Ferriprieve anemie is de meest voorkomende aandoening waarvoor een gastro-enteroloog geconsulteerd wordt (4-13%). Bij premenopauzale vrouwen is menstrueel bloedverlies de belangrijkste oorzaak van bloedarmoede. Bij postmenopauzale vrouwen en volwassen mannen is bloedverlies via de maagdarmtractus de belangrijkste oorzaak. Hoe kan ferriprieve anemie het best behandeld worden?
De oorzaken die tot ferriprieve anemie kunnen leiden zijn multipel. Zoals hoger reeds aangehaald krijgen premenopauzale vrouwen vaak bloedarmoede als gevolg van hun menstrueel bloedverlies. Uiteraard zijn er nog andere oorzaken van ferriprieve anemie, zoals:
- asymptomatische maag- of coloncarcinomen die aanleiding kunnen geven tot bloedarmoede door ijzertekort;
- ferriprieve anemie kan zich voordoen bij patiënten lijdend aan een malabsorptiesyndromen, zoals bijvoorbeeld coeliakie;
- bij personen met een onevenwichtig voedingspatroon kan een tekort aan ijzer optreden dat, indien de situatie langdurig blijft aanhouden, kan leiden tot bloedarmoede (bijvoorbeeld bij veganisme of bij onevenwichtig samengesteld vegetarisme);
- bloed geven, gastrectomie, langdurig gebruik van non-steroďde anti-inflammatoire geneesmiddelen (en nog tal van andere aandoeningen) kunnen eveneens oorzaak zijn van ferriprieve anemie.
In de eerste plaats moeten de oorzaak van het tekort aan ijzer worden aangepakt. Het doel van de behandeling is opnieuw normale waarden van hemoglobine en rode bloedcellen te verkrijgen en de reserves aan ijzer opnieuw aan te vullen. Wanneer dit doel niet bereikt wordt, moet de behandeling opnieuw geëvalueerd worden.
Om de ijzervoorraad van anemische patiënten doeltreffend aan te vullen kan, naast een ijzerrijke voeding, een systematische ijzersuppletie aangewezen zijn. Het toedienen van een supplement van 200 mg ijzersulfaat (twee maal per dag) is ongetwijfeld de eenvoudigste en goedkoopste oplossing. Voor patiënten die deze traditionele hoeveelheden niet verdragen (bijvoorbeeld o.w.v. maagdarmstoornissen, hoofdpijn, ...), kunnen lagere dosissen soms ook doeltreffend werken. Het is mogelijk dat andere ijzerpreparaten, zoals ijzerfumaraat, -gluconaat, of andere ijzerhoudende samenstellingen beter verdragen worden dan ijzersulfaat. Welk supplement ook wordt toegediend, en zelfs wanneer het ijzertekort in het lichaam is aangevuld, moet de orale inname nog een drietal maanden blijven doorgaan om zodoende de reserves opnieuw optimaal aan te vullen.
Voor patiënten die een orale ijzertoediening helemaal niet verdragen kan een parenterale (intraveneuze of intramusculaire) toediening soelaas bieden. Het is duidelijk dat deze vormen van toediening in een ziekenhuisomgeving en onder medische begeleiding moeten gebeuren.
Om de ijzeropname te verbeteren kan het nuttig zijn een aanvulling van 250 tot 500 mg ascorbinezuur, twee maal per dag, samen met de voorgeschreven ijzersupplementen in te nemen. Het kan eventueel ook nuttig zijn vitamine B12 en/of folaatpreparaten toe te dienen. De bloedwaarden van deze nutriënten kunnen spectaculair dalen wanneer de aanmaak van te grote rode bloedcellen toeneemt, in dit geval spreekt men van macrocytaire anemie.
Het zijn vooral levensmiddelen uit het dierenrijk die rijk zijn aan ijzer. De onbetwistbare leider in deze lijst is zonder twijfel zwarte pens met nagenoeg 12 mg ijzer per 100 g. Ander rood orgaanvlees (nier, lever, hart, ...) bevat ook behoorlijke hoeveelheden (tot 9.5 mg/100 g). Sommige zeevruchten, zoals mosselen, zijn ook goede ijzerbronnen (8 mg/100 g.) en rode vleessoorten bevatten gemiddeld 1,5 tot 3 mg ijzer per 100 g. Met een vetgehalte van nagenoeg 33 % is het echter niet aangewezen dagelijks zwarte pens op het menu te zetten. Overigens is rood orgaanvlees ook niet het favoriete menu-ingrediënt van de doorsnee Belg.
Hoewel graanproducten, peulvruchten en bepaalde groenten behoorlijk wat ijzer bevatten, is de biobeschikbaarheid van het erin aanwezig ijzer niet te vergelijken met die van dierlijke bronnen (5-10% tegen 25%). Daarenboven zijn in plantaardige grondstoffen soms bepaalde verbindingen aanwezig (zoals axaal- of fytinezuur) die de opname van ijzer negatief beďnvloeden. Slotsom: ijzerbronnen van plantaardige oorsprong kunnen bezwarend als goede leveranciers van ijzer worden aanzien.
Hoewel heel wat voedingsmiddelen in meer of mindere mate ijzer bevatten is het niet evident om ferriprieve anemie enkel met ijzerrijke voedingsmiddelen te behandelen. Het aanvullen van de voeding met ijzersupplementen is daarom stellig aanbevolen, zelfs onontbeerlijk.