Ondervoeding bij bejaarden vormt een reëel probleem voor de volksgezondheid. Het is overigens een aspect dat in het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan (NVGP-B) is opgenomen. Gezien de ernstige gevolgen die dit fenomeen met zich kan meebrengen, moet dit doeltreffend worden aangepakt.
Eind 2008 werd een omvangrijke nationale studie uitgevoerd waarbij de voedingstoestand van meer dan 5000 bejaarden ouder dan 75 jaar onder de loep werd genomen. De betrokken populatie verbleef zowel thuis als in een rust en verzorgingsinstelling. Uit het onderzoek kwamen enkele verontrustende cijfers naar voor.
Onder de 5000 deelnemers vertoonden meer dan 16 % ernstige tekenen van ondervoeding en 57 % vertoonden een risico voor dit probleem. Voor de thuisverblijvenden vertoonden 49 % van de 75 plussers een risico voor ondervoeding en was 12,8 % al ondervoed. Voor de in het ziekenhuis verblijvende senioren waren de cijfers niet veel beter, 30 tot 40 % van de bejaarden waren ondervoed. Ook uit een onderzoek dat in 2009 werd uitgevoerd kwam aan het licht dat vier op vijf patiënten ondervoed waren of een risico ervoor vertoonden.
Bij ondervoeding is de aanbreng van eiwitten of energie, of beide samen, ontoereikend in vergelijking met de behoeften. Bij het ouder worden stijgt de behoefte aan eiwitten met 20 % in vergelijking met een gezonde volwassen persoon van 40 jaar. In geval van een zieke bejaarde, kan de eiwitbehoefte tot 50 % stijgen.
Bejaarden consumeren minder eiwithoudende voedingsmiddelen. Een van de redenen hiervoor is dat veel bejaarden een aversie vertonen tegen eiwitrijke voedingsmiddelen. Soms hebben ze spijsverterings- of kauwproblemen als gevolg van een gebrekkig gebit of een slecht passende tandprothese.
Tal van studies tonen ook aan dat bejaarden vaak minder copieuze en geen gevarieerde maaltijden innemen en dit om diverse redenen: alleen eten is vervelend, voor één persoon koken is ‘moeilijk’, ... Een aantal bejaarden heeft geen zin meer om te eten, hoe lekker de maaltijd ook is klaargemaakt, omdat hun sensoriële gewaarwordingen drastisch verminderd zijn waardoor ze niet alle smaken en geuren meer kunnen erkennen eigen aan een lekker bereide maaltijd. Daardoor vermindert beetje bij beetje de noodzakelijke energieaanbreng voor deze senioren, waardoor ze noodgedwongen uit hun reserves moeten putten. Ongewild vermageren ze op die manier, wat onvermijdelijk tot ondervoeding leidt.
Tenslotte kan ook een of andere aandoening tot ondervoeding bij bejaarden leiden. Dit betekent een reëel gevaar, a fortiori bij neurologische aandoeningen zoals bij Alzheimer of de ziekte van Parkinson. Onderzoek wijst uit dat 60 % van de bejaarden die met deze aandoeningen geconfronteerd wordt ondervoed is. Ook bij artritis, vasculaire cerebrale accidenten, kanker of na een operatie komt ondervoeding vaak voor.
Ondervoeding bij bejaarden leidt tot ernstige gevolgen. Het lichaam kan niet meer normaal functioneren en de gezondheid gaat zienderogen achteruit. Dit leidt tot een verhoogd risico op sterfte, verminderde mobiliteit, een verhoogd val- en/of fractuurrisico, een toename van andere diverse complicaties met een verslechtering van de levenskwaliteit voor deze patiënten. Langzamerhand verliezen ze hierdoor ook hun autonomie.
