Een studie die onlangs plaatsvond in de Verenigde Staten toont dat adolescenten met morbide obesitas, in tegenstelling tot wat men vaak denkt, geen hoger risico van depressie lopen dan hun niet-obese leeftijdgenoten.
Vorsers van het Center for Child and Adolescent Health Policy in het Mass General Hospital for Children (MGHfC) en van de afdeling volksgezondheid en huisartsgeneeskunde in de Tufts Medical School gingen het verband na tussen morbide obesitas en symptomen van depressie in een staal adolescenten, zowel blanken als zwarten.
De studie omvatte 51 deelnemers van 7 tot 12 jaar met morbide of ernstige obesitas (een body mass index van 40 of meer, hoger dan percentiel 95 voor hun leeftijdsgroep). Daarnaast waren er evenveel deelnemers zonder obesitas.
Het opsporen van depressieve symptomen gebeurde met behulp van een standaard evaluatietest, bij het begin van de studie en nog eens twee en drie jaar later. Men ging ervan uit dat deelnemers ernstige depressieve symptomen vertoonden wanneer ze een antidepressivum gebruikten of wanneer de behaalde evaluatiescores een niveau bereikten dat predictief was voor een ernstige depressieve stoornis.
In tegenstelling tot eerdere trials toonde de studie van Goodman en Must geen verband tussen het gewicht van de deelnemers en de aanwezigheid van depressie. Wel konden de auteurs vaststellen dat de obese adolescenten die consulteerden met een vraag om behandeling zich vaker slecht in hun vel voelden dan degenen die niet voor een behandeling kwamen.
De auteurs konden eveneens een lichte associatie opmerken tussen obesitas en een verhoogde kans van depressieve symptomen, maar uitsluitend bij blanke adolescenten en uitsluitend bij de evaluatie na afloop van de drie jaar studie. Omdat deze studie uitgevoerd werd buiten het ziekenhuis denken de vorsers ook dat deze resultaten nauwer aansluiten bij de echte gevoelens van de jongeren.
Volgens de auteurs zou het lichaamsgewicht wel een sterkere psychologische weerslag hebben voor blanke adolescenten dan voor hun zwarte leeftijdsgenoten. Artsen moeten dus vooral bij deze categorie adolescenten aandacht hebben voor de evaluatie van de emotionele toestand tijdens routineconsultaties.