" HEALTH & FOOD " nummer 92, 2008
|
Het metabool syndroom is een groep risicofactoren voor cardiovasculaire aandoeningen en voor type 2 diabetes. Die factoren kunnen atherogeen zijn (dyslipidemie, hypertensie, hyperglycemie, insulineresistentie, pro-inflammatoire toestand of pro-trombotische toestand). We weten nu nog niet of dat syndroom uni- of multifactorieel van oorsprong is maar het lijkt evident dat de combinatie van verschillende risicofactoren het optreden ervan kan bevorderen.
Een licht gewijzigde diagnostische benadering
Op dit ogenblik bestaat de methodologie erin vijf klinische bepalingen te doen : buikomtrek, triglyceriden, HDL-cholesterol, bloeddruk en nuchtere glycemie. Als de waarden van minstens drie van die parameters abnormaal zijn, kan de diagnose van metabool syndroom worden gesteld. Die criteria werden veel gebruikt zowel in de epidemiologie als in de klinische praktijk. Maar recentelijk werd voorgesteld de toegelaten drempelwaarden te verlagen vooral voor bepaalde etnische groepen bij wie insulineresistentie relatief frequent voorkomt. Dergelijk type patiënt, onder behandeling, heeft abnormale waarden voor de triglyceriden, de HDL-cholesterol en de bloeddruk. Er werd dan geopperd de drempelwaarde voor de nuchtere glycemie op 100 mg/ml te brengen in plaats van 110 mg/ml. Er werd ook voorgesteld rekening te houden met de etnische oorsprong van de patiënt bij het meten van de buikomtrek. De huidige gegevens wijzen immers uit dat er een variabiliteit bestaat in het verband tussen de buikomtrek en de metabole risicofactoren bij verschillende bevolkingsgroepen. Zo is bvb. de populatie van Aziatische origine een risicogroep voor insulineresistentie. Het meten van de buikomtrek is een belangrijke parameter omdat die enerzijds een indicatie is van obesitas en anderzijds voor het risico voor insulineresistentie. Dat laat een snelle opsporing toe van mensen met een risico op een metabool syndroom
Wat onthouden?
Het metabool syndroom is een complexe stoornis met een multifactoriële oorsprong. De prevalentie ervan neemt toe met obesitas, en vooral met abdominale obesitas. De huidige voorstellen bestaan erin de verschillende klinische tests te behouden die in 2001 werden voorgesteld voor de diagnose van het metabool syndroom. Daarvan werd immers de klinische doeltreffendheid en pertinentie aangetoond. De voornaamste verandering is een lichte verfijning van de vroegere drempelwaarden vooral voor etnische risicogroepen.
De Redactie
Referentie
Grundy SM et al (2008) Diagnosis and management of the metabolic syndrome, An American Heart Association/National Heart, Lung, Blood Institute Scientific Statement Executive Summary. Circulation 2005; 112 (Sep) : 2735-52
|