De voedings- en energiebehoeften bij kinderen zijn in vergelijking met volwassenen zeer hoog. Daarom dient de nodige aandacht besteed aan hun voeding, met name op gebied van vetten, energieleverende stoffen, essentiële vetzuren en vitaminen die onontbeerlijk zijn voor hun ontwikkeling.

De mediabelangstelling voor de groeiende epidemie van obesitas bij kinderen heeft de ouders ertoe aangezet de jacht te openen op de calorieën in de voeding van hun kindjes. Het resultaat is dat er nu te weinig vetten in het bord van de jonge kinderen terecht komen.

In een recente studie door Synovate Belgium is aangetoond dat de voeding van jonge kinderen te weinig vetten bevat. Deze enquête werd uitgevoerd bij 500 ouders van kinderen tussen 6 en 36 maanden en wijst uit dat bij amper 18 % van deze kindjes de dagelijkse behoefte aan vetten is gedekt.

Bovendien is de verdeling van deze lipiden helemaal niet ideaal met een overwicht van cholesterol en verzadigde vetten en een tekort aan mono- en polionverzadigde vetten. En het zijn nu net in deze laatste categorie dat linoleïnezuur (C18 :2 n-6) en α-linoleenzuur (C18 :3 n-3) voorkomen. Dat zijn vetzuren die als essentieel worden bestempeld omdat ze niet kunnen worden aangemaakt door het lichaam en dus via de voeding moeten worden aangebracht. Volgens een studie van 2008 zou bijna 92 % van de kinderen tussen 6 en 36 maanden niet genoeg meervoudig onverzadigde vetzuren krijgen via hun voeding.

Kinderen zijn geen mini-volwassenen. Ze hebben specifieke voedingsbehoeften die veranderen al naargelang van hun leeftijd. De totale lipden en de essentiële vetzuren zijn geen uitzondering op die regel en de aanbreng ervan dient aangepast in functie van de leeftijd van de kinderen:

Zoals hoger gesteld kunnen de vetstoffen in onze voeding afhankelijk van hun samenstelling tal van stoffen bevatten die gunstig zijn voor de groei en ontwikkeling van kinderen.

Naast de reeds vermelde essentiële vetzuren zijn er vitamines zoals vitamine A, dat een rol speelt bij het zicht, de groei en de ontwikkeling en ook nog bij het in stand houden van de intactheid van de celepithelen. En ook vitamine E als krachtig antioxidans en vitamine D, dat een rol speelt bij de absorptie van calcium, het zo belangrijke mineraal dat rechtstreeks betrokken is bij de groei van de botten.

Belangrijk blijft te weten welke vetstoffen te kiezen voor onze kinderen om hen deze micronutriënten te leveren in de goede verhoudingen.

Om de kwaliteit van de lipiden te behouden in de voeding van kinderen dient gekozen voor vetstoffen die zichtbaar van goede kwaliteit zijn zowel als boterhamsmeersel als voor de bereiding van hun maaltijden.

Voor de aanbreng van α-linoleenzuur heeft koolzaadolie een bepaald belang gezien de nutritionele samenstelling ervan. Bovendien heeft deze olie het voordeel een neutrale smaak te hebben waardoor ze niet de smaak aantast van de gerechten voor onze kinderen. Linoleïnezuur kan dan weer worden aangeleverd via zonnebloem- of maïsolie bvb. die er niet onbelangrijke hoeveelheden van bevatten.

Sinds reeds enkele jaren werden door sommige fabrikanten vaste vetstoffen op de markt gebracht die bestaan uit een samenstelling van verschillende plantaardige oliën. Dat geeft een interessante samenstelling van essentiële vetzuren. Deze « margarines » en andere « bakvetstoffen » kunnen dus zonder probleem worden gebruikt voor de voeding van onze kindjes.

Voor de hoeveelheden vetstoffen die we aan onze kinderen moeten geven beveelt de ONE theoretische porties aan van 7 g vetstoffen per boterham bij kinderen tussen 18 maanden en 6 jaar en hoeveelheden oliën van 10 ml tussen 18 maanden en 3 jaar tot 7 ml voor kinderen tussen 4 en 6 jaar. We herinneren er wel aan da deze hoeveelheden gemiddelden zijn om de te voorziene voedingshoeveelheden te evalueren voor het geheel van de collectiviteit maar in geen geval een weerspiegeling zijn van wat alle kinderen van dezelfde leeftijd zouden moeten eten. De hoeveelheden vetstoffen die aan een kind worden gegeven dienen dus te worden aangepast aan zijn individuele behoeften.