparante en een weinig degelijke methodologie en dat verder onderzoek nodig is om de doeltreffendheid van selenium te bevestigen. Voor de andere supplementen met anti-oxidanten is de pil eerder bitter …
Nicolas Guggenbühl
Referentie :
Bjelakovic G et al. Lancet 2004;364:1219-1228. |