Door Nicolas Guggenbühl
" HEALTH & FOOD " nummer 65, Mei/Juni 2004
|
Het succes van het “low-carb” dieet, dieet arm aan koolhydraten, is vooral in de Verenigde Staten sterk in opmars en vindt gaandeweg ook succes in Europa. Weldra zullen in de winkelrekken “low-carb” producten courant te vinden zijn, regelrecht afkomstig van het Atkinsdieet. Dit dieet bestaat erin alle koolhydraatbronnen, of ze nu afkomstig zijn van peulvruchten, fruit, suikerwaren, … te schrappen (zie Health and Food nr. 59). Het gevolg is dat noodgedwongen een dieet rijk aan eiwitten en aan vetten moet gevolgd worden, wat in de wetenschappelijke wereld voor de nodige argwaan zorgt.
Nieuwe rage
Nogal wat consumenten zijn te vinden voor de nieuwe “low-carb”rage: calorieën en vetten moeten niet meer geteld worden en alle eiwitbronnen zijn zonder enige beperking toegelaten. Het is ook een gemakkelijk dieet: in het restaurant bijvoorbeeld mogen vlees, vis, koolhydraatarme groenten naar believen gekozen worden en men onthoudt zich van zetmeelproducten. Zetmeel dat sowieso in veel gevallen reeds in de dagelijkse voeding gebannen wordt…
Wetenschappers zijn meer en meer begaan met het “low-carb”dieet, wat overigens nodig is om de werking ervan te kennen. Een aantal studies tonen inderdaad aan dat met het “low-carb”dieet vlugger gewichtsverlies optreedt in vergelijking met het traditionele low-fat dieet. Voor aanhangers van het dieet is dit hét sleutelargument. In een recente studie, waarin bij 120 volwassen zwaarlijvige personen het “low-carb”dieet met het low-fat dieet vergeleken werd, werd deze vaststelling nog maar eens bevestigd.
Opmerkelijk verschil…
Het “low-carb”dieet in de studie, uitgevoerd in het Duke University Medical Center, bevatte minder dan 20 g koolhydraten per dag. Hoofdbestanddelen waren: vlees, gevogelte, vis, schelp- en schaaldieren en eieren in onbeperkte hoeveelheden, 120 g harde kaas, 2 kommetjes ‘salade' (slasoorten, spinazie, …) en een kom koolhydraatarme groenten (broccoli, bloemkool, courgette). Bij het low-fat dieet werd een dagelijkse caloriebeperking van 500 tot 100 kcal opgelegd, met minder dan 30 % van de energie afkomstig van vetten, minder dan 10 % verzadigde vetzuren en niet meer dan 300 mg cholesterol per dag.
Na zes maanden kon in de “low-carb”groep een gewichtsverlies van 11,8 kg genoteerd worden, terwijl dit in de low-fat groep slechts 6,3 kg was. De totale cholesterol in de low-fat groep daalde, maar de waarden voor de triglyceriden en de HDL waren gunstiger in de “low-carb” groep.
…. maar van korte duur
Deze studie, die op een niet gelimiteerde beurs van de Atkins Foundation kon rekenen, heeft evenwel een belangrijke beperking: de periode. Dit is overigens het probleem met alle studies die het “low-carb” dieet onderzoeken: ze worden niet langer dan zes maanden volgehouden. De zeldzame studies die over twaalf maanden gespreid worden vertonen niet hetzelfde enthousiasme.
De laatst gekende studie hieromtrent betrof 132 zwaarlijvigen die of aan een “low-carb” dieet (minder dan 30 g koolhydraten per dag) of een low-fat dieet (caloriebeperking van 500 kcal, met maximaal 30 % vetenergie) werden onderworpen. Ook hier waren de resultaten na de eerste zes maanden beduidend beter in de “low-carb” groep. Eenmaal de kaap van zes maanden voorbij werd in deze groep geen gewichtsverlies meer vastgesteld, terwijl dit in de tweede groep wel bleef doorgaan.
Na verloop van de 12 maanden was het gewichtsverlies in de twee groepen vergelijkbaar. Het vetprofiel was verschillend: de low-fat groep had een beter cholesterol- en LDLprofiel, terwijl in de “low-carb” groep de waarden voor de triglyceriden en de HDL beter waren.
Kortom, zelfs al blijkt het “low-carb” dieet op korte termijn betere resultaten op te leveren, wat in de toekomst zeker verder moet worden onderzocht, zal het dieet toch niet in staat zijn ons leef- en eetgedrag grondig te wijzen of de opmars van het probleem van de zwaarlijvigheid te stuiten.
Nicolas Guggenbühl
Ref :
Annals of Internal Medicine van 18 mei 2004 |