|
" HEALTH & FOOD " nummer 91, 2008
|
Even ter herinnering: probiotica zijn nuttige micro-organismen die overvloedig in de darmflora voorkomen. Hoewel het algemeen gekend is, worden volgende twee aspecten vaak vergeten. Vooreerst: het spijsverteringskanaal meer is dan alleen maar de darmen. Het begint aan de mond en eindigt bij de anus. Anderzijds geldt het probiotisch principe ook voor de vaginale flora. Probiotica aanwezig in deze lichaamsholte bieden een beperkte weerstand tegen de ontwikkeling van schadelijke micro-organismen die bijvoorbeeld diarree of vaginitis veroorzaken.
Een ruime toepassingsgebied
Het gezondheidsbevorderend effect van probiotica wordt momenteel unaniem aanvaard en is ook grondig wetenschappelijk onderbouwd. Hun toepassingsgebied is zeer ruim. De inname van probiotica biedt soelaas bij lactose-intolerantie; beschermt tegen intestinale infecties; draagt bij tot het milderen van het cholesterol in het plasma; bevordert de spijsvertering, ... Daarenboven kunnen probiotica zeer gemakkelijk in een evenwichtige voeding ingelast worden. Diverse studies onderzoeken of ze ook preventief tegen bepaalde kankers werkzaam zijn. Regelmatig worden nieuwe actiedomeinen van de probiotica ontgonnen, die overigens verder reiken dan het domein van de spijsvertering of de gynaecologie. Talrijk zijn de stammen waaraan probiotische eigenschappen worden toegeschreven: gaande van Lactobacilli tot Bifidobacteriën, alsook Streptococcus thermophillus aanwezig in yoghurt of Enterococcus faecium SF68 en zelfs bepaalde niet pathogene stammen van E. coli. Er bestaat ook een probiotische gist, met name Saccharomyces boulardii.
De eigenlijke oorzaken van inflammatoire aandoeningen zoals de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa zijn alsnog niet helemaal gekend. Vermoed wordt dat een verstoring van de microbiële flora, met een stimulans van de pro-inflammatoire mechanismen als gevolg daarvan, hierbij zeker een rol te spelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat momenteel tal van onderzoek zich toespits op de mogelijke rol van probiotica bij deze aandoeningen. Uit tal van onderzoek kon de doeltreffendheid van probiotica bij diarree duidelijk worden aangetoond. Een meta-onderzoek toont aan dat het toedienen van probiotica bij acute diarree bij kinderen, de duur van de diarree met 0.7 dagen verkort en de stoelgangfrequentie vanaf de 2de dag met 1.6/dag daalt. Uit een ander meta-onderzoek blijkt dat het gebruik van probiotica gepaard gaat met een relatief risico op diarree (> 3 ontlastingen/dag) van 43%. De duur van de diarree daalde met twintig uren, wat in overeenstemming blijkt met de resultaten van hoger vermeld onderzoek. Regelmatig worden nieuwe actiedomeinen van de probiotica ontgonnen, die overigens verder reiken dan het domein van de spijsvertering of de gynaecologie. Talrijk zijn de stammen waaraan probiotische eigenschappen worden
Inflammatoire aandoeningen
Tal van studies onderzochten reeds de doeltreffendheid van probiotica op basis van de stam GG van de Lactobacillus casei bij de behandeling van inflammatoire darmaandoeningen. Uit een van de studies, uitgevoerd bij kinderen lijdend aan de ziekte van Crohn, blijkt dat de inname van dit probioticum tot een verhoging van de IgA-waarde leidt ter hoogte van de aandoening. In een ander onderzoek, waarbij hetzelfde type probioticum werd gebruikt, kon een verbetering van de klinische scores worden genoteerd alsook een verbetering van de intestinale permeabiliteit.
In een gerandomiseerde, dubbelblindstudie vergeleken Kruis et coll. het toedienen van mesalazine en E. coli stam Nissle 1917, bij de behandeling van de remissie bij 120 patiënten lijdend aan colitis ulcerosa. Besluit: het probioticum geldt als een valabel alternatief voor de medicamenteuze behandeling van deze patiënten.
Ten slotte was bij 40 patiënten de werking van een probiotische mengeling, VSL-3 genaamd, bevattend drie bifidobacteriën (longum, infantis, breve), vier lactobacillen (acidophilus, casei, delbreuckii, plantarum) en Streptococcus salivarius ondrezocht. Resultaat: bij slechts 10 % van de patiënten werd een hernieuwde aanval vastgesteld, terwijl in de placebogroep het herval 40 % bedroeg.
De Redactie
Referenties
De Vrese M, Marteau PR. Probiotics and prebiotics : effects on diarrhea. J Nutr 2007; 137: 803S – 811 S
Sheil B, Shanahan F, O’Mahony L. Probiotic effects on inflammatory bowel disease. J Nutr 2007; 137: 819S – 824S
|
