Door Nicolas Rousseau diëtist, nutritionist
" HEALTH & FOOD " nummer 81, Januari - Februari 2007
|
Of voor een vermageringsdieet alleen of een dieet gecombineerd met fysieke activiteit moet gekozen worden, is vaak een punt van discussie. Aan fysieke activiteit doen zorgt voor een betere lichaamssamenstelling, met name de verdeling van de vetmassa. Diëten die vanuit voedingsoogpunt vaak onorthodox zijn, zijn wel eens - voor korte duur - een schot in de roos. Nadien moet de broeksriem wel behoorlijk aangetrokken worden om het resultaat te behouden. De andere leerschool, doorgaans door diëtisten met hand en tand aanbevolen, kiest voor een zachtere aanpak. De patiënt wordt op zijn voedingsfouten gewezen, er worden minder calorieën voorgeschreven en er wordt aanbevolen dagelijks meer fysieke activiteit in te lassen. Kortom een behandeling waar vooral geduld en zelfopoffering gepredikt worden, aspecten die bij aanvang van een vermageringsdieet zelden aan de orde zijn.
Veel minder eten of iets meer bewegen?
Om op deze netelige vraag een antwoord te geven zetten Amerikaanse onderzoekers een gerandomiseerd, placebo gecontroleerd onderzoek op. Er namen 36 personen aan deel, waarvan 24 met overgewicht en 12 met een normaal gewicht. Gedurende zes maanden volgden de vrijwilligers een niet opgelegd voedingsschema. Ofwel behielden ze hun normale voeding, waardoor hun huidig gewicht onveranderd bleef; ofwel volgden ze een strikt vermageringsdieet met een verminderde energieaanbreng van 25 %; ofwel een vermageringsdieet met een caloriebeperking van 12,5 %, gecombineerd met een matige fysieke activiteit, vijf maal per week (overeenstemmend met een energieverbruik van 12,5 %). De wijzigingen in de lichaamssamenstelling werden met een DEXA bepaald, en de wijzigingen in de vetverdeling door een CT-scan gevisualiseerd.
Kleine beekjes worden grote rivieren
Het verdict: één calorie is één calorie, of die nu verloren gaat door minder te eten of door meer te bewegen. Anders gezegd: ook al is de verminderde energieaanbreng verschillend (minder eten of meer bewegen), is er geen verschil in lichaamssamenstelling of verdeling van de vetmassa vast te stellen. In het aangehaalde onderzoek bedroeg het gewichtsverlies bij de personen met overgewicht gemiddeld 8 kg. Het verlies aan vetmassa was ongeveer 6 kg en het verlies aan inwendige vetmassa ongeveer 1 kg. Kortom de twee behandelingswijzen leidden tot een gelijkwaardig resultaat. Toch moeten de resultaten gerelativeerd worden. Hoewel het eindresultaat hetzelfde is voor wat het gewichtsverlies betreft, is de zachte benadering (matig dieet gecombineerd met fysieke activiteit) toch het meest lonend. De voeding wordt minder gemarginaliseerd en deze behandeling voorkomt het zwaard van Damocles, het yo-yo effect. Wellicht toch iets om in overweging te nemen wanneer eventueel gestart wordt met een pompelmoeskuur, een dieet zonder zetmeelproducten of een 'zakjesdieet' ... voor het televisiescherm!
Nicolas Rousseau diëtist, nutritionist
Redman LM et al. J Clin Endocrinol Metab. 2007 jan 2;
|