In België hebben niet minder dan 450 000 mensen diabetes van wie 80 tot 90 % type 2 diabetes hebben. Een goede controle van de glycemie is belangrijk om de complicaties van deze pathologie te voorkomen of uit te stellen zoals hartziekten, perifere vaatziekten, verminderd gezichtsvermogen en nierinsufficiëntie.
Zelfcontrole heeft als doel de glycemie van een diabetespatiënt optimaal te volgen en de aangepaste insulinedoses aan te geven die hij moet injecteren met een verminderd risico op hypoglycemie.
Daartoe bestaan er diverse hulpmiddelen zoals continue glucosemonitors (captoren) en glucometers (ASG) voor patiënten zodat zij de waarde van hun bloedglucose kunnen volgen. Er is ook nog andere software beschikbaar op de insulinepompen die de patiënten kan helpen om hun insulinedosis te regelen in het bijzonder op het moment van de maaltijden.
De zelfcontrole helpt dus diabetici om de schommelingen van de concentraties van hun bloedglucose te verminderen door de frequentie van hypo- en hyperglycemieën te doen dalen en door hun niveau van geglycolyseerd hemoglobine te verbeteren (A1c of HbA1c).
Er bestaan tal van gegevens over de gunstige effecten van zelfcontrole van de glycemie in de literatuur. Maar voor type 2 diabetici die niet met insuline worden behandeld zijn de resultaten tegenstrijdig.
Er bestaat geen echte consensus over de frequentie en de timing van de zelfcontrole van de glycemie en van de exacte impact ervan op de controle van de bloedglucose bij diabetici die geen insuline nodig hebben. Een van de redenen voor deze controverse zou nochtans verband kunnen houden met de stijgende gezondheidskosten en dus met het feit dat de toestellen voor zelfcontrole niet worden terugbetaald. Dat is een hinderpaal voor de volledige evaluatie van de impact van de zelfcontrole op lange termijn bij deze mensen.
Om te bepalen of de zelfcontrole van de glycemie al dan niet nuttig is bij type 2 diabetici met of zonder insulinetherapie werd een meta-analyse uitgevoerd. Verschillende parameters zoals de controle van de glycemie, de frequentie van de hypoglycemieën, de levenskwaliteit en de jaarlijkse kost gecorrigeerd voor de kwaliteit werden genoteerd. In totaal werden bijna 30 gecontroleerde gerandomiseerde studies geanalyseerd tussen 1996 en 2009.
Uit deze studies is gebleken dat door zelfcontrole een statistisch significante van het HbA1c met 0,21% werd verkregen in vergelijking met mensen zonder zelfcontrole. Gelijkaardige resultaten zouden eveneens zichtbaar zijn bij patiënten onder zelfcontrole die deze methode werd aangeleerd in vergelijking met patiënten zonder opleiding.
Spijtig genoeg werd geen enkel voordeel door de zelfcontrole aangetoond wat betreft de frequentie van hypoglycemieën of de veranderingen van de medicatie. Ook de gegevens over de kostenbaten-verhouding waren niet eensluidend. In sommige studies werd bevestigd dat met de zelfcontrole besparingen konden worden verkregen op gebied van gezondheidskosten maar in andere studies werd het tegendeel aangetoond; Een van de redenen hiervoor zou het feit kunnen zijn dat de jaarlijkse kosten van de zelfcontrole erg kunnen wisselen (11€-295€).
Uit de kwalitatieve studies is gebleken dat er een gebrek aan opleiding bestond om de gegevens van de zelfcontrole te interpreteren en te gebruiken.
Er werd nu aangetoond dat door zelfcontrole de glycemie beter kan worden beheerd uitsluitend in het kader van een aangepaste opleiding zowel van patiënten als van gezondheidsprofessionals. Zij dienen aan te leren hoe ze dienen te reageren op de gegevens op gebied van levenswijze en aanpassing van de behandeling. De zelfcontrole kan nog doeltreffender zijn als de patiënten zelf hun medicatie kunnen aanpassen.
Opleiding van diabetici zou dus niet enkel mogen slagen op de methoden van zelfcontrole maar ook op de kennis van de ziekte, de voeding, de fysieke activiteit, de medicatie en de voetverzorging.
De wereldwijde prevalentie van diabetes neemt voortdurend toe en er bestaat maar een beperkt aantal endocrinologen en specialisten op dat gebied. Nu zijn er al meer dan 24 miljoen diabetici; het is dan ook belangrijk hen de best mogelijke opleiding te geven over hun pathologie zodat zij die zo goed mogelijk kunnen regelen en zo autonomer kunnen worden.
Referenties:
Garg S, Hirsch I, self-monitoring of blood glucose. Int J Pract Suppl. 2010 Feb; (166): 1-10.
Engelstalig artikel, geraadpleegd in oktober 2010.
Clar C, Barnard K, Cummins E et al. Self monitoring of blood glucose in type 2 diabetes: systematic review. Health Technol Assess. 2010 Mar; 14(12): 1-140.
Engelstalig artikel, geraadpleegd in oktober 2010.
Greenhalgh T, Collard A, Campbell-Richards D et al. Storylines of self-management: narratives of people with diabetes from a multiethnic inner city population. J Health Serv Res Policy. 2010 Sep 6.
Engelstalig artikel, geraadpleegd in oktober 2010.