" HEALTH & FOOD " nummer 92, 2008
|
Apeline is een peptide van 17 aminozuren (az) dat komt uit een precursor van 77 az met de naam proapeline. Het blijft strikt bewaard in diverse soorten en werd aangetoond in de hersenen en in het plasma van zoogdieren. In 1998 werd dit peptide erkend als de natuurlijke ligand van de menselijke orfeliene receptor APJ, gelokaliseerd in het centrale zenuwstelsel.
Evenwicht behouden
De APJ-receptoren komen sterk tot expressie in de hypothalamus ter hoogte van de neuronen die arginine –vasopressine (AVP, antidiureticum) et ocytocine (vasoconstrictor) vrijzetten. De injectie van apeline via centrale weg bij ratten in lactatie vermindert de fasische elektrische activiteit van hun neuronen, doet de systemische secretie van arginine-vasopressine afnemen met antidiuretische eigenschappen. Dat veroorzaakt dan ook een waterdiurese. Een kruisregulatie tussen apeline en vasopressine lijkt als doel te hebben het waterevenwicht te behouden in het organisme door de secretie ervan te optimaliseren en door zo waterverlies te vermijden. Bij gedehydrateerde ratten, als de somatodendritische vrijzetting van AVP is toegenomen, neemt ook de fasische activiteit van de vasopressinergische neuronen toe. Dat faciliteert de secretie van AVP in de bloedsomloop, geeft een depletie van de inhoud van AVP van die neuronen en veroorzaakt een daling van de plasmaconcentraties van apeline.
En het vaatsysteem
Apeline heeft ook gunstige effecten op het cardiovasculaire stelsel. Na intraveneuze systemische injectie doet het de bloeddruk dalen en verhoogt de contractiekracht van het myocard door een inotroop effect. In een studie door Brändli en Kälin (Zurich) werd de rol onderzocht van de signalisatieweg apeline/APJ in de vorming van bloedvaten bij de embryonale ontwikkeling van gewervelden en bij kanker. In functionele studies bij kikkervisjes konden deze onderzoekers aantonen dat apeline en APJ onontbeerlijk waren voor de vorming van bloedvaten. Ook al zijn die beide moleculen niet noodzakelijk voor de vasculogenese, d.w.z. de vorming van het primaire embryonale vaatsysteem, toch veroorzaakt het blokkeren van de signalisatieweg apeline/APJ specifiek het ophopen van nieuwe vaten en leidt tot een inhibitie van de angiogenese. Daarnaast konden deze vorsers aantonen dat de signaalweg apeline/APJ nodig was voor de angiogenese na de inwerking van de endotheliale groeifactor VEG (vascular endothelial growth factor). Als dat lukt, dan zouden geneesmiddelen die apeline en/of APJ blokkeren in de toekomst een mogelijke alternatieve therapie kunnen worden voor de behandeling van kanker.
Een beloftevolle piste
Apeline wordt ook afgegeven door de adipocyten en de aanmaak ervan neemt toe bij obese en hyperinsulinemische mensen en muizen. De regulatie van apeline in rechtstreeks verband met de werking van insuline hebben Dray et coll. ertoe aangezet de effecten te onderzoeken van dit peptide op het koolhydratenmetabolisme bij muizen. Hun onderzoek heeft aangetoond dat apeline het glucosegebruik stimuleert bij normale muizen en bij obese en insuline-resistente muizen. Praktisch werden de glycemie en de glucosetolerantie gemeten bij muizen met een normaal gewicht na een intraveneuze injectie met apeline. Na deze injectie werd de assimilatie van glucose gevolgd door verschillende weefsels met gebruik van gemarkeerd glucose. Door de injectie van apeline kon significant de glycemie afnemen en de glucosetolerantie duidelijk toenemen. In onderzoek in vivo werd aangetoond dat apeline significant het glucoseverbruik doet toenemen door wit vetweefsel en door skeletspieren. Het lijkt dus duidelijk dat dit peptide een rechtstreeks effect uitoefent want het kan op zichzelf het glucosetransport stimuleren in geïsoleerd spierweefsel. Dat is additief aan dat van insuline. Daarnaast hebben Dray et coll. ook de signalisatieweg van apeline bestudeerd door zich te richten op van insuline onafhankelijke moleculaire doelwitten. Met deze onderzoeken konden deze vorsers aantonen dat het glucosetransport in de spier wordt gestimuleerd door apeline via een fosforylatie van het endotheliale NOsynthase (eNOS) en ook door het AMP-activated proteïne kinase (AMPK). Bij obese en insuline-resistente muizen herstelt apeline de glucosetolerantie en ook het verbruik van glucose in de spier en in het vetweefsel. Die ontdekkingen tonen de implicatie aan van apeline in het koolhydratenmetabolisme en ontsluieren voor het eerst de rol ervan in de AMPK-pathway als reactie op een metabool effect. Dat opent natuurlijk de beloftevolle weg naar een therapeutisch gebruik van deze molecule als potentieel geneesmiddel tegen diabetes.
De Redactie
Referenties
Brändli A, Kälin R. Les mécanismes paracrines et autocrines de la voie de signalisation apéline/APJ sont impliqués dans les processus de formation des vaisseaux sanguins embryonnaires et pathologiques.
http://www.pfizerforschungspreis.ch/pfizerpreis/fr/home/press/2008.Par.0004.DownloadFile.pdf/03_Documentation_Les%2520chercheurs%2520et%2520leurs%2520travaux%2520reconnus_2008.pdf
In het Frans. Geraadpleegd in april 2008
Dray C, Knauf C, Daviaud D et al. L’apéline stimule l’utilisation de glucose chez les souris normales et les souris obèses et insulino-résistantes. Congrès annuel de l’Alfediam (25 – 28 mars 2008, Bruxelles), abstract 038.
LIorens C, Beaudet A. L’apéline, un inhibiteur naturel de l’effet antidiurétique de la vasopressine. Medecine-Sciences 2005; 21: 741 - 6.
|