Ook op economisch vlak zorgt ondervoeding voor een aantal gevolgen. Een recente studie bevestigt dat wanneer een patiënt met ondervoeding opgenomen wordt in het ziekenhuis dit een bijkomende financiële kost betekent van 19 % in vergelijk met een opname van een niet ondervoede bejaarde die voor een gelijkaardige medische aandoening wordt opgenomen. Andere studies tonen aan dat de hospitalisatiekosten van ondervoede patiënten tot 75 % hoger kunnen liggen in vergelijking met niet ondervoede patiënten. De meerkost voor de gezondheidszorg als gevolg van een niet behandelde ondervoeding wordt in België op 400 miljoen euro per jaar geraamd.
In het licht van de ernstige gevolgen die ondervoeding bij senioren op fysiologisch, economisch en sociaal vlak met zich meebrengt, is het belangrijk deze problematiek vooreerst te onderkennen en deze bij prioriteit te behandelen.
In België bestaat er momenteel evenwel geen enkel informatiekanaal om de (onder)voedingstoestand van senioren, in welke omgeving ze ook vertoeven, te kunnen evalueren en dit noch op medisch of familiaal vlak.
Zo zijn er bij de opleiding van medisch of paramedisch verzorgend personeel geen specifieke opleidingen aangaande dit probleem voorzien. Het is derhalve noodzakelijk deze gezondheidsmedewerkers optimaal te informeren. Te behandelen items zijn onder meer: Welke zijn de tekenen van ondervoeding? Hoe ondervoeding herkennen? Welke zijn de risicosituaties?
Investeren in de aanpak van ondervoeding bij bejaarden leidt nochtans tot onmiddellijke voordelen zowel op economisch vlak als wat de gezondheid van de patiënt betreft. Hoewel onze medische en verplegende verzorging op vlak van technologische uitvoering zeer goed op punt staat, worden de primaire zorgen, in het bijzonder aangaande ondervoeding, vaak onderschat en verwaarloosd. Een duidelijk medisch dossier aangaande de voedingstoestand van de patiënt is doorslaggevend voor de gezondheidstoestand en de autonomie van bejaarde personen.
Een herkennen van ondervoeding is een punt waaraan bijzondere aandacht zou moeten worden aan besteed. Dit is evenwel niet verplicht en het verlies aan lichaamsgewicht van een bejaarde wordt al te vaak aanzien als een normaal verschijnsel gepaard gaand met het ouder worden.
Er zou meer in producten en medische voedingsmiddelen moeten geïnvesteerd worden voor de behandeling van ondervoeding. In België wordt slecht 1,8 euro per capita voorzien voor de terugbetaling van dergelijke producten.
In het licht van deze vaststellingen zal aan de federale overheid een aanvraag ingediend worden. Deze wordt ingediend door vier volksvertegenwoordigers (Muriel Gerkens, Maya Detiège, Colette Burgeon en Maggie De Block) en ondersteund door Laurette Onkelinx, minister van Sociale zaken en Volksgezondheid. Dit verzoek heeft onder meer tot doel een systeem van verplichte opsporing van ondervoeding bij 75-plussers op punt te stellen, een terugbetaling van nutritionele zorgen en interventies voor ondervoede bejaarden te bekomen, een betere opvolging van de voedingsstatus van patiënten ouder dan 70 jaar te realiseren en de ontwikkeling van opleidings- en informatiesessies bedoeld voor verzorgend personeel in de sector van de bejaardenzorg op punt te stellen.
Referenties:
Prof. M. Vandewoude, Ondervoeding bij ouderen aanpakken: een publieke gezondheidsinzet. Ronde Tafel - 19 mei 2011, Federaal Parlement, Brussel
Verslag geconsulteerd in mei 2011.
Voorstellen om het probleem van ondervoeding bij bejaarden aan te pakken en te verbeteren. Ronde Tafel - 19 mei 2011, Federaal Parlement, Brussel
Verslag geconsulteerd in mei 2011.
Ondervoeding bij bejaarden, een medisch, economisch, logistiek en vaak ethisch probleem en een inzet voor de volksgezondheid.
Persbericht aansluitend op de ronde tafel van 19 mei 2011 in het Federaal Parlement te Brussel.
Artikel geconsulteerd in mei 2011.