.
 

Archieven> N°113 > @rtikel
article précédent image suivante

EPA en DHA, goed voor het hart?

Zowel door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA), maar ook door de Belgische Hoge gezondheidsraad (HGR) worden voedings- en gezondheidsclaims aan strikte voorwaarden onderworpen. Recent werden de gezondheidsclaims met betrekking tot het eicosapentaeenzuur (EPA) en het docosahexaeenzuur (DHA) door experts onder de loep genomen.

De heilzame eigenschappen van EPA en DHA, met name voor de cardiovasculaire gezondheid, zijn genoegzaam gekend en aangetoond in tal van studies. Niettemin zijn de gezondheidsclaims met betrekking tot EPA en DHA aan een strenge reglementering onderworpen en is het niet toegelaten om het even welke bewering op een verpakking van producten waarin het kostbaar omega-3 vetzuur in verwerkt is te plaatsen.

Op Europees niveau

Op Europees niveau zijn richtlijnen inzake de voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen opgenomen in de Europese verordening nr. 1924/2006 van 20 december 2006. Deze regelgeving heeft als doel: de consument te beschermen; het verhandelen van de producten te vergemakkelijken en een eerlijke economische concurrentie onder de handelaars te bewerkstelligen. In de wettekst worden een aantal algemene principes omschreven waaraan claims moeten voldoen. Zo mogen ze bv. niet vals, misleidend of dubbelzinnig zijn; ze moeten op gefundeerd wetenschappelijk onderzoek gebaseerd zijn; ze moeten gemakkelijk verstaanbaar zijn voor het grote publiek, ...

In de bijlage van de verordening is een niet-limitatieve lijst van voedingsbeweringen opgenomen die op de verpakking of in reclameboodschappen mogen vermeld worden, op voorwaarde dat aan een aantal verplichtingen wordt voldaan.

Vooraleer gezondheidsclaims op Europees niveau mogen worden gebruikt moeten ze aan een panel van experts worden voorgelegd die ze wetenschappelijk evaluatie en er op toeziet dat ze aan de specifiek opgelegde voorwaarden voldoen. In Europa ontfermt de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) zich over deze taak.

Nieuw voor EPA en DHA

Recent werd, op verzoek van de Europese Commissie en in overeenstemming met artikel 13 van de EV nr 1924/2006, aan de EFSA gevraagd een advies te formuleren met betrekking tot EPA en DHA-gezondheidsclaims. Als gevolg van dit advies werden een aantal beweringen voor producten en toevoegingen die EPA en/of DHA bevatten goedgekeurd, met name:

  • draagt bij tot het normaal functioneren van het hart
    (min. 250 mg EPA/DHA per dag);
  • kan bijdragen tot de normale ontwikkeling van de hersenen van de foetus, zuigeling en van het jonge kind
    (min. 200 mg DHA/d)
  • kan bijdragen tot de normale ontwikkeling van het oog van de foetus, zuigeling en van het jonge kind
    (min. 200 mg DHA/d);
  • kan bijdragen tot de visuele ontwikkeling van het kind
    (min. 200 mg DHA/d);
  • draagt bij tot het behoud van een normale hersenwerking
    (min. 250 mg DHA/d);
  • draagt bij tot het behoud van een normaal gezichtsvermogen
    (min. 250 mg DHA/d);
  • draagt bij tot het behoud van een normale bloeddruk
    (min 3 g. EPA/DHA/d);
  • draagt bij tot het behoud van een normale triglyceridenconcentratie
    (min. 2 g. EPA/DHA/d.).

En in België?

Naast de toepassing van de verordening nr. 1924/2006, is de publiciteit en het vermelden van beweringen voor voedingsmiddelen in België bijkomstig onderworpen aan het KB van 17 april 1980. Hierin wordt vermeld dat het in de reclame voor voedingsmiddelen strikt verboden is vermeldingen, beweringen of afbeeldingen te gebruiken die mogelijk de consument kunnen misleiden of mogelijk op een dwaalspoor brengen betreffende de aard, kwaliteit, samenstelling, productieproces, oorsprong of enig andere bijzondere eigenschap van aangeboden voedingsmiddelen.

