.
 

Archieven> N°127 > @rtikel
article précédent image suivante

Ongelijkheden voor lactose, een kwestie van keramiek?

Het zou niet de gewoonte om melk te drinken zijn waardoor de lactase-activiteit behouden blijft, maar wel de genetica. De archeologen springen de genetici bij met het argument van een zogenaamde « touwbekercultuur », die naar de Scandinavische landen zou zijn uitgeweken. Dat zou de hoge prevalentie verklaren van de lactosetolerantie in die landen.

Melk en lactose, dat erin aanwezig is, is in principe een belangrijk voedingsmiddel voor de voeding van pasgeborenen en zuigelingen. Het wordt gehydrolyseerd door lactase in de rand van de darmwand, in twee moleculaire bestanddelen, glucose en galactose. Die kunnen dan worden geabsorbeerd door de darmwand. Bij de meeste kinderen is de activiteit van lactase maximaal in de prenatale periode. Later verliest een deel van de mensen volledig of gedeeltelijk hun lactase, tussen 2 en 12 jaar. Dan kunnen zij lactose niet meer verteren of verdragen het slecht. Naar schatting is minstens 65% van de wereldpopulatie intolerant voor lactose.

Zeer wisselende symptomen

Bij lactose-intolerantie is de ontlasting meestal volumineus, zacht en waterig. Maar de patiënt verliest geen gewicht. Eénmaal opgetreden wordt dit fenomeen chronisch. Sommige auteurs zijn zelfs van mening dat extra-digestieve symptomen kunnen voorkomen zoals hoofdpijn, duizeligheid, geheugenstoornissen, spier- en gewrichtspijnen, hartritmestoornissen, enzovoort. Er bestaat dus een zeer grote variatie in de symptomatologie van lactose-intolerantie en men dient eraan te denken als de andere mogelijkheden zijn uitgesloten. Er bestaan specifieke tests maar als de symptomen optreden op het ogenblik dat er lactose wordt gebruikt is dat al een goede oriëntatie voor verder onderzoek. Zodra lactose-intolerantie is gediagnosticeerd, dient lactose vermeden te worden. Maar men moet kiezen voor oplossingen waardoor tekorten aan calcium en vitamine D worden voorkomen1.

Eerste Europese landbouwers

Lange tijd werd verondersteld dat de reden voor het verder bestaan van lactase, dus de tolerantie voor lactose, het verder blijven consumeren van zuivelproducten was. Maar die hypothese wordt nu aangevochten door heel wat wetenschappers waaronder biologen en een….archeoloog2. In de landen in het noorden zoals Noorwegen en Finland is het percentage mensen die tolerant zijn voor lactose zelfs 74% en 82%. De gewoonte om verse koemelk te drinken is in die landen echter recent. Bovendien was er in die landen niet voldoende melk om de consumptie door volwassenen te dekken: de archeoloog heeft aangetoond dat de runderteelt daar niet zeer uitgebreid was en evenmin voldoende productief daarvoor. Er is maar een mogelijke verklaring voor die hoge prevalentie van de tolerantie voor lactose: de migratie van tolerante populaties. Hij stelt dan ook voor dat het gaat om mensen uit de zogenaamde «Corded Ware Culture» of touwbekercultuur, een van de eerste landbouwculturen in Europa. Die wordt zo genoemd omwille van het uitzicht van hun bekers.

De genetica gaat akkoord

Het LCT-gen en de polymorfismen ervan werden bestudeerd door de genetici. Mensen met een verminderde activiteit van lactase en degene bij wie het lactase blijft bestaan hebben dezelfde sequenties voor dat gen met uitzondering van de stille mutaties. Hun lactasen zijn dus identiek. Twee varianten werden in verband gebracht met het blijven voorbestaan van de lactase-activiteit3. De theorie van de migraties van de eerste landbouwers en de gegevens van de genetica zijn dus in overeenstemming met elkaar. Er bestaat trouwens een genetische test om de volwassen vorm van lactose-intolerantie op te sporen als aanvulling op de klassieke tests.

Dr Jean Andris

Referenties:

1. Lactose malabsorption and intolerance: What should be the best clinical management? World J Gastrointest Pharm Ther 2012; 3(3): 29-33.

2. Vuorisalo T, Arjamaa O, Vasemägi A et al. High lactose tolerance in North Europeans: a result of migration, not in situ milk consumption. Perspectives in Biology and Medicine 2012; 55 (2): 163-174. DOI 10.1353/pbm.2012.0016.

3. Mattar R, Ferraz de Campos Mazo D, Carrilho FJ. Lactose intolerance: diagnosis, genetic, and clinical factors. Clin Exp Gastroenterol 2012; 5: 113-21.


Google

Web
H&F.be
 

 

© Health and Food est une publication de Sciences Today - Tous droits réservés