" HEALTH & FOOD " nummer 92, 2008
|
Talrijk zijn de studies waarin de rol van voeding in de etiologie en preventie van atherosclerose en cardiovasculaire aandoeningen werd bestudeerd. Er zijn afdoende bewijzen die aantonen dat er een verband bestaat tussen de inname van verzadigde vetten, de hoeveelheid cholesterol in het bloed en de prevalentie van cardiovasculaire aandoeningen. Als primaire preventie geldt dat een laag cholesterolgehalte in het bloed bepalend is voor het totaal cardiovasculair risico. Men neemt aan dat, voor een volwassene, de totale hoeveelheid cholesterol < 2 g/l zou moeten bedragen, de LDL-cholesterol (LDL-c) < 1.3 g/l, de HDL-cholesterol (HDL-c) < 0.35 g/l en de triglyceriden < 2 g/l. De inschatting van het risico wordt bepaald door de overmaat aan cholesterol en andere risicofactoren zoals arteriële hypertensie, zwaarlijvigheid, sedentariteit, roken en diabetes. De niet therapeutische behandeling van de patiënt met een dyslipidemie bestaat er voornamelijk in de inname van dierlijke en verzadigde vetten te beperken, alsook, indien nodig, het bijsturen van het lichaamsgewicht.
Ingrediënten kiezen
De belangrijkste stelregel om het cholesterolgehalte te doen dalen is de inname van verzadigde vetten (aanwezig in boter, kaas, vet vlees en vette vleeswaren) te beperken. Bij patiënten met een hypercholesterolemie is een voeding rijk aan onverzadigde vetten toegestaan, gezien dit de totale cholesterol en de LDL-c doet dalen. Er bestaan twee soorten onverzadigde vetten: enerzijds de meervoudig onverzadigde (zonnebloem-, maïs-, koolzaadolie en margarines bereid met deze oliën) en anderzijds de enkelvoudig onverzadigde vetzuren (voornamelijk olijf- en koolzaadolie). Ook al is het aandeel van de voedingscholesterol (eidooier, boter, vlees, vleeswaren, volle melk, ...) in het totaal lichaamscholesterol vrij beperkt, wordt toch aanbevolen dit te beperken tot maximaal 300 mg/dag. Momenteel worden ook levensmiddelen verrijkt met plantaardige sterolen (in margarines, speciale melkproducten, ...) goedgekeurd en doen de LDL-c dalen. Deze producten werden door het AFSAA (Agence Française de Sécurité Sanitaire des Aliments) goedgekeurd. Een dagelijkse hoeveelheid van 2 g, over een voldoende lange periode ingenomen, kunnen de LDL-c met 10 % doen dalen. Ook andere maatregelen zijn doeltreffend zoals de inname van bepaalde vezels (psyllium, bèta-glucan, ...) of soja. Een meta-analyse, uitgevoerd door Harland et coll., toont aan dat het toevoegen van een beperkte hoeveelheid soja-eiwit (25 g) in de voeding van volwassenen met een lichte hypercholesterolemie, leidt tot een significante daling van het totaal cholesterol en de LDL-c. Het inschakelen van soja en vezels (psyllium, bèta-glucan, ...) in de dagelijkse voeding is evenwel niet eenvoudig en vergt een gespecialiseerde voedingsbegeleiding. Het zijn ook bijkomende maatregelen. Geen enkele van deze aanbevelingen werd getest in interventiestudies waarbij de graad van atherosclerose of klinische evenementen werden onderzocht.
Aanbevelingen
Bij patiënten met een hypercholesterolemie is de diëtetische aanpak van groot belang. Dit geldt ook voor senioren. Door hun door hun leeftijdsgebonden nutritionele status dringen zich bepaalde voorzorgsmaatregelen op. Het AFSAA formuleerde tal van voedingsaanbevelingen, bedoeld om het cholesterolgehalte te doen dalen. Zo wordt aanbevolen om de inname van enkelvoudige, meervoudige alsook omega-3 vetzuren in de voeding aan te moedingen. Dit kan bijvoorbeeld door boter te vervangen door oliën van plantaardige oorsprong; ‘zachte’, gemakkelijk smeerbare, margarines te gebruiken; voedingsmiddelen verrijkt met sterolen te gebruiken; de consumptie van vleeswaren te beperken, met uitzondering van magere ham; de inname van vis te stimuleren (vlees gedeeltelijk vervangen door vis); vetrijke zuivelproducten te mijden; de inname van eieren te beperken (niet meer dan twee eieren per week). Voldoende vezels innemen is ook belangrijk. Dit kan bijvoorbeeld door meer fruit en groeten, volkoren brood, volle graanproducten en peulvruchten in te schakelen. De inname van alcohol is beperkt toegestaan, op voorwaarde dat er niet meer dan 30 g/d wordt ingenomen. Voor patiënten lijdend aan een hypertriglyceridemie of met overgewicht moet de alcoholinname strikter gecontroleerd worden. De nutritionele beperkingen mogen zeker niet leiden tot een eenzijdige of onevenwichtige voeding die leidt tot voedingstekorten (bijvoorbeeld calcium). Daarnaast moet het lichaamsgewicht nauwlettend worden gevolgd. Bij een BMI >= 25 kg/m2 dringen passende maatregelen zich op. Dit kan onder meer door regelmatig een fysieke activiteit in te lassen. Een dagelijkse wandeling van dertig minuten wordt hierbij ten zeerste aanbevolen.
De Redactie
Referenties
Agence Française de Sécurité Sanitaire des Produits de Santé (AFSSAP). Prise en charge thérapeutique du patient dyslipidémique, maart 2005.
http://agmed.sante.gouv.fr/pdf/5/rbp/dysreco.pdf
In het Frans. Geraadpleegd in september 2008
Grahan I, Atar D, Borch-Johnsen et al. European guidelines on cardiovascular disease prevention in clinical practice : executive summary. European Journal of Cardiovascular Prevention and Rehabilitation 2007; 14: E1- E40.
http://www.escardio.org/guidelines-surveys/esc-guidelines/GuidelinesDocuments/guidelines-CVD-prevention-ES-FT.pdf
In het Engels. Geraadpleegd in september 2008
Harland JI, Haffner TA.Systematic review, meta-analysis and regression of randomised controlled trials reporting an association between an intake of circa 25 g soya protein per day and blood cholesterol. Atherosclerosis. 2008; 200: 13-27.
Klesges RC, Klesges LM, Haddock CK, Eck LH. A longitudinal analysis of the impact of dietary intake and physical activity on weight change in adults. Am J Clin Nutr 1992; 55: 818-22.
Belgische Cardiologische Liga. Cholestérol
http://www.liguecardiologique.be/nl/01_cholesterol.cfm
|