Door Nicolas G. diëtist, nutritionist
" HEALTH & FOOD " nummer 84, September - Oktober 2007
|
De stof die aan tomaat haar mooie rode kleur geeft, lycopeen, wordt sinds jaren als een van de meest belovende fytochemis-che stoffen beschouwd in de farmacopee van plantaardige producten. Dit carotenoïde, dat geen vitamine A activiteit bezit, wordt alom aanbevolen om het risico op het ontstaan van prostaatkanker in te dijken, of de ontwikkeling ervan af te remmen. Uit de resultaten van een zeer omvangrijk onderzoek, waarin de rol van de bloedconcentraties aan lycopeen en andere carotenoïden en de preventie van prostaatkanker werd onderzocht, blijkt de rol van lycopeen voorbarig te zijn.
Antioxidatief mechanisme
Tal van eerder uitgevoerde studies wijzen op een beschermend effect van lycopeen ten aanzien van prostaatkanker. Tot hiertoe gold: hoe meer lycopeen via de voeding wordt ingenomen, hoe groter het beschermend effect. Tomaten en afleidingen van deze groente zijn belangrijke voedingsbronnen van lycopeen. De antioxidatieve eigenschappen van deze voedingsstof worden als verklaring voor het beschermend effect naar voor geschoven. Zeer reactieve moleculen, die mogelijk het DNA en andere celbestanddelen beschadigen, kunnen door lycopeen gedeeltelijk geneutraliseerd worden. Tot op heden volgden wetenschappers vooral volgende denkpiste: met het toenemen van de leeftijd vergroot ook de schade toegebracht door vrije radicalen, alsook het risico op het ontstaan van prostaatkanker.
Het wetenschappelijk onderzoek in dit verband, uitgevoerd tijdens de laatste jaren, heeft deze zienswijze nooit met volledige zekerheid kunnen bevestigen. Meer nog, door de vaak tegenstrijdige resultaten is er ernstige twijfel ontstaan. De resultaten van een recent uitgevoerde grootschalige prospectieve studie geven de genadeslag. Hierin werd een cohorte van meer dan 28 000 mannen onderzocht in de Prostate, Lung, Colorectal, and Ovarian (PLCO) Cancer Screening Trial.
Carotenoïden onder de loep
De deelnemers aan het onderzoek werden gedurende acht jaar gevolgd. Hun leeftijd lag tussen 55 en 74 jaar en bij aanvang van de studie waren ze vrij van prostaatkanker. Er werd een bloedmonster genomen waarin de aanwezigheid van volgende carotenoïden werd bepaald: lycopeen, alfacaroteen, bètacaroteen, bètacryptoxantine, luteïne en zeaxanthine.
De resultaten tonen geen enkel significant verschil in de bloedconcentratie aan lycopeen bij de mannen die wel en bij hen die geen prostaatkanker ontwikkelden. Het enige carotenoïde dat uit de toon viel - maar dan wel in negatieve zin - was het bètacaroteen. Een hoge bloedconcentratie aan bètacaroteen gaat gepaard met een hoger risico op agressieve vormen van prostaatkanker.
De FDA bemoeit er zich mee
Eén maand na de publicatie van deze studie kreeg de Food and Drug Administration een aanvraag voor het gebruik van een voedingsclaim, meer bepaald in verband met de inname van lycopeen en tomaat op het ontstaan van prostaatkanker. De FDA nam volgend besluit: op basis van de huidige, beschikbare gegevens stellen we dat het bewijs voor een verminderd risico op het ontstaan van long-, colorectale, borst- en baarmoederslijmvlieskanker door het eten van tomaten zeer beperkt is.
Deze kaakslag voor het lycopeen en de tomaat doet evenwel geen afbreuk aan het belang van tomaten en afgeleide producten in een gezonde voeding. Ook de rol van dit voedingsmiddel in de preventie van kanker wordt helemaal niet ondermijnd. De preventieve eigenschappen van tomaten zijn niet groter of niet kleiner in te schatten dan die van andere groenten- of fruitsoorten.
Nicolas G. diëtist, nutritionist
Referentie: Peters U et al. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2007;17(5):962-8.
Kavanaugh CJ et al. J Natl Cancer Inst 2007;99(14):1074-85.
|