In het KB worden ook niet-toegelaten beweringen aangehaald. Zo wordt onder meer vermeld dat het verboden is woorden als ‘hygiëne’, ‘medisch’, ‘patiënt’ ‘ziekte’ (of afleidingen, vertalingen, synoniemen of samengestelde woorden hiervan) in reclameboodschappen op te nemen.

Zo is het niet toegelaten de naam van aandoeningen, de vermelding of afbeelding van symptomen van ziekten, zieke personen, de naam of afbeelding van organen, bloed of bloedvaten, zenuwstelsel, ... op de verpakking van voedingsmiddelen te vermelden, verwijzend naar het mogelijk effect van het verpakte levensmiddelen. Zijn ook niet toegelaten het afbeelden van personen, kledij of toestellen verwijzend naar een medisch, paramedisch of farmaceutisch beroep.

Deze bepalingen zijn in eerste instantie bedoeld om te voorkomen dat voedingsmiddelen, en meer in het bijzonder voedingssupplementen, de consument misleiden aangaande hun aard of eigenschappen. Hoger beschreven vermeldingen of afbeeldingen zijn voorbehouden voor geregistreerde geneesmiddelen.

Het KB voorziet ook sancties voor alle reclame die doet geloven dat enkel een product van een bepaald merk bijzondere eigenschappen bezit, terwijl alle andere vergelijkbare voedingsmiddelen gelijkaardige eigenschappen bezitten. Ook strafbaar is wanneer verwezen wordt naar een bepaalde eigenschap van een voedingsmiddel op de gezondheid of het metabolisme, in geval voor dergelijke bewering geen enkel wetenschappelijk bewijs kan voorgelegd worden.

Dit verklaart waarom bepaalde beweringen wel op Europees niveau maar mogelijk niet op Belgisch niveau worden toegelaten. Dit geldt onder meer voor de bewering ‘draagt bij tot een normaal functioneren van het hart’. Om die reden werd binnen de Hoge Gezondheidsraad een comité van experten aangesteld om een advies uit te brengen omtrent nieuwe beweringen die al dan niet op de verpakkingen van een product in België mag vermeld worden.

We hebben tekort aan EPA en DHA

Gezien de talrijke aangetoonde gezondheidsvoordelen die aan omega-3 vetzuren en meer bepaald EPA en DHA worden toegeschreven, is het absoluut noodzakelijk dat aan de dagelijkse behoefte van deze bestanddelen kan voldaan worden, a fortiori voor kinderen en senioren.

Uit de resultaten van de Belgische voedselconsumptiepeiling (2004) blijkt dat nagenoeg 40 % van de bevolking de aanbevolen hoeveelheid meervoudig onverzadigde vetzuren, waaronder EPA en DHA, niet haalt.

Een recent onderzoek in Vlaanderen kwam tot hetzelfde besluit: kinderen van voorschoolse leeftijd nemen onvoldoende levensmiddelen tot zich waarin lange keten meervoudig onverzadigde vetzuren (waaronder EPA en DHA) in voorkomen.

Deze resultaten indachtig zou het wenselijk zijn de inname van EPA en DHA-rijke voedingsmiddelen (vette vis, verrijkte voedingsmiddelen, ...) aan te moedigen. Ook aanbevelingen om voedingssupplementen in te nemen, waarin deze vetzuren aanwezig zijn, behoort tot de mogelijkheden om aan de optimale inname te voldoen en zodoende maximaal van de heilzame eigenschappen te kunnen genieten.

Alexandre Dereinne

Referenties:

Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) DHA/EPA related health claims. EFSA Journal 2011;9(4):2078 [30 pp.]. doi:10.2903/j.efsa.2011.2078
Engelstalig artikel, geconsulteerd in april 2011.
Artikel

Hoge GezondheidsRaad http://www.health.belgium.be/eportal/foodsafety/advertising/index.htm#voedings%20en%20gezondheidsbeweringen
Frans- en Nederlandstalig artikel, geconsulteerd in april 2011

Hoge GezondheidsRaad, Belgische voedselconsumptiepeiling 2004.
Artikel
Frans- en Nederlandstalig artikel, geconsulteerd in april 2011

Sioen I, Huybrechts I, Verbeke W, et al. n-6 and n-3 PUFA intakes of pre-school children in Flanders, Belgium. Br J Nutr. 2007 Oct;98(4):819-25. Epub 2007 Aug 3.
Artikel
Engelstalig artikel, geconsulteerd in april 2011.


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés