.
 

Archieven> N°127 > @rtikel
article précédent image suivante

Opgelet voor vitamine D

We weten dat onze senioren vaak een min of meer uitgesproken tekort hebben aan vitamine D, vooral als ze in een instelling leven. Maar ook andere groepen hebben dergelijk tekort of lopen er risico op. Het is tijd dat de gezondheidswerkers daar oog voor hebben.

Vitamine D doet veel van zich spreken. Maar kennen we deze vitamine wel goed? Iedereen weet wel dat ze afgeleid is van een steraankern. Calciferol, de basisvorm, wordt in de huid aangemaakt onder invloed van de ultravioletstralen B van de zon. Dan ondergaat ze een eerste hydroxylatie in de lever en wordt ergocalciferol (vitamine D2) en daarna een tweede in de nieren tot cholecalciferol of vitamine D3, de meest actieve vorm. Er is ook nog ergosterol, een ander bestanddeel van deze groep van oplosbare vitamines in gisten en planten. We blijven wel spreken van een vitamine maar de experts gaan er nu al enkele jaren over akkoord dat cholecalciferol eigenlijk een hormoon is. We herinneren eraan dat een hormoon een stof is met een biologische activiteit die wordt aangemaakt in een of meerdere organen (in dit geval de nieren) en die door het bloed wordt getransporteerd en dan op afstand inwerkt op doelorganen (in dit geval bijvoorbeeld de dunne darm en de beenderen).

Tal van functies

De biologische hoofdfunctie van vitamine D is het behoud van normale serumspiegels van calcium en fosfor. Ze kan de darmabsorptie moduleren van die twee mineralen vanuit de voeding. Dat gebeurt in de dunne darm. Als de voedingsaanbreng van calcium onvoldoende is, stimuleert vitamine D, samen met parathormoon afgescheiden door de bijschildklieren, de vorming van osteoclasten, die een osteolyse veroorzaken onder invloed van diverse factoren, waaronder bepaalde cytokines. Door de osteolyse of botafbraak komt calcium vrij in het bloed. Maar heel wat andere weefsels en cellen kunnen vitamine D3 herkennen: dat is het geval voor de hersenen, het hart, de pancreas, mononucleairen, lymfocyten en de huid. De rol van vitamine D in deze structuren is nog niet volledig gekend en wordt in tal van onderzoeken onderzocht.

Ziekten door tekort

In de natuur bevatten weinig voedingsmiddelen vitamine D: degene die visoliën bevatten, vette vissoorten, lever en vet van zeedieren en zuivelproducten. Voor de mens is de voornaamste bron met vitamine D verrijkte producten. Bij een tekort is er een onvoldoende mineralisatie van de botten. Als dat gebeurt voordat de beenderen volledig zijn gevormd, kunnen die misvormd worden en zijn er tekens van rachitis: tibia in zwaardvorm, rachitisafwijkingen van de thorax, verweking van de schedel (craniotabes). Als er onvoldoende aanbreng is nadat de beenderen volledig zijn gevormd, vertonen die onder de microscoop uitgebreide zones van afgezet maar niet verkalkt weefsel: dat is dan osteomalacie (letterlijk «weke beenderen»). Vandaar het belang van vitamine D voor de botten. Maar onderzoek wijst erop dat deze vitamine ook belangrijk is voor de immuniteit, de spieren en de hersenen. Er werd een beschermende rol aangetoond van vitamine D tegen diabetes en misschien tegen bepaalde kankersoorten. Er bestaat in ieder geval een omgekeerd verband tussen de status van vitamine D en het metabool syndroom.

Groepen met een tekort

In ons land werd door een enquête onlangs aangetoond dat er een hoge prevalentie is van vitamine D-tekort bij zwangere vrouwen. Vijfenvijftig bevallingscentra hebben aan die enquête deelgenomen, met in totaal 1 311 zwangere vrouwen. Hun serumconcentratie vitamine D2 (25-hydroxyvitamine D) was significant lager in het eerste trimester dan in het derde trimester. Maar 75% van hen had een onvoldoende gehalte vitamine D (serumconcentratie lager dan 30 ng/ml) en 44,6% had een echt tekort. Ongeveer één op acht (12,1%) had een ernstig tekort. Bij vrouwen met het laagste opvoedingsniveau en die niet naar zonbestemmingen op vakantie gingen was het risico het hoogst. Het risico op ernstig tekort was minder groot bij vrouwen die alcohol dronken tijdens hun zwangerschap en bij degene die meer zonneproducten gebruikten. Het was hoger bij vrouwen die rookten of meer in de schaduw bleven.

Tijd om te handelen

Bij kinderen werd in tal van studies vermeld dat er op wereldschaal terug een toename is van rachitis, ondanks de aanbevelingen van de experts voor een adequate aanbreng. Een deficiëntie van vitamine D werd eveneens in verband gebracht met obesitas. Sommige auteurs hebben zelfs berekend dat een stijging van 1% van de BMI overeenkwam met een daling met 5% van het 25-hydroxyvitamine D. Wat beter is gekend, is de subcarentie of de echte deficiëntie bij senioren in rusthuizen. Het is dus hoog tijd om te controleren of onze patiënten voldoende aanbreng en concentraties hebben en zo nodig de nodige maatregelen te nemen.

Dr Jean Andris

Referenties:

Boucher BJ. Is vitamin D status relevant to metabolic syndrome? Dermato-Endocrinology 2012; 4(2): 212-4.

Pela I. How much vitamin D for children? Clinical Cases in Mineral and Bone Metabolism 2012; 9(2): 112-7.

US Institute of Medicine Standing Committee on the Scientific Evaluation of Dietary Reference Intakes. Dietary Reference Intakes for Calcium, Phosphorus, Magnesium, Vitamin D, and Fluoride. National Academies Press (Washington DC, USA), 1997.

Vandevijvere S, Amsalkhir S, Van Oyen H et al. High prevalence of Vitamin D deficiency in pregnant women: a national cross-sectional survey. PLoS ONE 2012; 7(8): e43868. doi:10.1371/journal.pone.0043868.


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés