De voeding is wat ze is. Een ding is zeker: we beschikken over een extreme variatie van voedingsmiddelen. En toch is het niet zeker – verre van zelfs – dat we allemaal voldoende gevarieerd eten. Heel wat parameters spelen een rol bij onze voedselkeuze, te beginnen met culturele invloeden en in crisistijden ook economische problemen¹. Er zijn nochtans veel mensen die een voedselkeuze maken in functie van een levensconcept of zelfs een filosofie. We vermelden hier de vegetariërs, veganisten en andere animisten en zelfs al degenen die voedingsvoorschriften volgen van hun godsdienst.

Omwille van de manier van productie zijn bioproducten veiliger voor resten van pesticiden en chemische meststoffen dan klassieke voedingswaren, dat is evident belangrijk. Ook op ecologisch vlak kan de productie van deze voedingsmiddelen beter bijdragen tot de gezondheid van onze planeet. Op gebied van nutritionele samenstelling dan wordt vrij algemeen toegegeven dat de aanbreng van nutriënten door biologische voedingsproducten niet verschilt van die door gelijkaardige klassiek geteelde middelen. Maar hier dienen belangrijke nuances aangebracht. Smith-Spanger et al.² hebben een literatuuroverzicht gemaakt over deze kwestie en komen tot de conclusie dat biologisch geteelde zuivelproducten en kippenvlees bijvoorbeeld rijker zijn aan omega-3 dan de conventionele producten. Ook bevatten zij meer polyfenolen dan de klassieke in de meeste studies. In 23 van de studies die door deze auteurs gecontroleerd werden, werd ook meer vitamine C aangetroffen in de bioproducten dan in de andere, ook al was dat omgekeerd in 12 andere studies. En in 23 studies werd een hoger magnesiumgehalte gevonden in de bioproducten dan in de andere tegenover in 6 waar het omgekeerd was. Deze kwestie verdient dus zeker diepgaander onderzoek.

Petersen et al.³ hebben de gegevens verzameld over de voedingsgewoonten van zwangere vrouwen ingeschreven in de Danish National Birth Cohort (DNBC) tussen 1996 en 2002. Ze wilden zo de impact evalueren van de biologische voeding op de gezondheid van moeder en kind en de geassocieerde factoren identificeren. Er werd dus informatie ingewonnen over wat die vrouwen aten voor hun zwangerschap en in het midden van hun zwangerschap. De socio-demografische en economische kenmerken van die vrouwen werden eveneens geregistreerd. Bleek dat de vrouwen die vaak biologische voedingsmiddelen consumeerden in vergelijking met vrouwen met een meer klassieke voeding een significant hogere aanbreng hadden van plantaardige bestanddelen (+67%), vezels (+13%) en omega-3 vetzuren (+11%) maar een lagere aanbreng van verzadigde vetten (-8%). Zij bleken ook een algemeen gezondere levensstijl te hebben. Bio eten gaat dus niet enkel over voedselkeuze maar over een algemene houding qua levensstijl.